Premium

'Ik blijf bij mijn mensen'

Hij droomde van ‘het nieuwe Syrië’ en leek ‘altijd hoop te houden dat het beter zou worden’.

Kaart Syrië

Pater Frans was in Homs ‘een hoeder voor mensen van alle religies’. Franciscus van Assisi en Jezus van Nazareth werden zijn grote voorbeelden. Tot de jezuïet vijf jaar geleden in de tuin van zijn klooster vermoord werd. ‘Als alle christenen weg zijn dan ben ik hier gewoon voor de moslims.’

Amsterdam, 6 april 2019. De deuren van de Doopsgezinde Kerk gaan om 13.00 uur open. Genodigden mogen thee of koffie pakken en ze kunnen Syrische taartjes en koekjes eten. Op straat roken toeristen hasj en ze zwaaien vanuit rondvaartboten naar chagrijnige Amster­dam­mers.

Syriërs en Nederlanders staan in de rij om binnen te komen. Zonlicht schijnt door boogramen. Aan het plafond hangen kroonluchters. Op stoeltjes ligt het dagprogramma. Voor de kansel staat een grote foto van Pater Frans en de tekst: ‘Ein menschen des Friedens’, een mens van vrede. Jan van der Lugt, broer van het slachtoffer, moet veel handen schudden. Hij zegt: ‘Hij zal bij de mensen blijven voortbestaan.’

Om 14.15 uur zijn alle stoeltjes in de kerk bezet.

Oud-ING-baas Godfried van der Lugt zit schuin achter zijn oudste broer Jan op de tweede rij. Op zijn schoot ligt het boekje van Pater Frans. Vijf jaar later. Daar bladert hij doorheen als de ceremonie iets te saai wordt.

Een man fluistert: ‘Het is tijd.’ Jan Stuyt, secretaris van de Nederlandse en Vlaamse jezuïeten, loopt naar voren met een microfoon. De herdenkingsdienst voor Frans van der Lugt, op 7 april 2014 vermoord in Homs, gaat beginnen.

Jezus beschermt ons

Homs, Syrië, 2011/2012. Er zat een jezuïet achter een computer. Pater Frans woonde in een klooster in de Oude Stad. Hij schreef een stuk voor het tijdschrift Streven over de politiek en zijn dagelijkse overlevingsstrijd. De oorlog was in 2011 uitgebroken. Vijanden van president Assad wilden de macht overnemen. Straten in de Oude Stad werden afgezet. Bewoners mochten soms hun huizen niet meer in. Na drie dagen greep het leger van Assad in. Pater Frans vond dat een goede zaak. Het gewone leven kon ‘min of meer zijn loop hervatten’, schreef hij in zijn stuk. Het duurde alleen niet lang omdat de rebellen bleven vechten. Assads leger probeerde ze opnieuw te verjagen. Dat mislukte en de rebellen leken Homs in handen te krijgen. De regering had volgens pater Frans ‘hier niets meer te vertellen’ en de achterblijvers in de Oude Stad ‘vormden een staat binnen de staat met eigen grenzen’.

In februari 2012 kregen de christenen het steeds moeilijker in Homs. Families trokken weg en ‘nogal wat huizen kwamen zo bloot te staan aan vandalistische operaties, zoals plunderingen en diefstal’. Het leger van Assad belegerde de Oude Stad. Huizen hadden geen dak meer, er werden vijf kerken verwoest. De meeste rebellen hadden zich verscholen in de kelders van de christenen en bleven ongedeerd.

In juni 2012 was zijn wijk ‘één groot slagveld geworden’, schreef hij in Streven. Pater Frans schatte in dat er nog zo’n duizend christenen in en om Homs woonden. Vooral de oudere mensen durfden niet te vluchten. Ze zeiden: ‘We kunnen er niets aan doen. We leven onder Gods oog. Hij zij geloofd.’ Anderen zeiden: ‘Jezus beschermt ons.’

Er ontstond een gebrek aan medicijnen en voedsel. Bommen raakten het kloosterdak. Pater Frans werd zo nu en dan in elkaar geslagen door rovers. De waterleiding en de telefoonaansluiting deden het niet meer. De elektriciteit viel uit. Moeders konden hun baby’s niet meer voeden omdat ze zelf te zwak waren. Pater Frans en zijn mensen zochten buiten de Oude Stad naar melk. Soms vonden ze iets en ze mixten het met water. De maanden erna bleef het stil rond Pater Frans. Was hij de hongerdood gestorven, vermoord of ontvoerd? Niemand sloot dat uit. Zijn broers hielden daar zelfs rekening mee.

MIJN NAAM IS PATER FRANS. IK SPREEK TOT JULLIE VANUIT DE OUDE EN BELEGERDE STAD HOMS. EEN VAN ONZE GROOTSTE PROBLEMEN IS DE HONGER. ER IS GEEN ETEN

Een soort oase

Ravenstein, Noord-Brabant, 26 februari 2019. Op een boom bij het Stationspad staat: ‘Pas op!!! Ezels kunnen bijten!!!’ Aan de overkant ligt het klooster Soeterbeeck. Een van de bewoners heet Jan Peters. Hij is jezuïet en studeerde met Frans van der Lugt. Peters noemt hem een ‘erg vrije en spontane man’. Dat bleef zo toen Van der Lugt in de jaren 60 voor het eerst naar het Nabije Oosten reisde. Peters zat in Libanon, Van der Lugt in Syrië. Libanon was volgens Peters hard en erg kapitalistisch, Syrië was juist toegankelijk en open. Het politieke systeem was misschien niet zo prettig en je moest altijd uitkijken dat de geheime dienst geen microfoons had geplaatst. Maar de gemiddelde christen had in Syrië ‘duidelijk een beter leven’.

Peters bezocht zijn medebroeder Pater Frans in 2004. Er leefden toen nog tienduizenden christenen in Homs en er stonden tien kerken waar de christenen zonder gevaar naar toe konden. Peters logeerde een tijdje in Pater Frans’ klooster. Het had een verdieping met vier logeerkamers en een kapel. Er woonden vier jezuïeten die les in de omgeving gaven. De binnentuin van het klooster was ‘een soort oase’. Later is die ‘een beetje verwilderd en verwaarloosd, zoals heel Homs steeds meer werd verwaarloosd’.

Pater Frans is per foto aanwezig op de herdenkingsdienst in Amsterdam.

Pater Frans hield zich ‘enorm bezig met de toekomst’, zegt Peters. Hij gebruikte vaak de term ‘het nieuwe Syrië’ en hij leek ‘altijd hoop te houden dat het beter zou worden’. Ook Frans had ‘veel last van de clanvorming, maar hij probeerde de mensen zover te krijgen dat ze over grenzen zouden kunnen stappen’. Daarom begon hij projecten waarin orthodoxe christenen, katholieken en moslims moesten samenwerken. Pater Frans zag de onderlinge verdeeldheid en werd volgens Peters ‘een hoeder voor mensen van alle religies’. Er moesten ‘rigoureuze dingen gebeuren om dat nieuwe Syrië voor elkaar te krijgen en daar bleef hij tot op het laatst voor strijden’.

We willen niet dood

Homs, januari 2014. De beelden op het filmpje zijn vaag en schokkerig. Pater Frans zit op een krukje achter een lange tafel. Hij draagt een dikke groene jas en een donkere sjaal. Hij heeft witte haren die door natuurlijke selectie steeds dunner zijn geworden. Om hem heen staan bordjes met Arabische teksten. Hij zegt in het Arabisch: ‘Mijn naam is Pater Frans. Ik spreek tot jullie vanuit de oude en belegerde stad Homs. Een van onze grootste problemen is de honger. Er is geen eten. Niets is erger dan mensen op de straat te zien die iets te eten zoeken voor hun kinderen.’

De filmer vraagt in het Arabisch: ‘Denkt u dat de wereld iets gaat doen of blijft iedereen toekijken terwijl wij doodgaan?’ Pater Frans tikt op zijn borst en zegt: ‘Dat is onmogelijk. Het is onmogelijk dat wij lijden en de wereld niets doet. Niet alleen de wereld moet in actie komen, maar wij ook. Anders gaan we dood. We willen niet sterven door dood en honger. Wij houden van het leven. We willen niet dood. We willen niet van pijn en honger sterven. Dank.

Het filmpje verscheen op Youtube en maakte een beroemdheid van Pater Frans. Volgens zijn familieleden verhoogde dit de kans dat hem iets zou worden aangedaan.

Zat als een kanon

Amsterdam, mei 1971. Franciscus ‘Frans’ van der Lugt, 33 jaar, stond in de St. Lucas-kerk in het stadsdeel Osdorp voor zijn priesterwijding. Zijn vader Godefridus was er ook. Hij had een topfunctie bij de Nederlandsche Credietbank en het leek logisch dat zijn zoon in zijn voetsporen zou treden. Frans had vriendinnen, zoop soms en ging naar feestjes. Vrienden schreven in een lied ter ere van zijn inwijding dat Frans ‘als knaap meer in hockey dan in studie was bedreven’ en ze zongen: ‘Soms dacht zijn vader, de bankier / Wie weet trekt hem het bankpapier / Maar Frans, allergisch voor de kluis / verkoos het lieve leven.’ De ommekeer kwam rond zijn twintigste. Volgens een van zijn broers was hij bij zijn intreding zo teut dat hij van de magister eerst zijn roes moest uitslapen. Zijn vrienden noemden het ‘zat als een kanon’. Hij wendde zich af van wereldse verleidingen en wees het kapitalisme af. Zijn broers en vader droegen pakken met vlinderdasjes of stropdassen en dure leren schoenen. Frans liep meestal in een oude trui en licht versleten spijkerbroek. Zijn ouders stuurden hem bij speciale gelegenheden naar een modewinkel om op hun kosten een pak te laten kopen. Frans nam het geld aan en hij kocht een jasje en een pantalon dat hij weggaf of in zijn kast liet hangen.

Franciscus van Assisi en Jezus van Nazareth werden zijn grote voorbeelden. De eerste leefde in zelfverkozen armoede, want er waren belangrijkere zaken dan geld. Jezus leed, maar bleef toch liefhebben. Dat wilde Frans ook, want ‘doordat Jezus met lege handen leefde, was er altijd plaats in zijn leven voor zijn Vader en Jan en alleman’.

Frans maakte het uit met zijn vriendin en reisde in 1964 naar Libanon en Syrië om Arabisch te leren. Aan het begin van de jaren 70 keerde hij tijdelijk terug naar Nederland om priester te worden en in zijn eerste mis in Den Haag zei hij dat geloven ‘de mens eenvoudig maakt’, want ‘wie zelf niet het centrum van het leven wil zijn, heeft plaats voor anderen’.

Homs lag veelvuldig onder vuur tijdens de burgeroorlog in Syrië.

Frans leerde ons ademen

Keulen, 12 april 2019. Mohammed, Yara, Rabee, Ali, Ebrahim en Thefatal en andere Van der Lugtvereerders hebben zich verzameld bij het meisjesgymnasium aan de Kaiserstrasse voor wat ongetwijfeld opnieuw een zware ‘Frans- Hike’ zal worden. Sommige deelnemers schudden zich los, zalfjes worden op benen gewreven. Iedereen weet dat er drie dagen stevig zal worden doorgelopen. Dat zou Frans van der Lugt zo hebben gewild.

Meerdere deelnemers hebben ‘Abuna Francis’ (Leidsman Francis), zoals hij in Homs werd genoemd, nog gekend. Een van hen heet Rabee Khuzam. Hij groeide op als wees en zwierf als kind door Homs toen er een oude witte man voorbij fietste. Hij stopte en bood Rabee onderdak aan. Abuna Francis had net een plek opgezet die hij ‘Al Ard’ noemde. Hij kreeg geld van zijn familie en kocht vijftig hectare grond. Hij liet een bid- en meditatieruimte en een werkplaats bouwen. Zijn medewerkers en hij verbouwden voedsel en wijn en Pater Frans ving rond de vijftig gehandicapte kinderen op. Moslims sportten tegen christenen om de Syrische samenleving toleranter te maken en er was een motel waar Pater Frans veertig gasten kon ontvangen.

Khuzam werd Van der Lugts medewerker in Al Ard. Later organiseerden ze samen de masirs (wandeltochten). Na de moord kreeg Rabee het idee de interreligieuze visie van zijn leermeester in Europa te verspreiden door wandeltochten onder de naam Frans-Hike te organiseren. Aan de eerste editie in Berlijn, in 2015, deden meer dan tweehonderd Syriërs uit de diaspora mee. Ze wandelden door Duitsland en zo leerden de immigranten meteen de natuur en mensen van hun nieuwe land kennen. De deelnemers werden zo nu en dan uitgescholden voor terroristen en er ontstonden bedreigende situaties. De vreemdelingen maakten duidelijk in vrede te komen en na een Pater Frans-achtig gesprek werden brisante situaties opgelost.

Een van de andere organisatoren van de Frans- Hike is Yara Khalil. Abuna Francis was volgens haar niet te vergelijken met de andere geestelijken. Hij sprak Arabisch met een plat Homs-accent. Hij deed vaak zijn priesterboord af en citeerde Kant, Descartes, Dostojevski en Heidegger. Hij leek soms eerder spiritueel dan religieus en doceerde yoga en zen. Een van de deelnemers aan zijn sessies zou later zeggen: ‘Frans leerde ons ademen. Wij Syriërs zijn een volk dat soms te snel ademt.’

Menselijkheid bieden

Abuna Francis wandelde of fietste door de Oude Stad. Soms reed hij naar Damascus of andere steden in zijn witte Volkswagenbusje uit 1976. Hij organiseerde masirs. De moslims en de christenen leken wel bang voor elkaar. Abuna Francis wilde daar verandering in brengen. Volgens Yara Khalil, die via Aleppo en Istanboel naar Berlijn vluchtte, spraken de meeste moslims en christenen tot die tijd zelden of nooit met elkaar. Door die tochten ontstonden er vriendschappen en zelfs huwelijken.

De deelnemers aan zijn masirs moesten zich fysiek en geestelijk uitputten. Alleen zo konden ze de ‘spiritualiteit in hun eigen hart en het contact met hun tochtgenoten vinden’, zei Van der Lugt. Op de zwaarste momenten voelde je volgens hem de meeste solidariteit.

Khalil deed vorig jaar voor het eerst aan de Frans-Hike mee. De start was bij Den Bosch en de finish lag in Nijmegen, de stad waar Pater Frans een groot deel van zijn opleiding heeft gehad. Terugkijkend zegt ze: ‘Zoveel mensen, zoveel verschillende religies en politieke overtuigingen. Toch konden de deelnemers het ongeacht hun achtergrond uitstekend met elkaar vinden. Dat was overweldigend.’ Khalil beschrijft Abuna Francis als ‘iemand die wist hoe wreed de wereld was en menselijkheid wilde bieden door te luisteren’. Tijdens de masirs ontstond er tijdelijk een idyllisch Syrië en dat zal ook bij deze editie om Abuna Francis te eren moeten gebeuren. De deelnemers zullen slapen in stallen of op de grond en er zullen Duitse en Syrische specialiteiten worden gegeten. Moslims, protestanten, katholieken en atheïsten zullen hun wc’s ter beschikking stellen en er zal worden gedanst en geleden. Er zullen vriendschappen ontstaan en er zal geregeld worden gezongen: ‘Salaam (vrede) voor het Syrische volk, waar de mensen zich ook bevinden.’

Pater Frans had een luisterend oor voor iedereen.

Wetteloze jungle

Homs, februari 2014. Er kwam een staakt-het-vuren. Volgens een journalist was dat voor een deel aan Pater Frans te danken. Voor het eerst in lange tijd werden er kleine hoeveelheden voedsel en geneesmiddelen naar Homs geïmporteerd. Hij mocht de Oude Stad verlaten, maar wilde per se blijven. ‘Typisch Frans,’ zeiden de mensen die hem kenden. Ze hadden allang niet meer de illusie dat hij in oorlogstijd naar Nederland zou komen. Hij zei eens: ‘Als alle christenen weg zijn dan ben ik hier gewoon voor de moslims.’

Er waren nog maar 24 christenen over in Homs en zo’n vijftienhonderd moslims, vertelde hij twee journalisten van The Telegraph in een Skypeinterview. Hij kreeg elke week vier kilo bloem van lokale moslims. Die gebruikte hij om gehandicapten, zieken of mentaal zwakkeren te helpen. De meeste mensen in de Oude Stad aten vooral olijven en tijm. Pater Frans voedde ze bij waar dat kon.

De overgebleven christenen waren redelijk veilig, dacht Pater Frans. De rebellen wilden niet dat ze de Oude Stad zouden verlaten. Dan zouden de soldaten van Assad dit deel van Homs helemáál plat bombarderen. Na een paar maanden werd de situatie toch weer slechter. Water en elektriciteit waren afgesloten en hij leefde op rijst en gortepap. In The Telegraph noemde hij Homs een ‘wetteloze jungle’. Honger maakte de mensen krankzinnig. Hij was ook psychotherapeut en luisterde naar verhalen over bommen, nachtmerries en dode mensen. Hij ontving soennieten, christenen en alawieten in zijn klooster die paniekaanvallen, paranoia of schizofrenie hadden. Pater Frans noemde hen ‘de kwetsbaren’.

NEE, IK BLIJF BIJ MIJN MENSEN. DIE MENSEN VERKEREN IN NOOD. IK BEN DE HERDER VAN MIJN SCHAPEN

Hij bracht Bijbels, Korans, oude handschriften, relikwieën en plaatjes van iconen onder in zijn klooster. Telefoontjes naar zijn geboorteland werden zeldzaam. In uitzonderlijke gevallen lukte het hem toch naar huis te bellen. Broer Jan en andere familieleden vroegen meerdere keren of hij terug wilde komen. Frans zei: ‘Nee, ik blijf bij mijn mensen. Die mensen verkeren in nood. Ik ben de herder van mijn schapen.’

Pater Frans bij zijn onderkomen in Homs.

Toonbeeld van moraliteit

Amsterdam, 8 april 2019. Uit boxen van de Doopsgezinde Kerk klinkt Syrische sitarmuziek. Op het grote scherm verschijnen Pater Frans-foto’s. Hij wordt steeds ouder en praat met christenkinderen en zwaar bebaarde imams. In een Engelstalige speech wordt Pater Frans een ‘icon of perseverance’ (icoon van volharding) genoemd. Hij had uit Homs kunnen vluchten, maar bleef ‘out of love’. De volgende spreker is een Nederlandse vrouw die drie dichtbundels van Pater Frans uit het Arabisch heeft vertaald. Cilia ter Horst noemt Pater Frans ‘een wereldwijd toonbeeld van moraliteit die lief had tot het einde aan toe’. Ze overhandigt het eerste exemplaar aan een Syrische vriendin genaamd Salaam die ‘na een onwaarschijnlijk spannende overtocht’ in Europa arriveerde en daarna ‘de onmogelijke taak had de taal te leren en werk te vinden, terwijl geliefden stierven’. Cilia ter Horst omhelst Salaam en huilt.Een cameraploeg van de KRO filmt alles.

Politieke daad

Homs, 7 april 2014. Het was vroeg in de ochtend. Het was een maandag. Er stond een man voor het hek. Een christelijke vrouw die nog in het klooster woonde, ging naar hem toe om te vragen of ze iets voor hem kon doen. Hij had een pistool bij zich en drong door tot in het klooster. Hij greep Pater Frans. Hij sleepte hem mee naar de binnentuin en zette hem op een stoel. Pater Frans keek hem aan en zei: ‘My brother.’ De broer schoot de oude man twee kogels door zijn hoofd.

Zijn lichaam werd gewassen. Christenen en moslims kleedden hem in zijn jurk waarin hij preken hield. Zijn hoofd werd bedekt met witte lakens. Hij werd begraven in de kloostertuin. Bijna alle inwoners uit de Oude Stad bewezen hem de laatste eer en er waren ook rebellencommandanten aanwezig.

De paus eerde ‘mijn Nederlandse jezuïtische medebroeder, Frans van der Lugt’. Ban Ki-moon, secretaris generaal van de Verenigde Naties, veroordeelde de moord. Volgens Jan van der Lugt was Frans een paar weken eerder al ontvoerd. Hij had zich los geworsteld en raakte alleen gewond. Op 7 april was ‘diezelfde kerel teruggekomen’. Zijn assistente in het klooster herkende de schutter aan zijn schoenen en zijn broek.

ER STOND EEN VREEMDELING, DAT ZAG IK. HAD HIJ ETEN? WIE WAS DEZE MAN? WAAR KWAM HIJ INEENS VANDAAN? BOEM. HIJ SCHOOT. HET GING HEEL SNEL

De dader is nooit gepakt. Niemand weet wie hij was of tot welke beweging hij behoorde. Het klooster werd niet geplunderd. Daarom was het hoogstwaarschijnlijk een politieke daad. Geen groepering eiste de verantwoordelijkheid op en dat is nog steeds niet gebeurd.

Martelaar

Amsterdam, 8 april 2019. Twee Duitsers houden een langdradige presentatie over het Abuna-Frans-Haus dat ze in het plaatsje Essen hebben opgezet. Twee Syrische vluchtelingen vertellen over hun ervaringen met Abuna Francis. Twee oude dames verkopen merchandising bij de ingang. De postuum uitgekomen dichtbundel van F. van der Lugt Wie Ben Jij, O Liefde kost 20 euro. Een boekje met Pater Frans-poëzie in het Arabisch is vandaag te koop voor 2,99 euro.

Hij moet blijven voortleven en dat kan door zijn zinnen en ideeën. Daarom hebben medebroeders en volgelingen nu ook een animatiefilmpje laten maken dat een paar dagen na de herdenkingsdienst te zien zal zijn op de pas gelanceerde website www.fransvanderlugt.org. Pater Frans is vaardig nagetekend en hij zegt dingen als: ‘Er stond een vreemdeling, dat zag ik. Duizelig van de honger stak ik mijn hand naar hem uit. Had hij eten? Wie was deze man? Waar kwam hij ineens vandaan? Boem. Hij schoot. Het ging heel snel.’

De volgende stap zal misschien wel zijn dat Pater Frans heilig wordt verklaard. Er zullen dan nóg meer mensen naar zijn graf komen en zijn laatste rustplaats wordt nu al vaak bezocht. Vier jezuïeten proberen Pater Frans’ werk momenteel voorzichtig voort te zetten en wonen in het klooster. Het hek staat overdag open en er komen dagelijks tientallen Pater Frans-vereerders binnen. Ze leggen bloemen op zijn graf en ze rouwen om een man die volgens bijna alle aanwezigen op de herdenkingsdienst een martelaar is.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • ANP, Getty Images, HH, Reuters, iStock