Het uitverkochte Haldern Pop festival heeft het afgelopen weekend weer veel Nederlands publiek over de grens getrokken. De verwachting is hetzelfde: veel ontdekkingen bitte, en een paar oude bekenden die nog altijd leveren. De nieuwe lichting wordt grotendeels in de spiegeltent geplaatst, een plek die optredens een magisch randje geeft.
Hoe de act en het publiek elkaar vanaf de eerste seconde versterken blijkt bij het trio Haiku Hands. De drie meiden laten het de houten vloer tot ver achterin kraken en de telaatkomers bij het grote scherm buiten zingen net zo hard mee. De Aussies maken energieke elektronische hiphop-pop die wordt versterkt met een vrolijke fuck you-attitude, danspasjes, megafoons en geklim in palen. Het doel wordt benoemd: feest vieren. Dat gebeurt met energie, speelsheid en lol.
Op Haldern is de belangrijkste nieuwe sound van het Verenigd Koninkrijk ook te horen. Of oude klank eigenlijk, want Fontaines DC zit in een bekende traditie van postpunk. De Ierse band is van de rake staccato klappen, de vaak net zo staccato zang en een geluid dat onmiddellijk zo oprecht en urgent klinkt, dat de spiegeltent broeit. De straat is nooit ver weg: ‘Dublin in the rain is mine, a pregnant city with a Catholic mind’, begint Grain Chatten om later de droom van velen eruit te schreeuwen: ‘My childhood was small. But I’m gonna be BIG.’ Fontaines DC is de band die het waar moet maken en dat doet met ook een onmiskenbare golf Joy Division in sound en voordracht.
Die intensiteit is ook aanwezig bij Idles, enkele jaren geleden ook in die spiegeltent, nu op een headliner-positie op het hoofdpodium. De band is explosief en deelt graag vuistslagen uit die niet op het hele veld worden opgevangen. Het dubbele: de muziek en de maatschappijkritische boodschap smeken om gespeeld te worden in een dampend hok met zweet op de muren, maar Idles is ondertussen zo groot dat de grote menigtes een logische volgende stap zijn. Dan moet je wel tegen zo’n tonnetje buskruit kunnen. Wie vooraan staat kan er niet om malen en ziet een krachtig optreden.
De Britse politiek is hoorbaar bij zanger Joe Talbot, maar ook de Nederlandse dj St. Paul heeft het thema in zijn erg geslaagde set verwerkt. Ook rapper Loyle Carner blijft de boodschap verkondingen, zelfs na het laatste nummer: ‘Fuck Brexit, fuck Boris Johnson.’ Tijdens het optreden heeft hij al benoemd dat we naar Europeanen staan te kijken. Carner is in vorm. De Zuid-Londense artiest is de meest likabale rapper die een publiek kan tegenkomen. Het hart op de kwetsbare ziel, een vriendelijke kop die de gunfactor afdwingt. Hij wint ook veel zieltjes met zijn soulvolle tracks. Soms zwoel, soms voor de vuist in de lucht.
Een Nederlands tintje krijgt een Duits tintje. Ich will ganz einfach schwimmen, klinkt het opeens bij Spinvis die laat aan de line-up is toegevoegd. Erik de Jong heeft gekozen voor een timide set die theater ademt. Naast zijn Nederlandstalige werk krijgen de Oosterburen ook wat vertalingen te horen. Toch worden voornamelijk de aanwezige Nederlanders bereikt. Zijn kleine opzet zorgt voor een erg mooie breekbaarheid, maar met een festivalset, die Spinvis ook in zich heeft, was de kans om wat rijen verderop ook zieltjes te winnen, groter geweest. Toch verliezen nummers als Bagagedrager en Club Insomnia jaren later nog geen greintje kracht.
Het gaat enkele tegenpolen van Spinvis een stuk beroerder af. De noiserock van Daughters is een poel van lelijkheid en de zanger de onbetwiste koning van dit moeras waar het publiek alleen maar met een vies gezicht naar kan kijken. De Duitse band Kadaver sneuvelt door gedateerdheid. Hun rock à la Black Sabbath heeft weinig in 2019 te zoeken. Indiepopband Whitney heeft wel de liedjes, maar komt, zoals vaker, niet het podium af.
Haldern heeft de kracht om bands aan zich te binden en ze in hun groei te volgen. Headliners als Balthazar en Michael Kiwanuka zijn al eerder op het festival aanwezig geweest, maar in populariteit gegroeid. Beiden worden in Nederland al in Afas Live geboekt. Balthazar toont zich ook headliner-waardig met hun lijzige cool en een sound die losjes en zwoel voelt maar vooral razend slim in elkaar is gezet. Ook de klanken van Michael Kiwanuka zijn volledig in orde. De folky soul met wat 70s rock-invloeden klinkt warm, zijn stem al helemaal, en tegelijk wat degelijk. Qua materiaal heeft de Londense zanger voldoende munitie om de headliner-positie te dragen. Nieuwe single Money is daar een welkome aanvulling op.
Haldern beleeft in 2019 een sterke editie die al vanaf dag één in gang is gezet. Het Oostenrijkse Electro Guzzi is een bijzonder gezelschap dat minimal techno als three piece band speelt. Het werkt bezwerend: de band geeft het elektronische genre met achter gitaar bas en drum een ziel en een groove. Erg sterk, net als een van de belangrijkste buzzbands op Haldern: Black Midi. De piepjonge Britten hebben een volwassen, complexe sound. Wordt het ene moment hoekig Talking Heads gespeeld, een seconde later klinken dwarse jazzy ritmes en stoomwalsnoise. Black Midi blijft constant spannend en intens.
Bij de surffunk van Khruangbin is het juist exotisch en laidback. Tweederde van het trio zet het sfeertje extra aan door met zwarte pruik ontspannend rond te lopen. De Thaise funk wordt gemixt met psychedelica en soms een gitaarsolo waarvoor Slash zijn hoed afneemt. Na afloop heeft iedereen extra veel zin in de nieuwe Quentin Tarantino-film. Tel er nog de theatrale zwierpop van Father John Misty en de aangename electronica meets bandje van het Berlijnse Brandt Bauer Frick bij op en Haldern Pop heeft het deze editie sehr gut geschafft.
Vorig jaar waren we ook op Haldern Pop, en de jaren ervoor ook.