Hoewel de ochtendzon enthousiast schijnt, het beter en beter weer wordt, is het nog altijd betrekkelijk rustig in de straten en behoorlijk druk op de ic’s. Overal in Nederland werken en leven mensen vanachter de keukentafel. Voor de achtste week op rij stap ik de trap op, op weg naar mijn werkkamer. Ik heb de laatste weken veel mensen gesproken. Van een vakkenvuller tot een verpleger, van een huisarts tot een buschauffeur. Allemaal mensen die ervoor moeten zorgen dat het systeem intact blijft, zodat de mensen zo goed mogelijk in leven blijven. Maar hoe zit het eigenlijk met de mensen die het niet redden? Hoe moet je afscheid nemen van je dierbaren als je ze niet aan mag raken? Als je elkaar niet mag omhelzen om te troosten? Ik heb afgesproken met Ilse Hendriks, een uitvaartondernemer uit Dordrecht. Ik bel in, ze neemt snel op.
Hé Ilse, wat fijn dat je mee wil werken. Hoe is het om in deze barre tijden, nu er meer mensen doodgaan dan normaal, uitvaartondernemer te zijn?
‘Ja, het zijn hele bijzondere tijden, dat ben ik helemaal met je eens.’
Ome Jan of ome Piet
Hoe moeizaam is het? Hoe werkt dat, afscheid nemen in coronatijd? Hoe doe je dat, als er maar zo weinig mensen aanwezig mogen zijn? Loop je tegen veel hindernissen aan?
‘Bij een uitvaart mogen maximaal dertig mensen aanwezig zijn, dat is niet veel. Voor sommigen is dat overigens geen probleem hoor, maar voor veel mensen is het te weinig. Dan moet je keuzes maken. Dat kan heel verdrietig zijn. Dat ome Jan wel mag en ome Piet niet.’
Nee, ik snap het.
‘Veel mensen kiezen voor een herdenking op een later moment, zodat het nu soms heel erg klein wordt. Je moet als uitvaartondernemer altijd al creatief zijn, maar dat is nu toch nog wel een tandje meer. Je moet het per familie, per nabestaande bekijken. Twee weken geleden had ik een uitvaart van een vrij jong persoon. Normaal zou er dan vier-, vijfhonderd man op de uitvaart zijn. Dat kon nu niet. Dus hebben we hier in Dordrecht een soort memory lane gedaan, door de binnenstad. Zijn we met de rouwauto bij zijn huis begonnen, en daar stonden – allemaal op afstand, hè – bijvoorbeeld de buren en op andere plekken dan weer collega’s en vrienden. Zo zijn we op allerlei plaatsen geweest waar hij graag kwam. Overal stonden mensen, overal hebben we muziek gedraaid en bloemen in de auto gelegd. Uiteindelijk zijn we met dertig man naar het daadwerkelijke afscheid gegaan. Achteraf, gaf de familie aan, keken ze daar met een ontzettend mooi gevoel op terug. Dan ben ik ook blij.’
Want daar gaat het uiteindelijk om.
‘Ja. Zeker in deze tijd waarin het nog moeilijker is om elkaar te troosten. Maar ik heb bijvoorbeeld ook een uitvaart gehad voor twee mensen. Die gaven aan dat er eigenlijk honderdvijftig vrienden zouden moeten staan, maar dat kon dus niet. Ze zouden hem later massaal herdenken. Achteraf was dat in alle eenvoud ook echt prachtig. Heel intiem en heel bijzonder. Het is natuurlijk niet de eerste keus, maar het pakte heel erg mooi uit.’
En hoe beleef jij dat dan? Want van alle aanwezigen heeft een derde de overledene nooit gekend. Dat moet voor jou toch ook wel vreemd zijn?
‘Weet je, het is gewoon echt wel pittig allemaal, merk ik. Alles hoor. Wat het voor mij nu heel heftig maakt, is dat je mensen niet fysiek kunt troosten. Geen toenadering zoeken, hun hand niet vastpakken, een arm om iemand heen slaan. Je probeert het zo warm mogelijk te doen, maar het is toch anders dan anders. Ik bedoel: het eerste wat ik moet vragen als ik gebeld word, is of de persoon is overleden door corona. Dat is al rot om te vragen. Ik ga dan naar die mensen toe, maar ik wil eigenlijk maar maximaal twee mensen in die kamer hebben. Normaliter zit er vijftien man familie, dat kan nu niet. Wat ik via de mail kan doen, doe ik via de mail. Dat is wel echt minder contact dan normaal. Dat is heel heftig. Ik voel mezelf verantwoordelijk hiervoor. Dat is natuurlijk niet zo, maar toch. Ik heb constant het gevoel dat ik hierin tekortschiet.’
Leeg na een uitvaart
Je voelt je gemankeerd om je werk te doen?
‘Ja, zeker. Dat extra verdriet bij die mensen, bovenop het verdriet dat ze al hebben. Ja, dat raakt mij natuurlijk ook. Het is niet zo dat je je emoties uitschakelt.’
Zijn het daardoor zwaardere weken voor je?
‘Ik ben echt leeg na een dag met een uitvaart. Je weet dat het voor die mensen nu extra lastig is, dus wil je er extra voor ze zijn. Ja, dat maakt het wel harder dan anders, ja.’
En voel je die urgentie op het moment meer dan anders? Omdat er meer mensen doodgaan? Omdat mensen minder makkelijk afscheid kunnen nemen?
‘Nou, in zekere zin wel. Ik let er ook extra op dat ik gezond blijf. Ik wil echt niet hebben dat ik zelf klachten krijg, want dan kan ik niet meer naar die mensen toe. Dan kan ik ze niet meer helpen. Dat lijkt me echt vreselijk, dat ik die mensen moet opbellen om te zeggen dat het allemaal wéér anders gaat. Alleen omdat ikzelf verkouden zou zijn of klachten heb. Het lijkt me zó vreselijk om iemand uit zo’n familie aan te steken. Dat is echt te veel verdriet in één keer.’
Ilse Hendriks (1975) is uitvaartondernemer. Eerstvolgende dienst: morgenmiddag.
- Ilse Hendriks