Als cabaretiers het lachen vergaat: 'Ik ontving dagelijks haatmailtjes'

We zijn steeds sneller gekwetst, we mogen steeds minder zeggen, we durven ons steeds minder uit te spreken. Gegronde angsten, of nog niet helemaal woke? Nieuwe Revu ging de uiterst gevoelige discussie aan met cabaretiers Freek de Jonge en Javier Guzman. ‘Hoe meer bedreigingen en haatmail ik krijg, hoe meer ik het gevoel heb dat ik de juiste dingen zeg.’

Javier Guzman

Op 11 maart van dit jaar stond cabaretier Martijn Koning op het podium bij Jinek. Tegenover hem nam Thierry Baudet alvast zijn kenmerkende verdedigingshouding aan. Het doel van deze act was helder: Koning kreeg enkele minuten vrij spel om te doen waar hij bekend om staat: grappen maken, die best eens beledigend van aard zouden kunnen zijn. ‘Een humoristisch-kritische beschouwing over de verkiezingen en de lijsttrekkers,’ zoals RTL-directeur Peter van de Vorst het later omschreef.

Koning greep zijn kans en richtte zijn gifpijlen op de Fvd-voorman. Een genadeloze afbrandpartij, in comedykringen bekend als roast, volgde. ‘Mensen zeggen dat alle antisemieten op u gaan stemmen, maar dat geloof ik niet. Die trappen heus niet in de antisemitische opmerkingen van u en uw vrienden. Bovendien weet iedereen dat uw vriendin Joodse is. Straks wordt u vader van Menachem of Sarah Baudet. Dan voel je je als antisemitische kiezer toch behoorlijk in je bruine hemd gezet.’

Het bedrukte gezicht van Baudet sprak op dit punt van de satirische speech boekdelen. Koning gaf nog wat extra gas: ‘Zelfs als racist zou ik niet op u stemmen. U roept wel braaf dat Europa wit moet worden, maar u bent zelf ook behoorlijk homeopathisch verdund met allerlei Indonesisch dna. Stemmen zij u eindelijk aan de macht, worden alle zwarten eruit gegooid, maar krijgen wij ineens heel veel Aziaten hier.’ Ook die grap landde niet helemaal lekker, waarna Baudet liet zien waar hij bekend om staat: gepikeerd weglopen uit een interview.

Doodsbedreigingen

Een dag na de ‘humoristisch-kritische beschouwing’ van Koning barstte de bom in medialand. Op Twitter en Facebook kreeg de cabaretier een stortvloed van meningen, boze reacties en doodsbedreigingen over zich heen. Eva Jinek en de grote bazen bij RTL waren ziedend. De komiek zou ‘afspraken hebben geschonden’, zoals het vooraf niet laten inzien van zijn tekst door de redactie van Jinek. ‘Voor zowel RTL, de redacties en Eva Jinek zelf is het vrije woord een groot goed, desondanks is ons inziens hier een grens overschreden en distantiëren wij ons volledig van de inhoud van de bijdrage van Koning,’ schreef de zender in een persbericht. In de inboxen van de socialmediakanalen van Koning ging het er een stuk venijniger aan toe. ‘De pleuris brak uit direct na de uitzending,’ zei de cabaretier later tegen het AD. Fascist, mongool, pedo, nazi, NSB’er; op de digitale profielen van Koning was het tussen de beledigingen goed zoeken naar opbouwende kritiek.

Koning schrok er amper van, beweerde hij. Dat sommige boze kijkers zijn persoonlijke e-mailadres hadden achterhaald en daar doodsbedreigingen naar stuurden, beangstigde hem wel. In een podcast, enkele weken later, vertelde de comedian ‘door de mangel te zijn gehaald en overreden door een bus’. Over de details van de bedreigingen heeft Koning niks losgelaten. Pikant detail: duizenden gefrustreerde Jinekkijkers verwarden Martijn Konings, een reclamemaker uit Den Bosch, met de cabaretier. De nietsvermoedende (bijna-)naamgenoot van Koning kreeg de dag na de bewuste uitzending minstens zoveel venijnige haattweets over zich heen. Met berichten als ‘Wat ben jij een smerige rioolrat’ en ‘Ik hoop dat je niet meer normaal over straat kan’, noemde de Bosschenaar het een slechte dag om Martijn Konings te zijn. In kapperszaken, rondom de koffieautomaat en aan de nationale talkshowtafels barstte de discussie inmiddels los: ging Koning nou wel of niet te ver? Lekker recht voor z’n raap, of onverantwoordelijke haatzaaierij? ‘Cabaret is om te lachen,’ reageerde voetbalanalist René van der Gijp. ‘Maar dit was geen cabaret. Dit was gewoon puur bedoeld om Baudet pijn te doen.’

Zelfs ‘bromsnor’ Johan Derksen, niet vies van een racismerelletje op z’n tijd, had geen goed woord over voor de speech van Koning. ‘Het is onbeschaafd om een tafelgast geweldig te kleineren en tot op het bot te beledigen, voordat je hem naar huis stuurt. Ik vond het een tikje ongepast.’

Cabaretier Dolf Jansen koos de kant van Koning in Op1. ‘De man is cabaretier en satiricus en zit bij Jinek om iets over de politiek te zeggen. Daar heeft hij volledige vrijheid in. Iedereen maakt zijn eigen normen. Soms zit daar een grap of belediging tussen, ja. RTL slaat volledig de plank mis als zij een tekst van een comedian van tevoren willen inzien om daar iets van te vinden.’

De omstreden roast van Thierry Baudet door cabaretier Martijn Koning bij Jinek. Beeld: ANP

Angstoverwegingen

De discussie over de creatieve bewegingsvrijheid van cabaretiers, filmmakers en kunstenaars in de breedste zin van het woord is niet nieuw. In een radio-uitzending van WNL Opiniemakers uit 2017 gaf Hans Teeuwen, een van de meest uitgesproken cabaretiers, ruiterlijk toe bepaalde grappen niet meer te maken uit angstoverwegingen. Thema’s als ‘de profeet’ bijvoorbeeld, waar hij sinds de dood van zijn goede vriend Theo van Gogh zich niet meer aan had gebrand. Teeuwen spreekt van een van de spannendste onderwerpen, maar wel een ‘waarvoor je doodgeschoten kunt worden. En dat is ook al gebeurd, meer dan eens,’ vervolgde hij. ‘Niemand doet het. Er is geen krant die nog een Mohammed-cartoon publiceert, dus de schrik zit er goed in.’ Teeuwen kwam tot de sombere conclusie dat alle cabaretiers – ‘en kranten ook, trouwens’ – hun eigen vrijheid van meningsuiting inperken.

De eerdergenoemde moord op de gevierde filmmaker en columnist Theo van Gogh was hierin een onmiskenbaar kantelpunt. Kort na diens productie over ‘de wreedheid van de islam’, zoals toenmalig VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali het thema van de korte film Submission omschreef, die zij samen met Van Gogh maakte, werd de regisseur gedood door acht kogels, een opengesneden keel en een kapmes in zijn borstkas. Doodsbedreigingen ontving de eigenzinnige Van Gogh overigens al sinds de vroege jaren tachtig.

Routinier Javier Guzman (44) kan erover meepraten. ‘Ik kreeg al dreigtelefoontjes lang voordat het hip was,’ zegt hij op een terras aan de Prinsengracht. Zo rond de tijd van de moord op een andere, toonaangevend persoon, Pim Fortuyn, maakte Guzman zijn eerste meters als cabaretier. ‘Het links-en-rechts-gebeuren werd toen veel meer een ding,’ blikt hij terug. ‘Ik kreeg de stempel van linkse klootzak. Ik ontving dagelijks haatmailtjes. Dat was in de tijd van Hyves, kun je nagaan.’

Of hij ooit een doodsbedreiging via Hyves of MSN ontving, kan Guzman zich niet meer herinneren, maar via Facebook en zijn e-mail-account loopt het tegenwoordig storm. ‘Mensen denken dat ze achter hun computer alles mogen, dat ze daar al hun kots over je uit kunnen spugen. Social media maakt het een stuk toegankelijker om mensen te beledigen en te bedreigen.’ Bovendien, stelt Guzman: ‘de manier waarop wij met elkaar omgaan is venijniger geworden. De samenleving is verhard. Van de moord op Peter R. de Vries was ik een paar dagen helemaal kapot. Het gebrek aan respect van zo’n jongetje van 21 voor een ander mensenleven. Fuck die shit.’

'Ik trad eens op voor een groep Marokkaanse jongeren. Harde grappen, maar die jongens vonden het prachtig. Ze voelden aan hoe ik het bedoelde'

Wat doet zoiets met een comedian? ‘Ik verander niet,’ benadrukt Guzman. ‘Ik heb ook een dochter. Ik heb ook familie. Maar daarom wil ik geen grappen mijden. Als ik iets zinnigs te zeggen heb over een gevoelig thema ga ik het niet uit de weg. Ik zal nooit kwetsen om het kwetsen. Grofheid beschouw ik eerder als instrument om mijn boodschap over te brengen. Zolang ik dat voor mijzelf kan verantwoorden, mag ik van mijzelf zo ver gaan als ik maar wil.’ Dat hij daarmee een vrijbrief zou hebben om maar van alles te roepen, spreekt hij tegen. ‘Bij die vrijheid komt een zekere verantwoordelijkheid kijken. Wel mag je als cabaretier meer roepen dan in andere beroepen, om de simpele reden dat ons publiek, als het goed is, weet dat wij die dingen niet menen. Ik durf te zweren dat, in het geval mijn publiek ook maar een snifje het gevoel krijgt dat een van mijn racistische grapjes vanuit mijn onderbuik komt, ik hen kwijt ben. Mensen weten en voelen hoe ik een grap bedoel. Of ik iets echt meen. Daarin schuilt de grens tussen entertainen en beledigen. Ik trad eens op voor een groep Marokkaanse jongeren. Harde grappen, maar die jongens vonden het prachtig. Ze voelden aan hoe ik het bedoelde, vanuit welk hart het kwam. Daar draait het om.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.

Misschien ook voor jou:
‘In het Estádio da Luz ging bij Ronald Koeman en de zijnen definitief het licht uit’