Een paar maanden geleden pakte akkerbouwer Jan Reinier de Jong (44) pen en papier en ging aan zijn eettafel zitten. Hij wist al langer dat het weer van 2018 flinke impact had op zijn inkomsten, maar zette de schade toch maar eens op papier. Zo’n 86.000 euro bleek zijn jaaromzet lager te zijn dan begroot. Bijna 30 procent van de opbrengst die hij normaliter haalt uit zijn ongeveer honderd hectare grond vol suikerbieten, aardappels en graan. Een flinke hap uit zijn inkomen.
‘Zo’n droogte als vorig jaar had ik nog nooit meegemaakt,’ vertelt De Jong nu, weer zittend aan zijn eettafel in het Drentse Odoorn, een akkerbouwgebied bij uitstek. ‘Ik hoorde mijn opa weleens over ontzettende droogte in de jaren 60 of 70, maar vorig jaar maakte ik dat voor het eerst ook zelf mee. De droogte was enorm en had grote impact. Ik zag gewassen verpieteren, maar was machteloos. Ik stond erbij en keek ernaar, en moest het accepteren.’
De Jong is een boerenzoon, zoals zoveel akkerbouwers het boeren leerden van hun voorvaderen. Zijn boerderij staat midden op de Hondsrug, zo’n 25 meter boven zeeniveau op de top van het omgekeerde soepbord dat Drenthe is. Veel water zit er daarom ook niet in de grond, waardoor de droogte er meer impact heeft dan elders. De Jong ziet regelmatig reeën grazen op zijn land, dat grenst aan de Hunebed Highway, zoals de N34 vorig jaar is gedoopt om meer toeristen te trekken. ‘In de zomer stonden we een weekje met een caravan op de camping hier in de buurt. Iedereen was hartstikke blij, want het was 34 graden. Maar ik niet, ik vond er niks aan en was hartstikke aan het balen.’
Hoe langer het droog bleef, hoe minder goed zijn gewassen konden groeien. ‘Suikerbieten slapen als het droog is en groeien pas verder als het weer begint te regenen. Maar daardoor misten we vorig jaar wel twee maanden groei in een seizoen van zeven maanden. De suikerbieten waren daardoor een stuk kleiner dan normaal en brachten minder op. Dat gold ook voor de aardappels. Op die manier hebben we veel oogst verloren zien gaan.’ Slapeloze nachten had De Jong er niet van. ‘Het is ook een ondernemersrisico, het ene jaar heb je meer opbrengst dan het andere. Of de overheid moest bijspringen? Ach, er was geld beschikbaar vanuit Brussel en in België is ervoor gekozen om de boeren te compenseren voor de schade. Hier niet en dat is jammer, maar meer niet. Je kunt je ook verzekeren, maar dat is kostbaar en er wordt pas uitbetaald als je meer dan 30 procent schade hebt. En dat is veel, heel veel.’
Ook dit jaar heeft het weer al invloed op De Jongs bedrijf. Eind maart moesten eigenlijk de eerste pootaardappels de grond in, maar het weer zorgde voor uitstel. ‘Het regende toen behoorlijk, waardoor de grond te nat was. In plaats van twintig weken groei zullen de aardappels het nu met één of twee weken minder moeten doen. Het is zoals het is, maar leuk is het niet. Je moet als boer klaar zijn voor de dingen die gaan komen. Naast de droogte hadden we vorig jaar ook last van zware regenbuien. Zo leg ik bij een laag gedeelte nu standaard een greppel aan om overvloedig water te kunnen afvoeren. Aardappels kunnen 24 uur onder water staan, maar daarna zijn ze verrot. Ik moet ervoor zorgen dat het water ook snel weer weg is.’
Het abnormale weer is niet het enige dat De Jong bezighoudt. Ook denkt hij meer en meer na over duurzaamheid en over de toekomst van het boeren. Op de daken van zijn huis en schuren liggen in totaal 1057 zonnepanelen en een paar maanden geleden heeft hij zijn dieselheftruck ingeruild voor een elektrische. Daarnaast gebruikt hij zeven hectare van zijn grond voor agrarisch natuurbeheer. ‘Daar komen veel bijen, spinnen, knof lookpadden en vogels. We willen graag een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Duurzaamheid is heel belangrijk en daar wil ik mijn ogen niet voor sluiten. Ik wil iets moois nalaten voor mijn kinderen,’ vertelt De jong, die met zijn vrouw José drie jonge dochters heeft. Of een van hen het bedrijf in de toekomst overneemt, weet hij nog niet. ‘De oudste is twaalf, dus dat is nog te vroeg om te zeggen. Voorlopig blijf ik dit werk zelf nog doen, want het is het mooiste dat er is. Je stopt een aardappel in de grond, na vier weken komt die op, wordt een plant die bloeit en na een week of twintig zitten er allemaal van die kleine knikkers aan. Ja, dat is gewoon hartstikke mooi.’
Bang voor nog een extreem jaar als 2018 is De Jong niet. ‘Er is zeker sprake van klimaatverandering, maar dit was extreem. Het is alsof het winnende lot van de Staatsloterij hier was gevallen; die kan de komende twintig jaar nog best een keer vallen, maar we moeten ons niet bang laten maken. Hoewel ik niet hoop dat het dit jaar opnieuw zo droog wordt, zou het misschien juist wel goed zijn als het weer gebeurt. Heeft de consument ooit gemerkt dat er droogte was? Volgens mij waarderen mensen voedsel niet altijd en is het voor velen vanzelfsprekend dat het er is. Als er nog een jaar van droogte is, zal de voorraad mogelijk schaarser worden en vindt er een prijsverandering plaats. Dat zou misschien weleens goed zijn voor de consument.’
Als hij later dit jaar opnieuw pen en papier pakt om zijn opbrengst op een rijtje te zetten, hoopt hij niet te lezen dat hij wederom bijna een ton is misgelopen. ‘Er moet dan gewoon 0 staan, zo simpel is het. Als ik wel weer schade heb, zal ik het moeten accepteren. Stoppen is geen optie. Boer ben je en boer blijf je.’
Lees het hele artikel in Nieuwe Revu 22 en op Blendle.