Beste George Lucas,
Het is weer zover: voor de zoveelste keer in mijn leven zenuwen door jou. De zoveelste Star Wars-film, afhankelijk van de striktheid van de telling de achtste of negen keer. Het is niet overdreven te stellen dat je mijn jeugd hebt bepaald, en daarmee mijn leven. Het is ook niet overdreven te stellen dat je me meer vreugde hebt geschonken dan welke filmmaker dan ook, en me ook vaker hebt teleurgesteld dan welke filmmaker dan ook.
Nooit in mijn leven zal ik de bioscoopzaal in Los Angeles vergeten waar ik The Phantom Menace zag, de eerste film van de tweede Star Wars-trilogie. Nooit was ik een bioscoop waar de zenuwen voelbaar tegen de wanden aanvlo- gen. Waar de hele zaal ging staan toen de woorden ‘A long time ago in a galaxy far, far away...’ over het scherm rolden. Waar alle 1152 aanwezigen in dat Mann’s Chinese Theatre meezongen met de openingsmuziek van John Williams. Waar ze juichten toen R2-D2 voor het eerst in beeld kwam, als een oude vriend.
En waar we alle 1152 in euforische staat naar buiten liepen, als de uitverkorenen die als eerste ter wereld de nieuwe Star Wars hadden gezien. Om, in ieder geval in mijn geval, diezelfde dag nog drie keer te gaan. En om, ook in mijn geval, pas veel later, echt vele maanden, te duren toegeven dat The Phantom Menace een ongelooflijke kutfilm was. Beroerd geschreven, beroerd geacteerd, en met het achterlijke reptiel Jar Jar Binks als het meest irritante personage uit de geschiedenis van de cinema.
Dat het zo lang duurde voor ik dat hardop durfde te zeggen, was, vrees ik, een kwestie van loyaliteit: naar de saga, naar jou, en daarmee naar mijn eigen jeugd. Het maakte duidelijk dat Star Wars zoveel meer voor me was dan een ruimtesprookje. Je maakt er daarna nog twee, en die waren stukken beter, maar helemaal goed kwam het niet meer.
Tot twee jaar geleden The Force Awakens verscheen, het eerste deel van de nieuwe trilogie. Gelukkig niet meer door jou geregisseerd, maar wel nog steeds aan je brein ontsproten, en nu uitgebracht door Disney. Sommige puristische fans vonden dat een schande, maar ik moet nog steeds hard lachen om hun tirades tegen de commercialisering van de film: alsof Star Wars niet altijd al bloedcommercieel wás.
Beste man, ik heb al mijn jeugdjaren nauwelijks een attractie van de kermis van Geleen vanbinnen gezien, omdat ik al mijn kermisgeld uitgaf aan jouw Star Wars-poppetjes. En ik heb ze nog allemaal. Ook prinses Leia, op wie ik in 2015 tijdens The Force Awakens nog steeds verliefd was, zoals ik verliefd bleek op dat volledige universum dat jij ooit bedacht. Het was alsof een jeugdliefde na jaren van verwijdering opeens weer voor mijn deur stond.
En nu staan we aan de vooravond van The Last Jedi, deel twee van de derde trilogie – voor de niet-ingewijden is die hele telling allang niet meer te volgen, maar het kenmerk van iedere sekte is dat de leden zich prima voelen bij het onbegrip van de buitenwereld. Ik zal hem zien, deze week, keer op keer. En weer verliefd zijn. Of teleurgesteld, maar dat pas ergens in 2018 toegeven.