Het is zondag, vroeg in de middag. De studenten van Minerva slapen nog en de rest van Leiden zit aan het late ontbijt. Langs de weg naar het Wagnerplein laat een meneer een hondje uit. Een vader duwt de schommel van zijn dochter, veel meer gebeurt er niet. Ik wandel van de parkeerplaats naar de nagelstudio van Nicole Honsbeek, die meerdere prijzen in de wacht sleepte met haar nagelwerk. Ik vraag me af wat voor iemand ze is, en wat haar ambities zijn, in de nagelwereld. Op het pleintje, waar ook een aikidoschool, een Chinees restaurant, een banketbakkerij en een bloemenzaak zitten, is het stil. Overal zijn de deuren dicht: op zondag begint het leven hier rustig.
Behalve bij de nagelstylingpraktijk van Nicole – daar brandt al licht en zit Nicole aan haar bureau te wachten. Zodra ze me ziet, zwaait ze en komt ze meteen naar buiten. Vrolijk begint ze meteen te vertellen over haar praktijk Top 2 Toe, die ze zelf runt en waar het eigenlijk altijd wel lekker druk is – zo druk dat ze het in haar eentje niet meer aankan. Zeker niet, wijst ze op haar buik, als straks haar baby gearriveerd is. Ik knik, en kijk nog eens de zaak rond. Eigenlijk is het een soort kapsalon, maar dan voor handen.
Ik deed zelf ook mee aan die nail-lympics, maar ik kon gewoon niet presteren
Walhalla voor nagelcowboys
We gaan op een paar barkrukken zitten in de kantine van Nicoles studio, direct naast de werkruimte. Ze schenkt koffie in voor zichzelf, ik drink een glaasje water.
Maar goed, jij dacht dus op een dag: ik ga nagels doen?
‘Nee, nee. Zo is het niet gegaan. Ik ben een paar jaar terug voor mijn toenmalige partner verhuisd van Leiden naar IJmuiden, en ik had geen zin om elke week terug te rijden om mijn nagels te laten doen, dus had ik daar wat studio’s geprobeerd, maar dat, ehh, nou ja, om het netjes te zeggen: dat beviel niet. Lagen na een paar dagen al drie van mijn nagels eraf. Dus dat mens opgebeld, maar die werd boos op me. Riep ze dat ik het zelf maar moest doen, als ik dacht dat ik het beter kon.’
En zo geschiedde?
‘Ja, ik dacht dat is misschien wel een idee.’
En toen was je in één dag de beste nagelstyliste van IJmuiden omdat ze er daar allemaal geen klote van kunnen?
‘Nee, ja, nee, dat ook weer niet. Dat heeft best lang geduurd. Voordat je eenmaal een goede opleiding gevonden hebt...’
Kun je dat niet overal studeren?
‘Nee, joh, dat zou je denken, hè? Maar nagelstyliste is dus helemaal geen beschermd beroep: je hebt helemaal geen papieren nodig om een studio te hebben, maar óók niet om een opleiding te beginnen.’
Oh? Dus ik zou in theorie een eigen opleiding kunnen beginnen morgen?
‘Ja, zoek een pand, open een salon en een website, en er is niemand die je controleert. Dat vind ik echt heel jammer, maar het is niet anders.’
Maar dat lokt toch allerlei boevenpraktijken uit? Heb je daar geen last van?
Nicole denkt na. Ze neemt een slokje water en ademt een keer in en uit. Dan vertelt ze, met een getergde blik, dat eigenlijk alle goede nagelstylisten in Nederland daar last van hebben. Dat nagels van mensen verpest worden door slechte stylisten, en dat die soms wel voor altijd verloren zijn voor de branche, die gaan nooit meer naar een nagelsalon.
De manicurewereld is een walhalla voor nagelcowboys.
‘Yes,’ antwoordt Nicole, die inmiddels dus weer is neergestreken in Leiden. ‘Je kunt tegenwoordig ook alles kopen. Goeie reviews, Yelprecensies, alles kun je kopen. Maar goed, voor iedereen is een markt. Mensen die bij dat soort salons komen, dat is niet echt mijn doelgroep. Ik zit met mijn prijzen eigenlijk voornamelijk bij bovenmodale inkomens.’
Geen kermisnagels
Chique nagels, zeg maar.
Nicole grijnst en knikt. ‘Ja,’ antwoordt ze dan lachend. ‘Ik doe niet aan kermisnagels.’
Kermisnagels?
‘Van die extreme nail art op alle nagels, felle kleuren, dat werk. Mensen bij mij willen gewoon mooie strakgelakte kunstnagels die niet breken. Soms doe ik nail art op één nagel, maar daar houdt het wel mee op.’
Dan valt het gesprek stil. Ik kijk nog een keer om me heen. Ik zie de bekers staan die ze met nagelwedstrijden gewonnen heeft.
En je deed ook mee aan wedstrijden? Je hebt ook prijzen gewonnen, toch? Ik wist niet dat die überhaupt bestonden!
‘Ja, maar nu doe ik dat niet meer. Ik ben een keer in mijn hand gebeten door iemands hond. Ja, per ongeluk hoor, maar goed, ik heb blijvende schade, dus kan ik niet meer op topniveau trainen.’
Trainen?
‘Ja, zeker. Nagelwedstrijden, dat is zó streng. En het moeilijkst is om alle nagels gelijk te krijgen. Daar moet je écht op trainen. Je moet echt in vorm zijn. De bolling moet goed zijn, de upper arch, de lower arch, alles. De verlenging van de French moet dan precies goed zijn.’
De French, als in: de French manicure? Dat is jouw sterkste nummer?
‘Ja, precies.’
Er gaat een wereld voor me open. Maar goed, dat gaat vanwege een blessure dus niet meer. Wat was je mooiste overwinning?
‘Nou, eerlijk gezegd was dat niet eens míjn overwinning, maar die van een cursist van me. Die had ik heel snel opgetraind, voor een wedstrijd in Rome.’
Het EK nagels?
‘De nail-lympics noemen ze dat.’
Heel even valt er een stilte. Verbaasd kijk ik naar Nicole, die zojuist het woord nail-lympics heeft uitgesproken. Dan begint ze er zelf ook een beetje om te lachen.
‘Maar goed, zij heeft daar dus aan meegedaan, en won. Ik deed zelf ook mee, maar de airco stond zo hard waar ik zat dat ik gewoon niet kon presteren. Maar het maakt niet uit: eigenlijk vond ik het zeker zo mooi dat mijn leerling daar won.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers