‘Jake is being a very bad boy.’ De zin komt uit de eerste aflevering van de serie Tokyo Vice seizoen 2, op 26 februari 2024 in première gegaan op HBO Max. Jake wordt gespeeld door Ansel Elgort, doorgebroken in Hollywoodfilms als Baby Driver en West Side Story. Zijn personage is gebaseerd op een echt bestaande Amerikaan uit Missouri. Zijn naam: Jake Adelstein, de eerste buitenlander die een prestigieuze baan als misdaadreporter kreeg bij Yomiuri Shimbun, de meest verkochte krant ter wereld.
Jake praat met yakuza en andere criminelen en doet dat in ‘the neon-lit streets of Tokyo’s underbelly’, staat in een recensie over Tokyo Vice seizoen 2 in Variety. Hij gaat veel om met een Japanse detective genaamd Hiroto Katagiri, gespeeld door Ken Watanabe. Samen met Katagiri probeert Jake de Japanse georganiseerde misdaad in kaart te brengen. Het is levensgevaarlijk werk, maar daar geniet de hoofdpersoon van. De echte Jake doet dat ook.
De serie is gebaseerd op Jake Adelsteins memoires Tokyo Vice – An American Reporter on the Police Beat in Japan. Hij werd in 1969 geboren als Josh Adelstein en bracht zijn jeugd door op een boerderij in Columbia, Missouri. Hij was Joods, lang, dun en bleek, werkte in een boekwinkel, liep raar en keek zo scheel dat je niet kon zeggen naar welke kant hij staarde. Volgens een dokter had hij het syndroom van Marfan, een zeldzame ziekte die oog-, hart- en orgaanproblemen veroorzaakt. Na een operatie bleef Josh zo slecht zien dat hij geen rijbewijs mocht halen. Er reden bijna geen bussen in Missouri, maar Josh kreeg een klasgenoot met een stationwagen zover dat die zijn privéchauffeur werd. Hij nam plaats op de achterbank en ze reden door Missouri alsof Josh een Hollywoodster was. Vrienden zeiden later dat dit bij hem paste. Die dunne Joodse jongen zou iets groot bereiken en dan zou niemand meer om hem lachen.
In de ban van Tokio
Als tiener gebeurde dit nog wel. Josh hield niet van sport en country, maar wel van lezen, punk, new wave en toneel. De jocks van zijn school botsten in de gangen tegen hem aan, een leraar gaf hem het advies een vechtsport te beoefenen. Josh koos voor karate en kreeg er gratis informatie over Japan bij. Hij raakte in de ban van Tokio en leerde Japans.
In de boekhandel waar hij werkte, viel hij in een liftschacht. Adelstein lag tijdelijk in coma en sprak na het ontwaken geen woord Japans meer
Op een middag ging hij naar de boekhandel waar hij werkte. Hij viel in een liftschacht, lag tijdelijk in coma en sprak na het ontwaken geen woord Japans meer. Een voordeel bij iets naars: Josh had ook geen herinneringen meer aan alle pesterijen op zijn school en besloot helemaal opnieuw te beginnen in Japan. Hij veranderde zijn naam in Jake, ging in Tokio schrijven voor de studentenkrant, maar wilde het liefst acteur worden. Volgens Amerikaanse vrienden paste dat ook het best bij Jake: zijn hele leven is een kunstwerk en ze noemden hem ‘essentially an actor’. Een bekende uit Missouri zei het later zo: ‘Jake besloot op een dag dat hij een international man of mystery wilde worden.’
Het lukte Jake niet acteur te worden, daarvoor was hij te klein, te dun, te wit. Hij werd vertaler van Engelse kungfuvideo’s in het Japans en kluste extra bij door massages aan welvarende Japanse huisvrouwen te geven. Na vijf jaar Japan solliciteerde hij voor een baan bij wat hij zelf ‘Japans meest prestigieuze krant’ noemt. 12 juli 1992 werd een van de belangrijkste dagen uit zijn leven. Het was bijna onmogelijk te slagen voor de toelatingstest, maar Jake doorstond het examen met fantastische cijfers en kreeg een extreem gewilde baan als reporter bij Yomiuri Shimbun. Dagelijkse oplage van die krant in de tijd dat Jake aan die baan begon: 13,5 miljoen exemplaren. In zijn memoires schrijft hij: ‘Hoe groot was de kans dat een Joodse jongen uit Missouri zou worden geaccepteerd bij deze high-end journalistieke broederschap?’
Jake werd een van de sterverslaggevers van Yomiuri. Hij kreeg een dienstauto omdat hij niet zelf kon rijden en daar ook helemaal geen zin in had. Hij opende de achterdeur, stapte parmantig in, liet zijn chauffeur naar de hoerenbuurt in Kabukicho rijden, stopte bij een kiosk, karaokebar, bordeel of massagesalon, dronk veel whisky, saké en wodka en knoopte praatjes aan met hoeren, pooiers en yakuza. Hij zag eruit als een detective uit een film noir uit de jaren veertig, ging nooit de deur uit zonder strohoed en liet zijn kruidnagelsigaretten importeren uit Indonesië.
Vrouwen vonden de gaijin (Japans voor buitenlander) met de grote mond sexy, collega’s noemden hem Jake-san. Er werden weinig moorden gepleegd in Japan, maar in geen enkel op papier beschaafd land was de invloed van de georganiseerde misdaad zo groot. Jake wilde daar over schrijven, maar kreeg wel meteen een waarschuwing van zijn superieuren: Jake moest niet te ver gaan met zijn onderzoek naar corruptie en de banden van de yakuza met belangrijke mensen. Zelfs de politie liet de topmaffiosi opzettelijk met rust. Zoveel kwaad deden ze ook weer niet, het hoorde een beetje bij Japan, zolang de gangsters maar niet te veel moorden pleegden. Wat wel mocht van de politie: maffiosi die maffiosi aanvielen. Soms kwam een yakuza die net een rivaal had doodgestoken zich de dag erna melden op het bureau. Dan legde zo’n man zijn mes op de balie en zei: ‘Ik heb een man vermoord.’ Rechters veroordeelden zo’n eerbiedwaardige moordenaar in het algemeen tot 2,5 jaar.
Veel vijanden
Jake luisterde niet naar zijn baas en bleef maar stukken maken over de Japanse onderwereld. Hij beschreef onder meer de infiltratie van de yakuza in grote bedrijven. Sommige bestonden helemaal niet en waren een front voor de yakuza. In een van zijn stukken citeert Jake een man die zag hoe werknemers van een bekende onderneming zich eens omkleedden. Onder hun witte arbeidersoveralls zaten tientallen maffia-tatoeages, een van de duidelijkste bewijzen dat die mannen bij een maffiaclan zaten. Jake maakte veel vijanden met zijn onthullingen en verfde zijn haar felrood, groen of geel. Dat deed hij naar eigen zeggen om minder herkenbaar te zijn voor potentiële huurmoordenaars. Een Amerikaanse advocaat uit Tokio vertelde in The New Yorker: ‘Als ik zou horen dat hij vanavond zou worden gedood, zou me dat niet verrassen.’
Jake trouwde een Japanse journalist genaamd Sunao. Ze kregen twee kinderen: Beni en Ray. Een gezinsleven was geen reden voor hem om minder naar de nachtclubs, bordelen en massagesalons van Tokio te gaan en in 2006 schreef Jake zijn eerste onthullende verhaal over de man die zijn grootste vijand zou worden: yakuza-baas Tadamasa Goto. In zijn boek noemt Jake hem ‘the wealthiest and most influential yakuza in the country’. Goto was een beroemde Japanner geworden door een aanval op de grote Japanse regisseur Juzo Itami, die in mei 1992 de fatale fout maakte een film te maken over de yakuza met als titel: Minbo of de tedere kunst van Japanse afpersing. De zogenaamd nobele gangsters van de yakuza waren volgens de regisseur helemaal geen echte mannen, zoals het vooroordeel luidde, maar zwak en laf.
Een paar dagen na de première kreeg Itami bezoek van vijf gangsters uit Goto’s organisatie. Ze verminkten zijn gezicht met messen en staken in zijn nek. De regisseur overleefde de aanslag en sprak zich na zijn herstel alleen maar meer uit tegen de yakuza. Vijf jaar later sprong Itami van het dak van zijn kantoor. Agenten vonden een briefje waarin stond dat hij dood wilde uit schaamte over een vermeende liefdesaffaire. Jake geloofde dat Goto Itami had gedwongen zich te doden. Een gangster had hem dat onder strikte anonimiteit verteld en de politie geloofde eveneens in het moordscenario. Yakuza-leden zette wel vaker een zelfmoord in scène.
Jake deed meer onthullingen over Goto en diens organisatie. Volgens een vriend raakte hij geobsedeerd door de yakuza-baas. Jake kwam steeds ver na middernacht thuis, zag zijn kinderen bijna nooit, Sunao vroeg een scheiding aan. Jake stortte zich nog meer op zijn werk en begon een seksuele verhouding met een van Goto’s minnaressen om extra informatie over Goto te krijgen, een gebeurtenis die ook voorkomt in seizoen 2 van Tokyo Vice. Een vrouwelijke agent bood Jake inzicht in een dossier over Goto aan. In ruil moest hij met haar naar bed en hij ontdekte iets groots dat ten koste van alles geheim moest blijven. Een gangster kwam naar hem toe en sprak Jake ‘heel langzaam aan, zoals mensen dat doen tegen idioten of kinderen of de manier waarop Japanners soms tegen onwetende buitenlanders spreken’, staat in Tokyo Vice. De yakuza meldde: ‘Jake, je zit in grote problemen, Goto weet dat je over hem aan het schrijven bent. Ik zou heel voorzichtig zijn als ik jou was. Schrijf het artikel en er is geen plek in dit land waar we niet op je zullen jagen. Begrepen?’ Volgende waarschuwing: ‘Hij zal je niet bedreigen. Hij zal het gewoon doen. En het laten lijken op zelfdoding.’
Jake liet zich door niemand intimideren en zette zijn onderzoek voort. Yakuza-leden molesteerden hem. Jake ging na zijn herstel meteen weer aan de slag. Had hij soms een doodswens en stortte hij zich daarom in al die absurde avonturen? Een Amerikaanse vriend dacht van wel, Jake kon het antwoord zelf niet geven. Zoals Ansel Elgort/Jake Adelstein in een van de eerste afleveringen van Tokyo Vice zegt: ‘Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee wat ik aan het doen ben.’
Levertransplantatie
Jake schreef meerdere verhalen over Goto. Zijn leidinggevenden vonden het op een gegeven moment echt genoeg en Jake nam toen ontslag. Hij bleef ook na zijn vertrek onderzoek naar Goto doen en ontdekte na een tip dat Goto en drie andere yakuza-leiders een levensreddende levertransplantatie hadden ondergaan in Los Angeles. Jake ontdekte dat Goto de operatie had gekregen via de FBI in ruil voor informatie over rivaliserende yakuza. Jake beschreef ook waarom Goto zo ziek was dat hij een operatie nodig had: een lever die is verwoest door excessief veel drank wordt door een yakuza als een ereteken gezien. Extra pijnlijk: 86 Amerikanen stierven dat jaar in de ziekenhuizen van LA omdat ze geen nieuwe lever konden vinden.
Een yakuza bood Jake een half miljoen dollar als hij een primeur niet zou publiceren. Hij sloeg het aanbod af en werd met een machete bedreigd door een gangster
Een yakuza bood Jake een half miljoen dollar als hij zijn primeur niet zou publiceren. Hij sloeg het aanbod af en werd met een machete bedreigd door een gangster. Moest hij misschien eindelijk verstandig zijn en Japan verlaten? Jake overwoog dat voor het eerst, in Tokyo Vice staat: ‘Ik had trillende handen, slikte, haalde adem, slikte nog eens en mompelde toen mijn antwoord: “Afgesproken. Ik zal... het verhaal niet schrijven... in Yomiuri.”’
‘Goed,’ antwoordde de yakuza. ‘En als ik jou was zou ik het land verlaten. De oude man is kwaad. Je hebt een ex-vrouw en kinderen toch? Neem een lange vakantie en zoek een nieuwe baan.’
Op 5 maart 2008 kreeg Jake bescherming van de Japanse politie en de FBI. Hij bleef gewoon in Japan en zijn verhaal werd op 9 augustus 2008 gepubliceerd in de Washington Post en de LA Times. Goto werd uit zijn clan gezet en toen wilde de ex-yakuza Jake en zijn gezin alle vier dood. Zijn ex-vrouw, kinderen en hij vluchtten naar Missouri. FBI-agenten adviseerden Jake een alarmsysteem en wapens te kopen. Ook in Amerika zouden de huurmoordenaars van de yakuza de familie Adelstein eenvoudig kunnen vinden. Jake probeerde een nieuw bestaan op te bouwen in zijn geboortestaat, maar hij miste het gevaar van Tokio, kreeg een aanbod voor een nieuwe baan en keerde gewoon terug.
Goto volgde na zijn verbanning uit de yakuza een cursus om boeddhistisch priester te worden. Andere voormalige yakuza-leden deden dat ook omdat het slecht voor je karma schijnt te zijn een priester te doden en zo beschermden ze zichzelf. De boeddhistische ex-gangster zelf leek nog steeds geen moeite met moord te hebben. Onheilspellende zinnen uit Goto’s autobiografie en bestseller Habakarinagara (Met alle respect): ‘Dat ik ben teruggetreden als yakuza betekent niet dat ik geen tijd heb om die Amerikaanse romancier op te sporen. Hij zou moeten schrijven: “Goto komt achter me aan” in plaats van “Goto komt wellicht achter me aan.”’
Jake las deze passage en huurde een ex-yakuza in als privéchauffeur/bodyguard. Teruo Mochizuki was in 2007 uit een yakuza-clan gezet, had een zoon van een jaar en was werkloos. Hij wilde eerst niet voor Jake-san werken uit angst voor Goto en vond de gaijin ‘een idioot’ en ‘uitermate vreemd’. Mochizuki had alleen geen keuze. Niemand in Japan durfde een man vol yakuza-tatoeages en een ontbrekende pink, afgehakt uit eerbetoon aan zijn yakuza-baas, een baan te geven. Mochizuki kreeg een salaris van 350 dollar per maand en reed Jake rond in een zwarte Mercedes S600, een model waar voornamelijk yakuza-leden in rijden. Jake had die auto goedkoop op de kop kunnen tikken via een ex-yakuza die de Mercedes niet meer nodig had. Mochizuki deed alles voor zijn baas, dat hoorde bij zijn baan. In Tokyo Vice schreef Jake: ‘Het is een vreemd gevoel als een ex-yakuza je sigaretten aansteekt met een Zippo en koffie voor je maakt in de ochtend.’ Tegen een Amerikaanse vriend vertelde hij ‘een negenvingerige chauffeur en bodyguard nodig te hebben om de metro te vermijden, waar een enforcer me onder een trein wilde gooien’.
Excessief drugsgebruik
Jakes debuut Tokyo Vice – An American Reporter on the Police Beat in Japan kwam in 2009 uit. De schrijver pochte onder meer tachtig uur per week te hebben gewerkt bij zijn Japanse krant, logisch dat hij problemen met zijn vrouw kreeg en ja, er waren ook affaires, dat hoorde bij het werk. Ruzies met yakuza kwamen daar nog bij, de methodes van de Japanse maffia werden in detail geanalyseerd en zijn vete met Goto speelt uiteraard een hoofdrol in het boek. Jake leidde geen gezond leven en daar was hij trots op. Zijn jeugdvriend en collega Peter Hessler van The New Yorker bezocht hem eens in Tokio. Er lagen vijf lege flessen whisky en vier flessen wodka op de vloer van zijn vrijgezellenflatje en Hessler meende aanwijzingen voor excessief drugsgebruik te zien. Drank en drugs hoorden volgens Jake bij een reporter van zijn statuur en hij leek zijn lever te willen vernietigen alsof hij een yakuza was.
Jake droomde van een bestseller in Japan, maar geen lokale uitgever durfde Tokyo Vice uit te brengen. Hij had ‘op te veel tenen getrapt’
Jake droomde van een bestseller in Japan, maar geen lokale uitgever durfde Tokyo Vice uit te brengen. Hij had ‘op te veel tenen getrapt’ en Jake schreef dat er ‘een risicoanalyse was gemaakt en de conclusie was dat het publiceren van het boek zou kunnen leiden tot onaangename zaken, zoals brandstichting, het inslaan van het gebouw van de uitgever en de ontvoering van medewerkers van de uitgever en andere gewelddaden’.
De Engelse versie werd gelukkig wel met veel succes op de internationale markt gebracht. Jake verkocht de filmrechten aan Hollywood en schreef het scenario voor een blockbuster. Daniel ‘Harry Potter’ Radcliffe zou Jake Adelstein spelen, maar de opnamen werden steeds uitgesteld en het project ging niet door. HBO kocht de rechten van Tokyo Vice voor meer dan een miljoen dollar om er een serie van te maken. Tony Award-winnaar JT Rogers schreef het script met Jake. Michael Mann, een legende door films als Heat, Miami Vice en Collateral, regisseerde de eerste aflevering en Mann werd ook de executive producer van de serie.
De serie-Jake is even dun en bleek als de echte Jake en al even gemotiveerd het in Tokio te maken. Hij beoefent de vechtsport aikido, leert Engels aan Japanse huisvrouwen, bestelt lever, saké en kippendij in cafeetjes en restaurants waar alleen lokale mensen komen. In de avonden danst en sjanst hij in broeierige clubs, bij thuiskomst studeert hij in kleermakerszit de geschiedenis van de yakuza in zijn flat. Een flash forward in de eerste aflevering laat zien dat zijn leven niet altijd zo voorspoedig zal verlopen. Jake heeft een ontmoeting met een yakuza die hem waarschuwt geen verhaal over hem te maken en een stel gangsters bedreigt hem en zijn familie met de dood.
Het eerste seizoen van Tokyo Vice kreeg positieve recensies. Er werd goed naar gekeken, logisch dat HBO een tweede seizoen bestelde. Goto komt prominent in Tokyo Vice II voor, in de serie heet hij Shinzo Tozawa. Spannende taferelen in de ‘jaw-dropping Season 2 premiere’ (Variety): Jake krijgt een affaire met Misaki, de vriendin van Shinzo Tozawa/Goto. Dat heeft natuurlijk funeste gevolgen en met deze cliffhanger moeten Tokyo Vice-fans een ondraaglijk lange week wachten. De achtste en laatste aflevering van seizoen 2 is pas in april. De serie-Jake zal tegen die tijd wel weer vaak aan de dood zijn ontsnapt en heel wat yakuza-bazen kwaad hebben gemaakt. Zijn voornaamste taak in seizoen 2 volgens de omschrijving van de makers: to take down Tozawa, ofwel Goto.
Jake Adelstein is momenteel 54 jaar. Hij overleefde leverkanker en werkt als hoofdredacteur voor het Japan Subculture Research Center. Volgens de website is dat ‘een gids over de Japanse onderwereld, popcultuur, yakuza en everything dark under the sun’. Hij doet ook onderzoek naar yakuza-leden die een verborgen leven leiden als ogenschijnlijk keurige zakenmensen en heeft een bestuursfunctie bij Lighthouse, een Japanse non-profitorganisatie die strijdt tegen de illegale prostitutie.
Zijn tweede boek The Last Yakuza – Life and Death in The Japanese Underworld kwam vorig jaar in het Engels uit. Schrijven over de yakuza is altijd ‘een uitdaging’, staat in het voorwoord, maar hij besloot het risico toch opnieuw te nemen en ook Goto komt er weer prominent in voor. In het nawoord biedt hij zijn ex-vrouw en andere familieleden excuses aan voor zijn yakuza-obsessie. Het heeft hem veel gebracht, maar ook veel kapotgemaakt.
Jakes nieuwste boek komt in mei 2024 uit in het Engels. Het is een vervolg op Tokyo Vice, heet Tokyo Noir – In and out of Japan’s Underworld en zal gaan over Jakes levensgevaarlijke avonturen sinds zijn vlucht voor Goto. Zijn aartsvijand zal volgens Jake ook dit boek haten. De boeddhapriester en ex-yakuza wordt dit jaar 82, maar is volgens de FBI in het geheim nog steeds betrokken bij de maffia. Een bekende yakuza-regel luidt: katagi ni meiwaku o kakenai (veroorzaak geen problemen voor gewone mensen). Goto wil nog steeds dat voor Jake een uitzondering wordt gemaakt en daarom zal de beruchtste en beroemdste gaijin van Japan zich ook de komende tijd door Tokio moeten laten rijden door een bodyguard/privéchauffeur met negen vingers.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP