Het refereert aan alles waar we van houden: aan superhelden, aan games, aan complexekaartspellen. Aan kasten vol met action figures, een bezoek aan eencomic con en aan dobbelstenen met twintig vlakken. Maar hoe herken je er een in het wild, of in zijn natuurlijke habitat? Dat lees je in ons boek Nerds! dat deze week verschijnt.
Om de nerd in het wild te spotten, moet je best veel geluk hebben. Net als de miereneter van Artis, zit ook de nerd graag binnen. Een nerd gedijt natuurlijk bijzonder goed in bioscopen, arcadehallen en op comic cons. Maar zijn belangrijkste domein is zijn huis. In het huis van de nerd is alles meestal zo ingericht dat niets zijn liefhebberijen in de weg staat. Er zijn mannen die na jarenlang zeuren eindelijk, ergens heel diep weggestopt in het huis, een mancave mogen bouwen, met een grote tv voor het voetbal en een heel klein koelkastje voor het bier. De nerd lacht daarom. Het hele huis van de nerd is één grote nerdcave.
Ruzies tussen nerds zullen er voor een niet-nerd uitzien als een gevecht tussen twee hele kleine hondjes. Dat je denkt: waar maak je je nou zo druk om?
Is hij een comic-nerd, dan woont hij in een soort magazijn. Zijn huis is een doolhof van stapels kartonnen dozen gevuld met alle comics die hij ooit gekocht heeft. Staat het huis vol met grote tafels, dan weet je dat je in het huis van een Warhammer-nerd bent. Op elke tafel staan zelfgebouwde fantasylandschappen waar elfen- en dwergenminiatuurtjes een hevige strijd uitvechten. De enige tafel zonder landschap is bezaaid met potjes verf, knutselgereedschap en glazen water met kwasten erin. Aan welke tafel deze nerd zijn ontbijt naar binnen werkt, is vooralsnog onduidelijk.
Het huis van een pc-gamer heeft om te beginnen minstens vijf schermen, hangend boven een speciaal bureau met daarnaast een ingebouwde colatap. Hij zit zeer comfortabel in zijn game-stoel, met draadloze speakers, een touchscreen en een stuurtje. De muis, het toetsenbord, de behuizing: elk apparaat heeft een soort neonachtige gloed. Omdat dat cool is, maar ook zodat je ze in het donker kunt blijven zien (want gamen doe je het liefst in het donker).
Zo’n gamewoning oogt voor de ‘normale’ mens niet heel gezellig. In een donker hok, waar één grote stoel staat, is natuurlijk geen ruimte voor visite. En dat klopt ook wel, als wij zitten te gamen, hebben we ook totaal geen behoefte aan mensen die even komen buurten. Tenzij het een andere nerd is, met wie we samen kunnen gamen, maar de rest komt er niet in! Er zijn echter ook genoeg nerdhuizen die zo zijn ingericht dat er behoorlijk wat visite in past.
Klein museum
De nerd die graag bordspellen speelt, heeft een hele grote tafel nodig, waar twee tot acht spelers aan kunnen zitten. Boven op zijn boekenkast, gestapeld tot aan het plafond, staat een enorme collectie bordspellen. Als je er eentje tussenuit trekt, vallen ze allemaal. Daarnaast zijn er ook legio nerds die verzamelen. Bij hen thuis tref je veel vitrines aan tjokvol Ghostbusters-lego, Super Mario-knuffels en The Walking Dead-action figures. De muren waar geen vitrinekasten tegenaan staan, hangen vol met filmposters. Natuurlijk trekken sommige nerds zich terug in hun huis, waar ze geen contact willen hebben met de buitenwereld, om lekker ongestoord te kunnen gamen, lezen of schilderen. Maar zijn liefde voor action figures en filmmemorabilia kan er ook juist voor zorgen dat zijn huis een klein museum is, waar andere nerds komen kijken.
Hoe dan ook heeft de nerd, als hij zijn huis inricht, een duidelijk plan in zijn hoofd. Zijn hobby is hierin leidend. Of hij nou trots zijn spullen wil tonen of zichzelf van alle gemakken wil voorzien. Als een normaal mens voor het eerst een eigen huis heeft, richt hij het ongeveer in zoals de maatschappij dat van hem verlangt. Waar een gewoon iemand trots is als hij een inloopkast heeft, is een nerd trots als hij één kamer helemaal vol met zijn mooi uitgestalde verzamelingen heeft staan. Daarom lacht een nerd een beetje om een klein koelkastje met bier... want wat als je trek krijgt?
Moet je alsnog naar de keuken.
Al vanaf de eerste dag dat de nerd op zichzelf gaat wonen, denkt ie: zo, en nu doe ik het lekker op mijn manier. Wie houdt me tegen als ik een kastje bij de bank wil, uitsluitend voor Doritos, met een la voor alle dipsauzen?! En geef hem eens ongelijk.
Die ene zonder vrienden
Heb je de nerd inmiddels gespot? Kijk, daar zit er een! Daar, hij is nauwelijks zichtbaar, maar in het licht van zijn beeldschermen zie je nét zijn contouren. En daar nog een! Door zijn goed verlichte vitrinekasten is dit exemplaar een stuk beter te zien. Maar wat is dat? Zien we daar een groep nerds? Kijk, daar op dat feestje klitten ze bij elkaar. Hoor je dat? Ze communiceren in een taal die alleen zij begrijpen. Dacht je eigenlijk dat de nerd een einzelgänger is?
Nee, dat is een misverstand.
De nerd mag op de middelbare school dan bekendstaan als ‘die ene zonder vrienden’, niemand sluit zo makkelijk hechte vriendschappen als een nerd – mits hij af en toe het huis verlaat. Tijdens een Magic: the Gathering-toernooi kan het zomaar gebeuren dat die nerd die jou net verslagen heeft even later je nieuwe beste vriend blijkt te zijn. Of je staat in de rij voordat de comic con opengaat en je ontmoet iemand die als precies hetzelfde personage verkleed is en eindelijk kun je praten met een zielsverwant die net als jij alles weet van Junko van Danganronpa! En zelfs gamen, in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, kan al snel tot sociaal contact leiden. Emilio was ooit op een nogal gezapig feestje.
Pas toen iemand op het idee kwam een Super Nintendo uit de kast te halen voor een potje Super Street Fighter II Turbo, stond een groep mensen die tien minuten eerder nog vreemden voor elkaar waren binnen een mum van tijd collectief te roepen naar het scherm, juichend of scheldend. Toen Emilio verloor – met Ryu nota bene, toch de beste vechter van de game – stompte hij degene naast zich tegen zijn schouder. Die begon te lachen, omdat hij hem net keihard had ingemaakt met die sukkel van een Dhalsim. Een vreemde slaan, dat moet je eens proberen in de metro... Of nee, dat moet je absoluut niet proberen in de metro. Het moge duidelijk zijn: gamen verbroedert. Ze zeggen weleens dat voetbal verbroedert, maar elke nieuwe supportersrel bewijst weer dat dat onzin is. Terwijl een potje Street Fighter zelfs de meest fanatieke hooligans dichter bij elkaar brengt.
Valsspelen met Warhammer
Als een niet-nerd een nieuwe vriend maakt en de twee niet-nerds willen wat afspreken om hun vriendschap naar een hoger plan te tillen, dan moet er altijd even goed nagedacht worden over wat er tijdens die afspraak dan gedaan wordt. Gaan ze de kroeg in? Of naar de film? In de kroeg loop je de kans na een halfuur door de gespreksstof heen te zijn, en in de bioscoop spreek je elkaar alleen tijdens de reclames. Nerds hebben geen last van dit soort dilemma’s, die delen meestal zoveel liefhebberijen dat ze er zeker van zijn dat ze zich in elkaars gezelschap nooit zullen vervelen. Zo zijn wij al vijftien jaar bevriend, maar hebben we nog nooit samen verveeld op de bank gezeten. En zelfs als de stroom uitvalt, de Playstation niet meer werkt en er door het gebrek aan licht geen bordspel meer te spelen valt, kunnen we nog uren praten over alles waar we van houden.
Toen we nog weleens samen in een busje naar een optreden reisden, was de rit altijd zo voorbij, omdat we comic tips uitwisselden, of elkaar fragmenten van series of games lieten zien op onze telefoon. Eigenlijk was het een soort nerdy versie van Zomergasten, maar dan met twee gasten en zonder presentator. De nerdvriendschap is de hechtste aller vriendschappen. Daar staat tegenover dat een nerdruzie ook meteen de heftigste aller ruzies is. En die kunnen gaan om de meest futiele details. Valsspelen tijdens een potje Warhammer bijvoorbeeld, of over wie zou winnen in een gevecht tussen Batman en Superman. Die ruzies zullen er voor een niet-nerd uitzien als een gevecht tussen twee hele kleine hondjes. Dat je denkt: waar maak je je nou zo druk om, hij is klein, jij bent klein, er is hier geen territorium en het is sowieso maar Superman. Maar voor een nerd kan zo’n ruzie voelen als een strijd op leven en dood.
Luke, I am your father
Voor een niet-nerd klinken gesprekken tussen twee nerd-vrienden een beetje zoals Afrikaans klinkt voor een Nederlander. Er komen genoeg woorden voorbij die je kent, maar net zoveel woorden waar je nog nooit van gehoord hebt, en die je op het eerste gehoor niet eens verstaat. En de dingen waar ze om lachen! Nerdhumor hangt heel vaak aan een referentie of een quote. Voor nerds is het een genot om samen dezelfde herinnering aan een bepaalde film te hebben, en om termen te gebruiken waarvan je weet dat alleen de ander die begrijpt.
Voor de nerd is dat vermakelijk, maar een groep nerds kan daardoor enorm intimiderend zijn voor een niet-nerd. Denk je leuk mee te kunnen praten, omdat je ook weleens een Star Wars-film hebt gezien, blijk je maar een ama-teur-nerd te zijn. ‘O man,’ zegt de niet-nerd, ‘die ene scène vond ik als kind zo gaaf, die van “Luke, I am your father”.’ Het wordt ongemakkelijk stil, de nerds kijken elkaar even aan met zo’n blik van: zeg jij er iets van of ik? ‘Sorry,’ zegt er eentje, om de stilte te doorbreken, ‘de correcte quote is: “No, I am your father”.’
Zelfs voor sommige nerds kan het moeilijk zijn om met soortgenoten te praten, vooral als je toevallig nét iets minder van een bepaald onderwerp weet dan andere nerds. Het lijkt dan wel alsof de nerd soms vergeet hoe moeilijk hij het zelf vroeger had tussen de nietnerds. Hoe hij uitgelachen werd omdat hij dacht dat Marco van Basten bij Feyenoord speelde.
Het is natuurlijk fantastisch als iemand heel veel van Star Wars weet, maar als je die kennis vervolgens gebruikt om een ander zich dom te laten voelen, bijvoorbeeld omdat hij niet alle Ewoks uit zijn hoofd kent, of omdat hij de planeet van de Wookies als ‘Kashyyk’ schrijft, in plaats van ‘Kashyyyk’, dan is dat een beetje jammer.
Beste nerd, wees toch wat liever voor die domme niet-nerd, die nog steeds Spider-Man zonder streepje ertussen schrijft. Hij doet zo z’n best, geef ’m een kans. Want een nerdvriendschap, die gun je toch iedereen. En aan de niet-nerd: get your shit together! Voortaan een beetje opletten als je Star Wars kijkt!
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Thijs van Domburg
- HH, Getty Images