Het WK vrouwenvoetbal bewijst dat ‘sport’ het simpele mensen-anagram is voor ‘opportunisme’. Als het Oranje draagt en een bal beroert, moeten we kennelijk collectief juichen. Maar waarvoor? Het zijn harkenpotjes met korfbaluitslagen, opgeluisterd door onbezielde commentatoren die hun clichés van ver moeten halen om negentig minuten miskleunen volgeluld te krijgen. Vrouwenvoetbal wordt volledig ten onrechte opgepijpt (opgebeft?) tot nationaal juichmoment.
Disclaimertje: hier spreekt geen Vinex-Spengler met intrinsieke vrouwenhaat die het wijf achter het wasbord wil en om half zes zijn AGV’tje opgediend wenst te krijgen. Als de meisjes het edele grasballet genderneutraal willen maken, dan gaan ze hun godendochterlijke gang maar. Als ze de sport willen veroveren op de man ook: ‘onze’ OranjeLeeuwinnen behoren tot de wereldtop en de KNVB investeert om het vrouwenvoetbal verder te professionaliseren. Knap werk van getalenteerde grieten die mij sowieso alle hoeken van de grasmat zouden laten zien, want ik ben een dubbele linkspoot die zelfs in het G-team nog reserve zou zitten. De enige bal waar ik een beetje mee overweg kan, is de balpen en zelfs daar zijn de analyses over verdeeld.
Maar nu terzake met het kundige commentaar. Het stoort niet dat vrouwen voetballen, maar dat er zo’n heilige graal van gelijkheid van gemaakt wordt. Een prominente plek op het uitzendrooster, in de krantenkolommen en in alle praathoofdprogramma’s – voor een tweederangs competitie. Het is krampachtig, cringy en zo overduidelijk een overcorrectie op sociaal wenselijk gedrag. ‘Kijk, feminisme wérkt want vrouwen zijn net zo goed in voetbal als de mannen.’
Nee. Het werkt niet en het leidt tot hilarische vicieuze cirkels. Vrouwen willen dat ‘hun’ voetbal gelijkwaardig wordt behandeld, commentatoren leggen vervolgens de prestaties van de Oranjedames langs de meetlat van de mannelijke mediaan, en dan is kritiek op het povere spel tóch weer seksisme. Dat vrouwen nou eenmaal minder sterk, snel en duurzaam gebouwd zijn voor negentig minuten dribbelen moet onbenoemd blijven, maar de meeste landenteams voor labiae zouden het nog steeds afleggen tegen de lulletjes-A1 van een potente jongensclub.
Vrouwenvoetbal is geen showcase van gelijkwaardige topsport, het is een monument voor de Nederlandse tweedeplaatsmentaliteit waarin meedoen belangrijker is dan winnen. Afgedwongen gelijkwaardigheid, omdat de bond het wil, de media het zeggen en de feministen veinzen dat vrouwenvoetbal net zo relevant is als mannenvoetbal, om op de vuvuzela van de vrouwenvictorie te kunnen toeteren. De rondvaart voor runner-ups begon al voordat de eerste bal werd afgetrapt.