Coronaheld Jaro is vakkenvuller: 'Sommige klanten kochten 30 pakken meel'

Tijdens de coronacrisis interviewen we elke week iemand met een cruciaal beroep. Deze keer: vakkenvuller Jaro van Wijngaarden uit Hoorn.

Jaro van Wijngaarden

De middag slentert naar zijn hoogtepunt toe. Tijdens de, om de premier te citeren, intelligente lockdown, beginnen langzaam maar zeker alle dagdelen op elkaar te lijken. Tenminste, voor mensen die geen vuilnis op hoeven te halen, mensenlevens hoeven te reden, of in het geval van deze week: ervoor moeten zorgen dat de schappen in de supermarkt zo vol mogelijk blijven. Ik heb afgesproken met Jaro van Wijngaarden uit Hoorn, die, naast zijn middelbare school, als vakkenvuller werkt bij de plaatselijke Albert Heijn.
Jaro neemt snel op, hij zat al klaar. Hij ziet eruit als een vrolijke jongen. Terwijl hij een slok neemt van zijn drinken, moet ik even lachen. Een millennial met een latte macchiato. Gelukkig zijn er dingen in de wereld die nooit veranderen, corona of niet.
Ha, Jaro! Meteen maar met de deur in huis: hoe gaat ie?
‘Ja, wel goed hoor! Ik zou dit jaar eindexamen doen, maar goed. Dat is een beetje afgelast.’
Dus je bent geslaagd, of niet?
‘Nou ja, nog niet officieel, maar zoals het er nu voor staat, lijkt het er allemaal wel op dat het gelukt is. Mijn cijfers zijn goed, maar ik ben nog niet helemaal tevreden. Als er nou toch geen schoolexamens zijn, ga ik wel wat herkansen. Kijken of ik ergens nog van een zes een zeven kan maken. Of van een zeven een acht. Ik heb één onvoldoende, maar goed, je kunt niet overal in scoren, natuurlijk.’
Zo is het ook, jongen. Zo is het ook. En nu werk je veel bij Albert Heijn?
‘Ja, heel veel. Ik maak soms volle werkweken, maar meestal een uurtje of 25, 30 in de week. Ja, weet je, ik zit nu toch voornamelijk binnen. Ik mag ook niet naar buiten, en zo. Dus ja, wat ga je dan doen? Dan kan ik net zo goed wat extra gaan werken. Ik wilde na mijn examens toch al meer gaan werken, om te sparen voor mijn vakantie, en voor wat festivals waar ik heen wilde. Maar ja, die zijn natuurlijk ook afgelast. Dus, nou ja, dan maar sparen voor als ik straks ga studeren.’
Wat ga je studeren?
‘IBA. International Business Administration. Laten we zeggen: bedrijfskunde, maar dan internationaal. Dat is wel mooi om nu te zien, ook bij Albert Heijn. Al die bedrijven die manieren moeten verzinnen om hun business draaiende te houden, maar wel aan die anderhalve meter moeten voldoen. Wat nog best lastig is, af en toe.’

Hamsteren

En hoe gaat dat dan bij jou in de Appie? Ik heb wel het idee dat het nu beter is dan het was, toch?
‘Klanten hadden helemaal in het begin nog zoiets van: ach, het is allemaal niet zo erg. Ze wilden er wel rekening mee houden, maar niet supererg. Eigenlijk had je twee soorten mensen: de mensen die overal met een boog van vijf meter omheen liepen en de mensen die dachten dat een metertje ook oké was. Maar we attenderen mensen er nu ook echt op, dat helpt. Mensen worden zich er wel bewuster van.’
En hoe reageren mensen als je ze aanspreekt?
‘Eigenlijk best goed, tegenwoordig. We krijgen echt veel respect van de mensen. Dat ze aan ons vragen hoe het gaat, of ons complimenten geven over dat we zo hard aan het werk zijn om de winkel in orde te maken. Eigenlijk worden mensen nooit boos omdat ze niet dichterbij mogen komen. Je merkt dat ze gewoon luisteren en oké zijn.’
En dan dat hamsteren, hè. Dat hamsteren is, oh ironie, natuurlijk ook nog eens een beetje een Albert Heijn-dingetje. Maar even zonder flauwekul: ik heb het idee dat het hamsteren wat minder wordt. Klopt dat?
‘Ja, dat is wel ironisch inderdaad, dat hamsteren. En ik ga ook niet ontkennen dat bij ons sommige schappen ook helemaal leeg waren. Meel en wc-papier waren niet aan te slepen. We probeerden dat zo goed mogelijk aan te vullen, maar de vraag was zó groot. Als ik naar binnen reed met een kar met dertig pakken meel erop, dan waren er klanten die al die dertig pakken meteen meenamen.’ 
Serieus?
‘Zeker. Dat gebeurde tot voor twee weken geleden nog steeds.’
Mensen die een heel schap aan meel mee naar huis namen?
‘Ja hoor, net zo makkelijk. Ik heb wel getwijfeld of ik mensen zou vragen of ze ook nog wat over wilden laten voor anderen, maar we hebben bij Albert Heijn geen restrictie op de hoeveelheid meel die mensen mogen kopen. Dus, ja. En daarnaast wil je natuurlijk ook gewoon dat die klant tevreden is.’
Terwijl er ook gewoon nog heel veel brood in de supermarkt is.
‘Ja, maar de laatste tijd is het echt al wel beter, hoor. Wc-papier en meel hebben we weer gewoon structureel op voorraad. Dat is ook wel gewoon fijn: je wil eigenlijk helemaal geen nee verkopen. Maar dat was echt lastig indertijd: dat je dan vijf, zes keer op een avond moet zeggen dat er geen zelfrijzend bakmeel is omdat er een klant net met de hele voorraad vandoor is gegaan.’
Heb je wel het gevoel dat mensen anders met je omgaan dan voor de crisis?
‘Niet per se anders, maar ik heb wel meer een gevoel van appreciatie. Dat ze zeggen dat we goed bezig zijn, dat ze aangeven dat ze zien dat het soms ook wel zwaar is. Want uiteindelijk is het best tricky: je komt toch wel met heel veel mensen in contact. Het is dan wel fijn dat klanten het werk dat je doet waarderen.’
Want met lege schappen zijn we natuurlijk nog verder van huis.
‘Ja, precies.’

Jaro van Wijngaarden (2001) is vakkenvuller bij Albert Heijn. Eerstvolgende dienst: morgen, van 17.30 uur tot 22.15 uur.

Misschien ook voor jou:
Coronaheld Thomas is verpleger: 'De saamhorigheid in de zorg is groter dan ooit'