'Pegida heeft een punt: het demonstratierecht geldt ook voor bruinhemden'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan Edwin Wagensveld van Pegida.

Leon Verdonschot

Beste Edwin Wagensveld van Pegida,

De tijd dat we over Pegida spraken in termen als ‘bezorgde burgers’ is voorbij. In Duitsland was het kort een massabeweging, vergelijkbaar met de gele hesjes. Pegida hier bestaat uit jou en wat bruinhemd-achtige grondtroepen die varkenslapjes barbecueën voor de ingang van een moskee of een steniging naspelen.

Je nieuwe hobby is het aanvragen van demonstraties op momenten dat de kans groot is dat ze worden verboden, zodat je daarna kunt zeggen dat de vrijheid van demonstratie kennelijk niet geldt voor blanken, of een variant daarop. In Eindhoven vroeg je vijf demonstraties aan binnen een maand.

Ik zou het liever toegeven bij iemand met wie ik enige ideologische, stilistische of culinaire affiniteit heb, maar je hebt hier wel een punt. Een belangrijk punt, zelfs. Het punt van demonstratierecht.

Niemand betwist dat recht bij demonstraties van brave vakbonds-petjes, ingewikkelder wordt het wanneer een aangekondigde demonstratie tegenreacties oproept en er geweld dreigt. Sommige burgemeesters komen dan opeens met gelegenheidsargumenten.

De burgemeester van Eindhoven verbood een Pegida-demonstratie tijdens het Suikerfeest omdat dat ‘tot onbegrip en weerstand zou leiden bij de moslimgemeenschap’. Het meest krankzinnige argument dat ik ooit heb gehoord tegen het demonstratierecht: niet iedereen zal het doel van de demonstratie begrijpen. Alsof er óóit wordt gedemonstreerd voor een doel dat iedereen onderschrijft (‘Lekker weer, nú!’).

Eerder leidde een Pegida-demonstratie in Eindhoven tot rellen en de burgervader vreesde na de aankondiging van tegenacties nu voor een herhaling. In de praktijk is het aankondigen van een tegendemonstratie meteen verkapte dreiging van geweld, dus voldoende om een demonstratie niet te laten verplaatsen naar een of ander weggestopt industrieterrein, maar ronduit te laten verbíeden.

Als het recht op demonstratie werkelijk iets betekent, dan is de consequentie dat het onacceptabel is dat anderen dat grondrecht saboteren. En is de consequentie dus dat de demonstratie beschermd moet worden tegen die anderen. Of die anderen nou blokkeer-Friezen zijn of islamitische relschoppers, en of de demonstranten nou voor Kick Out Zwarte Piet zijn of tegen Pegida.

Het gaat niet om de inhoud van de demonstratie, maar om het Principe – jazeker, meteen hoofdletter. En omdat het om het Principe gaat, mogen de kosten van politie-inzet of al het gedoe ook geen argument zijn. De politie staat uiteindelijk niet een groepje demonstranten te beschermen, maar het demonstratierecht en daarmee de rechtsstaat. Dat mag wat kosten. Zelfs de erkenning van dít gelijk van Pegida.