'Door kritische vragen te stellen over de monarchie, ga je voorbij aan de onzin van het sprookje'
Hoofdredacteur Jonathan Ursem heeft een ambivalente verhouding met het koningshuis. Máx en Willy zijn wel oké, maar of zo’n antidemocratische poppenkast ergens op slaat? Nee, natuurlijk niet.
Ik zeg het maar eerlijk: ik heb een ambivalente verhouding met het koningshuis. Ik heb een zwak voor Beatrix en Claus, Máx en Willy zijn eigenlijk ook wel oké en Bernhard was helemaal buitencategorie... Maar of het ergens op slaat, zo’n antidemocratische poppenkast? Nee, natuurlijk niet.
Koninginnedag en later Koningsdag heb ik altijd verschrikkelijk gevonden. Ik trek het slecht, die massahysterie, het verplichte leuk doen. Maar ook hier enige ambivalentie – niets menselijks is uw hoofdredacteur vreemd – want toen ik in het buitenland woonde deed ik er vrolijk aan mee, hoewel het vooral een gelegenheid was om haring en bitterballen te eten.
Verder is het natuurlijk helemaal nergens goed voor. Het grote probleem is alleen dat de monarchie zó irrationeel is, dat het geen enkele zin heeft om het op basis van argumenten te lijf te gaan. Je gelooft in sprookjes – van de gebroeders Grimm via Walt Disney tot de Bijbel – of niet. In zo’n schijnwereld is geen plek voor kritische vragen als ‘waarom zou iemand puur op basis van een toevalligheid als geboren worden in een bepaalde familie het recht hebben om staatshoofd te worden?’ Daarmee ga je voorbij aan de onzin van het sprookje.
Gelukkig was daar corona en ging het feest niet door, maar dankzij een of ander marketingtype heet het nu Woningsdag en is het hele festijn anderhalvemeterproof gemaakt. Ik ga lekker thuis haring en bitterballen eten, en die wegspoelen met anderhalve meter bier. Hoera.
- RVD - Erwin Olaf