Premium

‘We moeten ­altijd iets van niets maken’

Net als vorige jaren schreven Olav Mol en Jack Plooij – pit lane royalty inmiddels – samenmet Erik Houben een Formule 1-jaaroverzicht. De nieuwste editie heet F1 2019: Spektakel en Intriges, maar we willen natuurlijk vooral weten of Max Verstappen in 2020 de grand prix van Zandvoort gaat winnen.

Olav Mol en Jack Plooij

Plooij: ‘Ik hoop dat als we op het podium het Wilhelmusvoor Max krijgen, de man met de baard de beker uit komt reiken. “Majesteit, kom eens effe hier. Kijkje weleens Formule 1 in je badjas?”’

Dat was een mooi seizoen hè, weinig saaie races...

Mol: ‘Daar gaan we meteen met mijn paradepaardje: een race is nooit saai. Een race is of spannend, wat betekent dat je tot aan de vlag moet wachten of er nog wat gebeurt, of het is spektakel. Als ik een voetbalwedstrijd kijk, heb ik er grote moeite mee als een commentator tegen mij als kijker zegt dat het een dodelijk saaie wedstrijd is. Dan denk ik: vriend, ik ben jouw klant. Ik zit te kijken en als een wedstrijd het niet levert, moet jij het leveren. Jack en ik moeten in een spannende wedstrijd soms heel hard werken om wat wij zien aan onze kijker, lees: klant, te verkopen. Mensen moeten tussen de anderhalf en twee uur geboeid kijken naar wat ze aangeboden wordt. Hoe de wedstrijd zich ontvouwt, hebben wij niet in de hand. Hoe wij vertalen wat er gebeurt, hebben we wel in de hand. We moeten altijd iets van niets maken. Dat is onze taak. Dat is entertainment.’

Wat jullie doen is entertainment?

Plooij: ‘Ik zal je een voorbeeld geven. In 2005 verschenen tijdens de grand prix van de Verenigde Staten maar zes van de twintig auto’s aan de start (alle teams met Michelin-banden zagen om veiligheidsredenen af van deelname na een crash van Ralf Schumacher tijdens een vrije training, red.). Olav zei: “Sjakie jongen, daar gaan we, we moeten leveren.” En zo was het ook. Het was een van de mooiste wedstrijden die we gemaakt hebben. Ik ben de tribune op gegaan, Olav had hele encyclopedieën erbij gehaald. We moésten leveren.’

Mol: ‘Ik vind het ook vrij heftig als iemand ervoor kiest om op zondagmiddag niet naar opa en oma te gaan, niet naar het voetbalstadion te gaan of om zelf te gaan sporten, maar om naar een Formule 1-race te kijken.’

Heeft Max de verwachting waargemaakt?

Mol: ‘Zeker. Hij heeft een beter jaar gedraaid dan de jaren ervoor. Als die lijn maar blijft stijgen. Het knappe vind ik, is dat hij zegt: “Aan mij mag het nooit liggen.” Dan werken er 55 mensen voor jou op het circuit en nog eens 875 in een fabriek... Dat is nogal wat, hè.’

Plooij: ‘Als ik hem aan het begin van het jaar had gezegd: je wordt derde achter de Mercedessen en voor de Ferrari’s, dan had hij gezegd: “Dat interesseert me niet, ik wil winnen.” Nu zei hij: “Ik ben tevreden, heb het goed gedaan.”’

Jack, als je bij het vierkantje – de plek om coureurs na een race te interviewen –staat met je collega’s uit Duitsland en Engeland, loopt Max dan het eerst naar jou toe?

Plooij: ‘Dat is zo gegroeid, maar het is uiteindelijk ook een afspraak geworden: laten we het zo maar doen. Vorig jaar zaten we vaak in tijdnood, en kregen we Max vaak niet op tijd in de nabeschouwing. Toen is dat zo ontstaan.’

Mol: ‘Het is een beetje een ongeschreven Formule 1-wet. Als Robert Kubica wint, wat niet gaat gebeuren, dan vind ik het heel normaal dat hij eerst naar de Poolse tv gaat.’

Plooij: ‘Maar stel dat Red Bull volgend jaar kampioen wordt, niet Max als coureur, maar zij als team, dan kan ik me voorstellen dat de Engelse zenders het eerste interview krijgen met Max en met teambaas Christian Horner, omdat het een Engels team is.’

Max wordt vaak uitgeroepen tot driver of the day. Vorig seizoen zeven keer; net zo vaak als Charles Leclerc en Sebastian Vettel samen. Lewis Hamilton nul keer. Hoe komt Max zo populair?

Plooij, wijzend naar zijn collega: ‘Dat is zijn schuld. Hij roept: “Laten we lekker gaan stemmen met z’n allen.” Hoppa!’

Mol: ‘Ik weet dat Nederland een hele grote stem hierin heeft. Als Nederlanders zich kunnen laten gelden, dan zullen ze dat doen. Ik kreeg van Formula One Management een keer een papiertje met daarop de stemverdeling over de wereld. Amerika: klein stipje. Engeland: klein stipje. Nederland: mega stip. Om dat te testen, heb ik een keer toen Max was uitgevallen opgeroepen om op Max te stemmen. Niet gewonnen, niet eens gefinisht, maar wel mooi driver of the day geworden...’

Laat ik het zo zeggen: ik heb het donkerbruine vermoeden dat ik enige invloed uit kan uitoefenen op wie driver of the day wordt’ 

Mol

In zijn allerlaatste race werd Nico Hülkenberg uitgeroepen tot driver of the day. Was dat ook het werk van de pollfucker des vaderlands?

Mol: ‘Nou; dat begon met een meisje op social media, maar ik heb inderdaad opgeroepen om Hülkenberg driver of the day te maken. Laat ik het zo zeggen: ik heb het donkerbruine vermoeden dat ik daar wel enige invloed op kan uitoefenen.’

Wat gebeurt er nog meer achter de schermen waar de kijker geen weet van heeft?

Plooij: ‘Met ons vierkoppige team vullen we voorafgaand aan het raceweekend altijd formuliertjes in: wie wint de vrije training op vrijdag, wie wint de kwalificatie op zaterdag en wie wint de race op zondag. Maar we vullen ook in wie er tijdens de race uitvalt. Da’s gewoon gokken. Stel, de cameraman voorspelt dat Pierre Gasly uitvalt, en dat gebeurt, dan horen jullie niet dat Olav de knop indrukt zodat alleen wij het horen: “Gasly is helaas uitgevallen, vuile vieze teringlijer dat je er bent, cameraman!”’

Waar ligt Max’ plafond? Kan hij kampioen worden als hij bij Red Bull blijft en Lewis bij Mercedes?

Plooij: ‘Het kan. Als Red Bull en Honda hun zaken op orde hebben, en in Australië meedoen voor poleposition en voor het podium, dan kan het gewoon gebeuren.’

Mol: ‘Er is maar één reden waarom Red Bull Max Verstappen inschrijft voor het kampioenschap, en dat is omdat ze wereldkampioen willen worden. Bij de drie topteams is die kans er gewoon. In alle realiteit moet je zeggen dat Mercedes het de afgelopen zes jaar het best heeft gedaan van iedereen, maar ze hebben allemaal hetzelfde reglementenboekje. En vergis je niet: Mercedes geeft ongeveer een miljoen per dag uit aan Formule 1, ook als er niet geracet wordt. Maar dit is nou je vierde vraag over Max. Wij zijn niet de woordvoerders van de Max Verstappen-fanclub, hè. Max is niet de reden waarom wij daar zijn. Wij deden dit al lang voordat hij meedeed.’

Op mijn briefje staat nu: Lewis heeft nog nooit in een niet-winnende auto gereden. Hoe goed is Lewis?

Plooij: ‘Hoe goed is Lewis? Heb je zelf weleens gekart? Wat gebeurt er als je uit de kart stapt? Dan voel je je armen. Ik heb Lewis weleens een kartwedstrijd zien winnen met één arm in het gips. Hij reed het hele veld tot stront. Dat mannetje kan echt heel goed rijden.’

Mol: ‘Toen hij wegging bij Mclaren verklaarde iedereen hem voor gek. Dwangbuis. Psychiatrische inrichting. Jij bent niet goed bij je hoofd. Mercedes had op dat moment nog nooit wat gewonnen, maar hij wist wat er in de pijplijn zat. Maar hij heeft niet altijd in een winnende auto gereden, hoor.’

Wat ik bedoel te zeggen: volgens mij is Lewis de enige coureur in de historie van de sport, in elk geval in de moderne geschiedenis ervan, die in alle seizoenen waarin hij deelnam wedstrijden heeft gewonnen.

Mol: ‘Michael Schumacher... Fernando Alonso...’ mompelend: ‘Je hebt het hier over buitencategorie coureurs, hè. Het veld bestaat uit een groep getalenteerde autocoureurs, en er zijn er de afgelopen jaren niet meer dan vijf van de buitencategorie geweest: Schumacher. Lewis. Vettel. Alonso. Max.’

Olav, drie jaar geleden zei je in een interview met Nieuwe Revu dat er maar eens in de 25 jaar een talent van het kaliber Max Verstappen voorbijkomt. En toen was daar ineens Charles Leclerc.

Mol: ‘Ik denk dat Leclerc van een iets ander kaliber is. Het scheelt een fractie. Laten we hopen dat hij ’t de levens van Max en Lewis af en toe moeilijk kan maken, maar hij mist die extreme killersmentaliteit.’

In datzelfde interview zei je dat de grand prix in Zandvoort er nooit gaat komen. Blij dat die voorspelling niet is uitgekomen?

Mol: ‘Laten we reëel zijn: het is echt een mirakel, mede mogelijk gemaakt door de fans, die over de hele wereld in groten getale opduiken. Bij Formula One Management denken ze: Nederlandse fans stappen in de auto en rijden 900 kilometer naar Oostenrijk om met z’n allen op een oranje tribune te gaan zitten, waarom hebben ze niks in de buurt? De fans hebben het meer afgedwongen dan ze het zelf realiseren.’

Wat kunnen we van de grote prijs van Nederland verwachten?

Mol: ‘Ze gaan er een mega Formule 1-festival neerzetten. Ze willen Zandvoort gebruiken om te kijken wat er gebeurt als je niet alleen denkt aan een race op zondag, maar aan live evenementen op donderdag tot en met zondag en alles wat daar omheen kan gebeuren, ook op het strand.’

Plooij: ‘En ze hadden hun financiën goed op orde. Er was een goed plan, dichtgetimmerd door een aantal zakenmensen. Echt hulde aan de gasten die het gefikst hebben, knap. Ik hoop dat als we op het podium het Wilhelmus voor Max krijgen, de man met de baard de beker uit komt reiken. Dan ga ik hem ook interviewen. “Majesteit, kom eens effe hier. Kijk je weleens Formule 1 in je badjas? Sorry, úw badjas...”’

Gaan jullie met de fiets naar het circuit?

Plooij: ‘Ik woon in Noordwijk, dus ik ga met de scooter.’

Mol: ‘Ik hoop dat we toestemming krijgen om in Noordwijk het strand op te rijden en er in Zandvoort af te rijden, met onze Dakar-auto.’

Plooij: ‘Als dat lukt, ga ik lekker mee.’

Mol: ‘Nederland krijgt trouwens wel een unicum: er gaan zoveel mensen met de fiets naar het circuit, zodat we de eerste fietsfile gaan krijgen. Mark my words: fietsfile wordt het woord van het jaar.’

Volgend jaar gaat het gebeuren. Max kan wereldkampioen worden met Red Bull en Honda, en het zou geweldig zijn

Plooij

Jack noemde zichzelf vorig jaar in een interview in Nieuwe Revu ‘een fan met een microfoon’. Geen fan van een bepaalde coureur, maar van de sport. Ben jij dat ook, Olav?

Mol: ‘Ik mag het me niet toe-eigenen, maar het is echt mijn spelletje. Er is niks van mij bij, maar ik benader het wel zo. Voor Jack zit daar nog twee dagen in de week wat tandheelkunde tussen, maar voor mij is het 100 procent mijn vak (Plooij heeft daarnaast een praktijk voor implantologie, red). Ik denk dat elke goede commentator de sport zelf op een bepaald niveau beoefend heeft, zoals ik, of echt een liefhebber is van de sport. Als je dat niet bent, dan kun je ook niet het goede en het slechte van de sport duiden. En Jack is meer de connectie tussen de sport en de fans.’

Plooij: ‘Ik stond vroeger al op de kartbaan met ze, en ik kan je zeggen: het zijn hele normale mensen. Moet je voorstellen dat je met papa Hamilton naast de kartbaan met zo’n rotbekertje koffie staat te lullen over voetbal. Later blijken dat dan ineens ouders van de sterren van de Formule 1. Nu kom ik ze nog steeds tegen, en dan lullen we nog steeds over voetbal. Het enige verschil is dat we nu koffie uit een heel duur kopje drinken.’

Mol: ‘Misschien nog even ter verduidelijking: ik ben nooit fan geweest van een coureur, ik ben fan van acties. Als een coureur een onmogelijke uitremactie probeert, daar geniet ik van. De momenten. En nieuwe winnaars, dat is belangrijk. Zoals de eerste overwinning van Leclerc dit jaar, want dat geeft aan dat de sport in beweging is. Ik heb jaren meegemaakt dat er maar drie coureurs meereden die ooit een grand prix hadden gewonnen.’

Wie wordt de volgende nieuwe grand prix-winnaar? Carlos Sainz?

Beiden: ‘Lando Norris!’

Mol: ‘Maar effe reëel: dan hebben wij wel een hele toffe dag. Want dat betekent dat de Mercedessen, Ferrari’s en Red Bulls uitvallen of andere problemen hebben, en dat Norris, of Sainz, denkt: ik rij gewoon door en ik zie wel.’

Zo heeft Max ook zijn eerste race gewonnen: de Mercedessen vielen uit en Max bleef de Ferrari’s voor. Zoiets red je niet zonder het misfortuin van anderen.

Mol: ‘Dat vind ik wat te kort door de bocht. Het gebeurde in de eerste ronde, en toen moest hij nog maar wel even ene Kimi Räikkönen van Ferrari van z’n reet houden. Iemand als Norris moet het hebben van wedstrijden waarin het geëffende pad tijdens de race verlegd wordt. Maar ik zie 2020 niet zo snel een nieuwe winnaar krijgen, tenzij we een idiote race hebben. Dat het gaat sneeuwen in Zandvoort en de race wordt stilgelegd, zoiets. Anders moeten we wachten tot 2021, als de nieuwe reglementen er zijn.’

Na volgend seizoen loopt een aantal contracten van topcoureurs af. Voorspelling voor 2021: Lewis naar Ferrari, Max naar Mercedes en Vettel naar Red Bull?

Mol: ‘Jij schetst die situatie, maar laat mij dan een andere schetsen. 2020: Max wordt kampioen met Red Bull. Waarom zou hij dan in 2021 weggaan? Lewis zal alleen weggaan bij Mercedes om het trucje te doen, zoals hij eerder deed toen hij wegging bij Mclaren. Als Ferrari volgend jaar geen kampioen wordt, dan denkt Lewis: dan doe ik het zelf wel. Dan wordt ie kampioen, dan flikt ie wat Alonso en Vettel niet gelukt is. Als hij in z’n eerste jaar kampioen wordt, stopt ie ook meteen met racen. Done it, dikke vink. Als je achter de Twitter-diarree aanwandelt, zo van: Max moet daarnaartoe... Stel, dat doe je en hij gaat naar Mercedes, en het team heeft net een dippie. Red Bull niet, en hij wordt bij Mercedes ingehaald door zijn oude Red Bull. Goeie keus, joh! Vraag maar aan Alonso hoe dat werkt. Raymond Vermeulen, de manager van Max, hoopt vanuit de grond van zijn hart dat Max komend jaar kampioen wordt, want dat maakt de keus veel makkelijker. Dan hoeft hij niemand meer te bellen, hè. Hij zet zijn telefoon aan en mensen bellen hem. Als dat gebeurt, dan zitten ze in een gouden schuit. Red Bull en Honda hebben aan het begin van hun samenwerking gezegd: 2019 is een connectiejaar, in 2020 moet het gebeuren.’

Plooij: ‘Teambaas Helmut Marko riep aan het begin van het afgelopen seizoen dat ze vijf zeges zouden behalen. Dat werden er drie, maar ze waren er dichtbij. Volgend jaar gaat het gebeuren. Dan kan Max wereldkampioen worden met Red Bull en Honda, en het zou geweldig zijn.’

Olav, jij bent sinds 1991 commentator, Jack jij vanaf 2001 de vaste pit-reporter. Hoelang gaan jullie nog door?

Mol: ‘Ik denk dat ik er na de grand prix van Zandvoort gewoon mee ophoud, haha!’

Plooij: ‘Ik durf te zeggen: ik ga door zolang Max meegaat.’

Mol: ‘Nee joh, daar hang ik mezelf echt niet aan op.’

Plooij: ‘Jaartje of zeven, acht?’

Als Max volgend jaar kampioen wordt, wil je dan niet op het hoogtepunt stoppen? Johee, johoo, klaar met de show?

Mol: ‘Ja, ik snap dat Max heel belangrijk is voor het wereldkampioenschap en voor de Nederlandse fans, maar voor mij persoonlijk is Max een onderdeel van het WK. Een belangrijk onderdeel, maar niet het belangrijkste. Als hem morgen iets overkomt waardoor hij niet kan rijden, dan gaan wij door. En wat zou ik moeten doen? Ik zie mezelf niet zo gauw in een studio zitten. Dan zou ik eerder bij Formula One Management gaan werken, daar valt op tv-gebied nog wel wat te halen.’

Wie moet jullie opvolgen?

Mol: ‘Het klinkt een beetje flauw om over jezelf te zeggen, maar het zijn grote schoenen om te vullen. Kijk, er zijn jongetjes die aan me vragen hoe je Formule 1-commentator wordt. Dat kan ik ze niet vertellen. Het bubbelt naar boven, je rolt erin. Als het op je pad komt, moet je dat herkennen. En je moet het commitment aangaan. Er zijn mensen die het werk dat wij hebben romantiseren. Hebben wij het mooiste werk van de wereld? Ja. Maar het valt niet altijd mee. Je moet ook wel eens thuis weg als er shit of gedoe is. Het perfecte scenario is dat er jongetjes zijn die wat vinden van de Formule 1, en die de beschikking hebben over dingen die wij vroeger niet hadden, zoals social media of een Youtube-kanaal, en daar hun visie op de sport geven. Eerst op de kartbaan of met e-sports, dan is wat mij betreft de volgende stap dat zo iemand meegaat naar de circuits om wedstrijden in de Formules 2 en 3 te doen.’

Geen last van vliegschaamte?

Plooij: ‘Ah joh, flikker nou toch op, man! Wat een bullshit, zeg. Hoe moet ik er anders komen dan? Met de fiets?’

Mol: ‘Iets genuanceerder: het WK is een officieel toernooi dat door de Fédération Internationale de l’Automobile wordt georganiseerd. Het wordt zelfs weleens in landen georganiseerd waarvan je denkt: moet je daar wel willen zijn? Maar goed, zij organiseren het daar, Ziggo heeft de rechten, wij werken voor Ziggo en ja, weet je: I go where the music takes me.’ 

NIEUWE REVU ­ONTMOET OLAV MOL EN JACK PLOOIJ

Waar? In de mooiste stad van Nederland. Wanneer? Medio december. En? De journalist van dienst is opgegroeid met Olav Mol op de buis, en het leek alsof hij de commentator al jaren persoonlijk kent. Vergeef hem het tutoyeren, alstublieft. Bonusvraag: wie is de beste aller tijden? Mol: Schumacher heeft op dit moment de grootste status van iedereen, maar Lewis is hard op weg om wat brokken van het voetstuk af te slaan. Daar heb ik diep respect voor. Maar Senna was de meest authentieke. Die had een persoonlijkheid, ongelofelijk.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct