Onze man in Kasterlee, tussen de Tolkienfans

Door de films van Peter Jackson zijn er de afgelopen jaren veel Tolkien-fans bij gekomen, maar de e?chte diehard fans, d...

Door de films van Peter Jackson zijn er de afgelopen jaren veel Tolkien-fans bij gekomen, maar de e?chte diehard fans, die e?cht van de hoed en de rand weten, gaan al jaren en jaren mee. Onze man ging op zoek naar de Echte Tolkienfans van fanclub Unquendor en hun Belgische tegenhangers van Elanor.

Fotografie William van der Voort

Het is zaterdagochtend als mijn queeste naar de Tolkienfans van Unquendor begint. Ze hebben zich verzameld voor het slotfeest, de traditionele meerdaagse afsluiting van alweer een fanclubjaar. Deze keer wordt het slotfeest samen met de Belgische fanclub Elanor georganiseerd, ne?t over de grens tussen Tilburg en Turnhout, in Kasterlee. Meteen bij aankomst bij de blokhut aan de rand van een groot bos zie ik dat het menens is. Voor de ingang van het gebouw staat een hele rits baniers van Midden-Aarde om me te verwelkomen. Het galopperende paard van Rohan, het rode oog van Mordor, en de bloeiende boom van Minas Tirith herken ik van de boeken en de films, de rest blijft gissen. Vandaag staat er een speurtocht door Midden-Aarde op de planning, waar de Tolkienfans net mee begonnen zijn. Overal in het bos moeten ze opdrachten doen die te maken hebben met hobbits, elfen en orks. Dan is er nog een lunch, een hobbitrevue en een lezing. Een vol programma dus. Bij binnenkomst word ik enthousiast verwelkomd door Arthur, die vanavond de lezing zal geven.

Flesjes Tolkienbier

Bent u van de Nederlandse of van de Belgische Tolkienmensen?

‘Ik ben van Unquendor, de Nederlandse fanclub, maar dit weekend wordt inderdaad ook door de Belgen van Elanor georganiseerd.’

Unquendor, Elanor?

Arthur kijkt me met een serieus gezicht aan. ‘Unque betekent holte, en Ndor betekent land. Dus, laten we zeggen: Holland, dus, eigenlijk. Vandaar de naam.’

Het betekent holteland in het...?

‘Quenya.’

Quenya?

‘In het elfs, zeg maar.’

Ah ja.

Het gesprek valt even stil. Ik kijk om me heen. Er staat een groot spandoek opgesteld, met daarop de deur van Moria afgebeeld. In de hoek staat een stapel Tolkienbordspellen. Op tafel staan een paar flesjes Tolkienbier.

En doe je in het dagelijks leven ook iets met Tolkien?

‘Nee,’ antwoordt Arthur zo ferm mogelijk. ‘Nee. Niets. Helemaal niets. Ik loop ook niet verkleed rond, ik doe niet aan LARP of aan re-anactment, of zo, dat valt allemaal reuze mee. Als je dat wilt moet je naar de elfen toe. We hebben wel een reanactmentgroep, Ennorandirrim, die zijn er vandaag niet bij.’

Pardon?

‘Ennorandirim, dat betekent “de reiziger” in elfentaal.’

Oh, ja, oke?.

‘En die hebben dus ook grote tenten, en potten om te koken, en die maken ze allemaal zelf. Kledij maken ze zelf. Ieder land heeft dat, die komen elk jaar bij elkaar. Dan heb je dus zo’n bosgebied als dit, en dan moet je kijken, alleen maar Midden-Aarde, uit alle landen. Geweldig is dat. Komen ze met paarden. Ringgeesten zie je overal lopen. Prachtig. Echt zo perfect. Hobbits, trollen. Alles. Nazguls, Uruk Hai, zo? mooi. Maar dat doe ik dus niet.’

Nee. Jij geeft een lezing over de hobbit en dan ga je weer naar huis.

‘Ja, klopt. Ik geef een lezing over of de hobbitfilms top of flop waren. Ik hoop dat ik het red in 1,5 uur.’

1,5 uur?

‘Ja, nou ja, als ik het red, dus.’

Ach, en anders wordt het 2 uur, kan jou het verrekken.

‘Ja, precies. De extended edition.

Smaug

Arthur laat ons zien welke kant we op moeten lopen om achter de Midden-Aardespeurtocht aan te gaan. Ze zijn al eventjes vertrokken, legt hij uit, dus hij hoopt dat we nog wat leuke posten met opdrachten kunnen vinden.

‘Vooral de post met Smaug is erg leuk. Daar worden je allemaal dingen gevraagd over Tolkien, en dan mag je geen “ja”, “nee” of “eh...” zeggen. Maar kijk maar wat je kunt vinden!’ lacht Arthur enthousiast.

We gaan ons best doen.

‘En wat voor Bilbo Balings geldt, geldt ook voor jullie: niet van het pad afwijken, he?,’ maakt hij nog snel een Tolkiengrapje voor we op pad gaan. Na een paar minuten zien we in de verte een mevrouw zitten. Geen elf of tovenaar, gewoon een doodnormale mevrouw. Ze leest een boek, maar zover ik het kan beoordelen is het niet door Tolkien geschreven.

Hallo. Bent u een post van de Tolkienfans?

‘Ja,’ zegt ze, terwijl ze enthousiast van haar boekje opkijkt. ‘Ja, bij mij moeten de mensen quotes uit de boeken raden. Maar dat is meer voor de e?chte fans, hoor. Als je iets verderop gaat kijken, dat is echt een leuke post. Daar mag je geen ja en nee zeggen.’

Oh, ja, bij Smaug.

‘Ja precies!’

Toch wil de doodnormale mevrouw nog wel een paar quotes aan me voorleggen. Na vijf vragen (een halve vraag goed beantwoord) scheiden onze wegen en vervolg ik mijn queeste naar Smaug, die ik een paar minuten later vind, zittend op een boomstronk. Smaug heeft de gedaante aangenomen van een Belgische dame op leeftijd, met een felgekleurde oranje omslagdoek over zich heen. Er staan drie Tolkienfans voor haar, die aan de opdracht onderworpen worden.

‘De volgende vraag,’ gaat Smaug verder, terwijl ze met een zo spannend mogelijke stem van haar briefje afleest. ‘Aan u!’ Smaug wendt zich tot een van de drie jongens die voor haar neus staan. ‘De Gouw, is dat een democratie?’

Heel even lijkt de jongen zijn woorden een beetje in te slikken, bang om ‘ehh’ te zeggen. Of ja of nee, natuurlijk. Dan geeft hij toch antwoord. ‘De Gouw is een totalitair fascistoi?de regime.’ ‘Oh... Oke?...’ antwoordt Smaug, een beetje geschrokken. ‘Oke?. Volgende vraag.’

Roel en Harm

Terug bij het kampement is er al een aantal fans dat de tocht volbracht heeft. Ik raak aan de praat met Roel, een grote Belg met een Tolkienpet op en een groot plastic zwaard in zijn rugzak.

Jou kan in elk geval niks gebeuren.

‘Hoe, kan mij niks gebeuren?’

Nou, dat zwaard.

‘Oh, dat! Nu ja, dat is wel van plastiek, he?. Dat is hooguit om plastieken orks mee te verslaan.’ Roel lacht hard om zijn eigen grapje en begint te vertellen. ‘Ik ben naar Nieuw-Zeeland geweest, naar de set van Midden-Aarde. Ik werd 60, en mijn vrouw had de moed om mij dat te geven. Hadden we een tour gedaan. Dat is helemaal vercommercialiseerd. Een ticket om daar u?berhaupt binnen te mogen, met een gids, van 250 euro.’

Echt? 250 euro?

‘Ja, ja, je stapt op een bus, en ze rijden met u door dat landschap, en dan komt ge aan met een bus en dan zijt ge in de Gouw, he?. En op het laatst krijgt ge nog een pint in de Groene Draak, dat is een cafe?, een kroegske uit de boeken, en dan terug de bus op. En dan terug langs de winkel. Nu ja, ge koopt dan toch weer wat, he?.’

En dat was het?

‘Ja. Maar daarna wilde ik ook naar de velden van Pelennor, maar dat zijn we toch zonder gids gaan doen. We wisten ongeveer waar het moest zijn, dus toen hebben we maar een busje gehuurd en zijn we het gewoon gaan zoeken. Ja, het ligt er natuurlijk gewoon te liggen, he?, dat landschap.’

Klopt.

Ineens kijkt iedereen op. Harm, de onbetwiste professor als het aankomt op Tolkienkennis, komt aanlopen. Harm heeft speciaal voor vandaag we?l zijn Tolkienkostuum aangetrokken en begint meteen te vertellen over alle verschillende soorten talen in Midden-Aarde. Na een betoog van een kwartier over Quenya, Sindarijns en Khuzdul raakt Harm echt op stoom. ‘En toen er natuurlijk de tweejaarlijkse Tolkientalenconferentie weer kwam, bezocht een groot deel van de bekende Tolkiengenootschappen, maar ineens kwamen daar allerlei mensen die we helemaal niet kenden, bijvoorbeeld van het elfenforum, die dus uit de ?conlangwereld kwamen.’

Conlangwereld?

‘Constructed language!’ lacht Harm. ‘Die zichzelf dus helemaal verdiepen in die elfentalen. Machtig interessante materie.’

De films

Tijdens de lunch wordt er stevig gediscussieerd over het werk van Tolkien. Iemand moppert dat de film alle dwergen een eigen karakter heeft gegeven. Een andere betwist het. Iemand vertelt dat er ook veel trekkies en Star Wars-fans zijn, hier. Harry Potter ook. Game of Thrones. Achteraan de tafel waar ik zit, vertelt iemand trots dat hij The Silmarillion, het derde, wat minder bekende, Tolkienboek nog even speciaal voor dit weekend heeft doorgenomen. Links van me wordt gesproken over het al dan niet vertalen van namen, in de boeken. Of we dat wel moeten willen, met zijn allen. De meningen zijn verdeeld. Een vrouw naast me laat de discussie een beetje aan zich voorbijgaan. Ik raak met haar aan de praat.

Doen jullie dit meer, zo bij elkaar komen?

‘Dit? Oh, ja, zeker. Sowieso in januari, op de verjaardag van Tolkien. En natuurlijk op 22 september, dat is de verjaardag van zowel Frodo als Bilbo. Dan hebben we natuurlijk nog het joelfeest, en af en toe een lustrumfeest. En soms nog wat andere dingen. Bij de verjaardag van Tolkien heffen we het glas richting het westen, en dan zeggen we allemaal een keer “Op de professor!” ’

Dat klinkt bijna als een cult.

‘Ja, nou, dat is nog niks. Bij Forodrim, een andere club, hebben ze er nog veel meer rituelen omheen gemaakt. Da?t is pas bijna een cultus.’

Maar raken jullie dan nooit uitgepraat? Ik bedoel, ik hoorde net van Harm dat Unquendor ongeveer 30 jaar bestaat. Dan zul je toch alles ongeveer wel besproken hebben op een gegeven moment?

‘Oh, nee hoor. Nee. Dat nooit, denk ik.’