*Op de foto: wereldleiders tijdens een mars voor de vrijheid op 17 januari 2015.
7 januari 2015 was een grijze, kille dag. In de ochtend zaten de makers van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo samen om de tafel in een van de sjofele lokalen op de tweede verdieping van het oude kantoorgebouw in het 11e arrondissement van Parijs. De wekelijkse redactievergadering van het weekblad begon tegen 11.30 uur lekker op gang te komen. Zoals gebruikelijk werd er veel gelachen en bijna ieder redactielid werd wel even vriendschappelijk afgezeken door zijn collega’s. Niemand kon op dat moment bevroeden dat ze binnen enkele minuten als beesten zouden worden afgeslacht.
Cartoonist Coco, (Corinne Rey, 32) zou ook deelnemen aan de vergadering en arriveerde die ochtend met haar dochter bij de verstevigde toegangsdeur van het kantoor toen twee gemaskerde aanvallers de lopen van hun kalasjnikovs op haar richtten en haar dwongen om de geheime toegangscode in te toetsen. Rey hoorde dat de daders vloeiend Frans spraken en van Al Qaida beweerden te zijn.
In de entreehal waren Simon Fieschi (30), de webmaster van Charlie Hebdo, en onderhoudsmonteur Frédéric Boisseau (42) met elkaar in gesprek. Ze werden door de zwaarbewapende terroristen meteen neergeschoten toen zij niet direct antwoord gaven op de hen toegeschreeuwde vraag waar Charlie was. Simon raakte zwaargewond en zou de aanval op het nippertje overleven, Frédéric overleed vrijwel direct ter plekke aan zijn verwondingen.
De moordenaars renden intussen naar de vergaderzaal op de tweede etage en schoten daar in op de verbijsterde groep medewerkers. Tien aanwezigen werden direct gedood: acht journalisten/cartoonisten, bezoeker Michel Renaud (69) en Franck Brinsolaro (48), de politiebeveiliger van Charlie Hebdo’s hoofdredacteur Charb (Stéphane Charbonnier, 47). De aanslag vond plaats binnen twee minuten en werd uitgevoerd door de broers Saïd (34) en Chérif (32) Kouachi, die kogelwerende vesten droegen.
‘Verbale onzin’
Een van de dodelijke slachtoffers was de 54-jarige psychiater en psychoanalyticus Elsa Jeanne Cayat. De Joodse Elsa schreef columns voor Charlie Hebdo en was de enige vrouw in het redactieteam. Zij werd al maanden bedreigd in verband met haar geloof en haar regelmatige bijdragen aan het satirische weekblad. Een maand voor de aanslag kreeg Elsa verschillende telefoontjes waarbij de anonieme beller haar zei dat ze moest stoppen met haar columns en dat ze vermoord zou worden omdat ze Joods was. Volgens haar familie noemde de bedreigde vrouw de telefoontjes ‘verbale onzin’.
Elsa was samen met cartoonist Georges Wolinski (80) een van de twee Joden die bij de aanval werden gedood. Het was opmerkelijk dat de aanvallers het leven van een andere vrouw, die ook in het kantoor aanwezig was, wél spaarden. Juridisch redacteur Sigolène Vinson (41) kreeg van schutter Chérif Kouachi wel een wapen tegen haar voorhoofd terwijl hij zei: ‘Ik dood geen vrouwen, maar u moet wel de Koran lezen.’ De trekker haalde hij echter niet over.
'De moordenaars waren gestoorde gekken die mijn dode collega's hadden beroofd van hun kunst en felle zorgeloosheid'
Na het vertrek van de moordenaars stond Vinson verbijsterd midden in het bloedbad. Ze herkende als eerste Bernard Maris (schrijver/econoom, 68) die in een grote plas bloed lag en die enkele minuten eerder nog schaterlachend aan de redactietafel had gezeten. Ook zag Sigolène de met bloed doorweekte schipperstrui van hoofdredacteur Charb. Journalist Fabrice Nicolino (59) leefde nog en Vinson knielde naast hem en bevochtigde zijn gezicht met een theedoek terwijl zijn botten uit zijn kapotgeschoten benen staken. De zwaargewonde journalist Philippe Lançon (51) had zijn wang in zijn hand. ‘Als een kind dat op een fout was betrapt. De moordenaars waren gestoorde gekken die mijn dode collega’s hadden beroofd van hun kunst en felle zorgeloosheid,’ zou Vinson later zeggen.
Philippe Lançon raakte een groot deel van zijn gezicht kwijt tijdens de gruwelijke aanslag en vertelde later hoe hij een ander mens werd na de terreurdaad. ‘Ik ben niet meer die ijdele kletskous die op die 7de januari 2015 naar de redactie fietste.’
Ook beschreef hij de ijzingwekkende stilte die in de vergaderruimte hing nadat de terroristen waren vertrokken en hij, door het bloed op zijn verwoeste gezicht heen, de aangerichte ravage kon zien. ‘De doden hielden bijna elkaars hand vast. De voet van de een raakte de buik van de ander, wiens vingers het gezicht van de derde beroerden die naar het plafond leek te staren en allen, zoals nooit tevoren en voor altijd, werden in deze opstelling mijn metgezellen. Het had een scène uit een dodendans kunnen zijn... Ik was één van hen, maar ik was niet dood.
Ik wachtte tot ik onzichtbaar werd en tegelijkertijd het genadeschot kreeg. Hij is misschien niet weg, de man die ‘Allahoe akbar’ zei. Laten we vooral niet bewegen. Alles was teruggebracht tot het verschijnen van twee zwarte benen en het wachten op hun terugkeer. Voor mij lag het lichaam van Bernard Maris bijna onder de tafel en vlak daarnaast, in de doorgang en op zijn rug, lag daar ook Tignous (cartoonist Bernard Verlhac, 57, red.). Zijn pen stak nog rechtop tussen zijn vingers. Tignous was aan het tekenen toen ze binnenvielen. Dit detail toonde de snelheid van de slachting aan en de stomme verbazing die voorafging aan ieders executie. Hij is met zijn pen in zijn hand gestorven, zonder op de vlucht te kunnen slaan voor de moordenaars en helemaal opgaand in de tekening die hij aan het maken was.’
Beestachtige executie
Na deze bloeddorstige moordpartij vluchtten de daders naar buiten en beschoten voor het kantoor van Charlie Hebdo de inmiddels toegesnelde politie. Tijdens hun ontsnapping vermoordden ze, op de nabijgelegen Boulevard Richard-Lenoir, Ahmed Merabet (40), een politieagent te fiets die hen probeerde te arresteren. Toen hij gewond op straat lag, beschoot een van de aanvallers hem van dichtbij en de weerloze agent stierf ter plekke. De beelden van deze beestachtige executie waren al snel online te zien en men kon de daders horen roepen: ‘We hebben Charlie vermoord! We hebben de profeet Mohammed gewroken!’ voordat ze in hun zwarte Citroën C3 vluchtten, die nog geen kilometer verderop werd teruggevonden.
De schutters beroofden daarna met grof geweld een automobilist van zijn auto en reden daarmee naar de regio Picardië, waar ze zich in een bosrijk gebied verscholen voor de politie en het leger die inmiddels een klopjacht op hen waren begonnen. Op 9 januari verschansten de broers Kouachi zich in een drukkerij in Dammartin-en-Goële waarbij ze drukkerij-eigenaar Michel Catalano (59) gijzelden terwijl de 26-jarige ontwerper Lilian Lepère kans had gezien om zichzelf net op tijd te verstoppen in een gootsteenkastje. ‘Ik kon me niet bewegen, het hokje was 70 bij 90 centimeter, en 50 centimeter diep. Bij een beweging zou het deurtje opengaan.’
In een krampachtige houding die hij bijna acht uur wist vol te houden, hield Lepère via zijn mobieltje voorzichtig contact met de buitenwereld. Catalano werd uiteindelijk vrijgelaten door de terroristen en het zou nog meer dan zes uur duren voor de Kouachi’s het vuur zouden openen op de politiemacht en zouden sterven als martelaars. Lilian Lepère kwam met de schrik vrij, Michel Catalano had tijdens de gijzeling het voorgevoel gekregen dat er meer aanslagen zouden volgen door moslimterroristen.
‘Ik hoorde de Kouachi’s daarover praten. En het is gebeurd, tien maanden later, toen ze concertzaal Bataclan aanvielen en honderddertig dodelijke slachtoffers maakten. Ik geloof niet dat gewelddadige jongeren nog kunnen uitgroeien tot evenwichtige volwassenen als ze goed begeleid worden. Uit het gedrag van de gevangen moslimterroristen blijkt dat ze niet te veranderen zijn. Ze hullen zich in stilzwijgen, ze hebben nergens spijt van.’
Een dag na de gijzeling en de dood van de Kouachi’s vermoordde een derde terrorist, genaamd Amedy Coulibaly (32), een politieagente in de Parijse wijk Montrouge en vier mensen in een Joodse supermarkt in de voorstad Vincennes. Een aantal andere mensen werd door hem gegijzeld. De dader eiste namens IS telefonisch de verantwoordelijkheid op en legde uit dat zijn daden verband hielden met de aanval op Charlie Hebdo. Hij werd neergeschoten door politie-eenheden die de supermarkt bestormden. Na drie dagen terreur waarbij in totaal zeventien slachtoffers vielen, gingen op 11 januari bijna vier miljoen geschokte Fransen de straat op. Overal hingen spandoeken en werden borden omhooggehouden met de leus: ‘Je suis Charlie’.
In december 2020 veroordeelde een rechtbank in Parijs verschillende beklaagden tot lange gevangenisstraffen wegens medeplichtigheid. De hoofdverdachte, Ali Riza Polat, werd schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan misdaden met een terroristische achtergrond en werd veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf. Hij ging in beroep, maar daar werd zijn straf nog verzwaard. Ali Riza Polat was niet onder de indruk van het vonnis en riep naar de rechters: ‘Quand je sortirai, je vais faire pire!’ (‘Als ik vrijkom, wordt het nog veel erger’). Zes andere aanwezige verdachten werden veroordeeld voor lidmaatschap van een criminele organisatie en medeplichtigheid.
Het proces duurde drie maanden. Van een van de daders, Amedy Coulibaly, was volgens de rechtbank vrij duidelijk wie hem hadden geholpen, maar van de broers Kouachi was dat opmerkelijk genoeg niet het geval. Er is niet duidelijk geworden hoe de broers de aanslag op Charlie hadden voorbereid en wie hen de gebruikte wapens leverde. De drie terroristen van de aanslagen van januari 2015 in Parijs zijn anoniem begraven, om te voorkomen dat de graven ‘bedevaartsoorden’ zouden worden voor moslimextremisten. Enkele burgemeesters wilden de begrafenis zelfs weigeren, maar dat mocht niet van de wet. Elke dode heeft in Frankrijk het recht begraven te worden in de plaats waar hij woonde of overleed.
Bom als tulband
De aanslag op Charlie Hebdo kwam niet uit de lucht vallen. Begin 2005 besloot het Internationaal Film Festival Rotterdam dat de film Submission van de in november 2004 vermoorde Theo van Gogh en van politica Ayaan Hirsi Ali om veiligheidsredenen niet vertoond zou worden. Op datzelfde tijdstip waren er in Denemarken ook serieuze zorgen over de vrijheid van meningsuiting. Toen een Deense kinderboekenschrijver er niet in slaagde een illustrator te vinden voor zijn boek over de profeet Mohammed besloot de conservatieve krant Jyllands-Posten een actie op poten te zetten, waarna op 30 september 2005 twaalf cartoons in de krant verschenen. Een daarvan was van de hand van Kurt Westergaard (destijds 70, inmiddels overleden): een tekening van de profeet Mohammed die in plaats van een tulband een bom op zijn hoofd droeg.
'Charlie Hebdo is een krant die wordt gemaakt met een pen doordrenkt van oneerbiedigheid, een symbool van de vrijheid van meningsuiting'
In eerste instantie baarde de krantenactie nauwelijks opzien tot een aantal Deense moslimleiders de tekening een jaar later in het Midden-Oosten verspreidden en de vlam in de pan sloeg. Op nieuwjaarsavond 2010 was Westergaard op weg van de wc naar de woonkamer, toen een 28-jarige Somaliër, die banden had met terreurbeweging Al-Shabaab, opeens met een bijl zijn achterdeur insloeg. Westergaard had slechts een paar seconden om te beslissen of hij naar de woonkamer moest rennen, waar zijn 5-jarige kleindochter zat, met als nadeel dat hij voor de ogen van het meisje zou moeten vechten met de indringer, of terug moest vluchten naar de badkamer, die sinds hij beveiligd werd tevens dienst deed als safetyroom.
Hij koos voor het laatste en terwijl de Somaliër met zijn bijl op de versterkte badkamerdeur inhakte en ‘we will get our revenge!’ riep, schakelde Westergaard zijn beveiligers in die de Somaliër neerschoten en zijn kleindochter in veiligheid brachten. Westergaard kwam terecht op de dodenlijst van terreurbeweging Al Qaida en Pakistaanse moslims zetten een miljoen dollar op zijn hoofd, waardoor hij tot aan zijn dood in 2021 dag en nacht beveiligd moest worden.
‘Charlie Hebdo is een krant die wordt gemaakt met een pen doordrenkt van oneerbiedigheid, een symbool van de vrijheid van meningsuiting,’ aldus Hebdo’s cartoonist Riss (Laurent Sourisseau, nu 58). Het weekblad werd in de jaren voor de aanslag al voortdurend bedreigd door fundamentalisten uit alle uithoeken van de wereld, zeker na de publicatie van de Deense karikaturen van de profeet Mohammed in 2006. Het blad verkeerde in hachelijke omstandigheden en zag zich verplicht te verhuizen naar alsmaar morsigere kantoren.
In november 2011 werd het gebouw van de krant, dat toen gevestigd was in het 20e arrondissement van Parijs, met brandbommen bestookt en de website werd gehackt. Deze aanvallen zouden verband houden met het besluit om de editie van 3 november 2011 te hernoemen tot ‘Charia Hebdo’, met Mohammed als ‘hoofdredacteur’. De cover, met een cartoon van Mohammed die zegt: ‘100 zweepslagen als je niet lachend sterft’, circuleerde al een paar dagen op sociale media.
‘Satire op papier als wapen tegen opdringerige geloofsijver, het heeft nog steeds een functie,’ zei Hebdo’s hoofdredacteur Charb in 2012 in dagblad Le Monde over het gevaar wat de medewerkers van het satirische weekblad liepen na deze publicatie en de veelbesproken cover. ‘De klachten die je hierover soms hoort zijn niet terecht, onze vrijheid is gegarandeerd. Het enige gevaar komt nu van die gasten die ons met hun fatwa’s en aanslagen het zwijgen op willen leggen. Godslastering is alleen mogelijk wanneer een gelovige kwaad spreekt over zijn eigen geloof. Dat vocabulaire hoort bij zijn wereld, niet bij die van mij,’ aldus Charb. ‘Dat het jihadisme vandaag het enige hoopgevende uitzicht is waarvoor duizenden jonge Europeanen bereid zijn te sterven aan het andere eind van de wereld, zegt veel over de toestand waarin wij ons bevinden.’ In 2015 werden de redacteuren uiteindelijk zelf het doelwit.
Het hield niet op
De aanslag op Charlie Hebdo bleek de voorbode van een gewelddadig jaar in heel Europa. Politieorganisatie Europol registreerde 211 terroristische aanvallen in 2015. Daarbij vielen 151 doden en 360 gewonden. De meeste slachtoffers vielen in Frankrijk.
Er waren 73 aanslagen, waarvan vijftien door jihadisten. Hun terreur eiste 147 levens, inclusief een onthoofding in Lyon. Na Charlie Hebdo (twaalf doden) volgde de slachting in het Parijse theater Bataclan (130 doden) in november. Verantwoordelijk voor de terreur waren meestal teruggekeerde Irak- en Syriëgangers. Van de verdachten werd later 94 procent veroordeeld wegens terrorisme, onder wie vrouwen. Niet alleen Europa had zwaar te lijden. In Afrika kwamen dat jaar 2709 mensen om door jihadistische aanslagen, vooral door terreurgroep Boko Haram.
In een cartoon werd Erdogan afgebeeld in ondergoed, zittend in een stoel, terwijl hij alcohol dronk en de boerka van een vrouw optilde om naar haar billen te kijken
Op 13 november 2015 om 21.19 uur klonk een explosie bij het Stade de France, het stadion ten noorden van Parijs. Een eerste terrorist blies zichzelf daar op. Vijf minuten later opende een groep van drie terroristen het vuur op terrassen in Parijs. Ze reden daarna gewapend door de stad en schoten ook op andere terrassen mensen dood. Om 21.40 uur ging een derde groep van terroristen naar binnen in concertzaal Bataclan, waar op dat moment Eagles of Death Metal een concert gaf. De drie daders openden het vuur op de menigte in de zaal. Volgens het eindrapport van een parlementaire onderzoekscommissie vielen er die avond in totaal honderddertig doden en raakten 493 mensen gewond.
Op 1 september 2020 kondigde Charlie Hebdo aan dat het de karikaturen van Mohammed opnieuw zou publiceren, voorafgaand aan een proces tegen de vermoedelijke daders van de massamoorden in januari 2015 dat gepland stond voor de volgende dag. ‘De tekeningen horen voor altijd tot de geschiedenis en die mag je niet herschrijven en ook niet wissen,’ zei cartoonist Riss over deze beslissing.
Kort na deze heruitgave van de karikatuur van Mohammed, op 25 september 2020, raakten twee mensen ernstig gewond tijdens een steekpartij buiten het voormalige hoofdkantoor van Charlie. Het gebouw werd nu gebruikt door een televisieproductiebedrijf en de twee gewonde slachtoffers waren werknemers van het bedrijf. De dader vluchtte van de plaats delict, maar werd in de buurt gearresteerd. Zes andere mensen werden aangehouden in verband met de aanval. Een dag later werd de dader geïdentificeerd als Zaheer Hassan Mehmood, een 25-jarige Pakistaan die beweerde dat hij in 2018 als onbegeleide minderjarige vluchteling in Frankrijk was aangekomen. Hij bekende zijn daden en zei dat hij wraak had genomen voor de herpublicaties van de Mohammed-cartoon. Hij meldde ook dat hij niet wist dat het hoofdkwartier naar een andere locatie was verhuisd.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan had in 2020 ook een aanvaring met Charlie Hebdo, nadat hij erachter kwam dat hij werd bespot in een karikatuur op de voorpagina. In de genoemde cartoon werd Erdogan afgebeeld in ondergoed, zittend in een stoel, terwijl hij alcohol dronk en de boerka van een vrouw optilde om naar haar billen te kijken. Met als bijschrijft: ‘Erdogan is best leuk in het geheim.’
Deze spanningen werden op hun beurt veroorzaakt door de onthoofding van schoolmeester Samuel Paty op 16 oktober 2020 in Frankrijk, nadat hij karikaturen van Mohammed, die door Charlie Hebdo waren gepubliceerd, aan zijn leerlingen had getoond als onderdeel van een les over vrijheid van meningsuiting.
In 2023, acht jaar na de bloedige terreuraanslag op Charlie, leidden spotprenten in het blad opnieuw tot boze reacties. Het ging om tientallen cartoons, voornamelijk over ayatollah Khamenei, de hoogste leider van Iran. De spotprenten stonden in een speciaal nummer van het weekblad. Het was bedoeld als steunbetuiging aan de Iraniërs die sinds de dood van Mahsa Amini protesteerden tegen het Iraanse regime. Charlie schreef een speciale prijsvraag uit voor cartoons over Iran en er werden driehonderd tekeningen ingestuurd. Het meeste tumult ontstond om de winnende afbeelding, waarop de ayatollah op de grond lag, terwijl een vrouw over hem heen plaste.
Bronnen
De boeken De onfatsoenlijken van de Vlaamse journalist Jan Antonissen (2018) en De Flard van Charlie Hebdo-journalist Philippe Lançon (2020).
Simon Fieschi overleden
Op 17 oktober 2024 overleed Simon Fieschi, de voormalige webmaster van Charlie Hebdo. Fieschi, die ernstig gewond raakte bij de aanval op het satirische weekblad, was 40 jaar oud toen zijn lichaam werd gevonden in een hotelkamer in Parijs. Fieschi was het eerste slachtoffer van de broers Chérif en Saïd Kouachi toen ze het gebouw binnengingen. Hij werd getroffen door een kogel uit een kalasjnikov die van dichtbij werd afgevuurd door een van de twee schutters. Hij overleefde het, zij het met ernstige gevolgen. In een aangrijpend artikel dat in oktober 2020 in Charlie Hebdo werd gepubliceerd, vertelde hij over zijn langzame terugkeer naar het leven nadat hij uit een coma ontwaakte, en hoe hij door het leven ging met dagelijkse ondraaglijke pijnen.
Permanente beveiliging
Het kantoor van Charlie Hebdo is tegenwoordig gevestigd op een geheim adres achter dikke stalen, gecodeerde deuren met permanente bewaking. Het weekblad ontvangt nog dagelijks bedreigingen. Charlie Hebdo haalde kort na de aanslag zo’n 20 miljoen euro op dankzij massale giften en heel veel nieuwe abonnees. Een deel van dat geld ging naar de nabestaanden van de vermoorde collega’s. Verder slokt de beveiliging van de journalisten al tien jaar lang bijna de helft van de kas op en veel abonnees vertrokken weer. Een maand na de aanslag werden er 380.000 exemplaren per week verkocht, nu ongeveer 60.000, ongeveer evenveel als voor de aanslag. Sinds 2016 is cartoonist en hoofdredacteur Laurent ‘Riss’ Sourisseau de uitgever van het tijdschrift, hij bezit 70 procent van de aandelen. De resterende 30 procent is in handen van directeur Éric Portheault.
De twaalf slachtoffers
- Stéphane ‘Charb’ Charbonnier, 47 (hoofdredacteur)
- Bernard Maris, 68 (schrijver/econoom)
- Georges Wolinski, 80 (cartoonist)
- Elsa Jeanne Cayat, 54 (columnist)
- Jean ‘Cabu’ Cabut, 76 (cartoonist)
- Bernard ‘Tignous’ Verlhac, 57 (cartoonist)
- Philippe Honoré, 73 (cartoonist)
- Michel Renaud, 69 (bezoeker)
- Franck Brinsolaro, 48 (beveiliger Charb)
- Frédéric Boisseau, 42 (onderhoudsmonteur)
- Mustapha Ourrad, 60 (eindredacteur)
- Ahmed Merabet, 40 (politieagent)Als onderdeel van een samenwerking met Charlie Hebdo wordt in 2025 op alle middelbare scholen in het departement Île-de-France een karikaturenwedstrijd georganiseerd om de nagedachtenis van de slachtoffers in ere te houden.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP E.A.