'Coalitiestaat Nederland ligt onder een verstikkende deken van eeuwig overleg'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker.

Leon Verdonschot

Beste longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker,

Nederland heeft een samenwerkingsorganisatie van honderdvijftig gemeenten, bedrijven en clubs om het land rookvrij te maken: de Alliantie Nederland Rookvrij. Jullie, als longartsen dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van roken, zaten daar ook in. Záten, ja: jullie zijn eruit gezet. De reden: te activistisch. Nederlandse oncologen zijn nu woedend en eisen dat de alliantie jullie plek aan tafel teruggeeft.

Nederlandser kan het bijna niet: zelfs een organisatie met een heel concreet doel (namelijk Nederland rookvrij, naar we mogen aannemen niet voor niets de twee laatste woorden van de club zelf), een heel concrete datum (2035), een heel concrete motivatie (jaarlijks meer dan twintigduizend doden door roken en meeroken) en een heel concrete tegenwerker (de tabakslobby, van alle propagandisten van foute industrieën de allerschoftigste), zélfs zo’n club mag niet ‘confronterend’ zijn.

Want Nederland: coalitiestaat, consensussamenleving, compromisvolk, convenant-land. Eerst meel in de mond graag en dan pas spreken. Hier liever ‘zelfregulering’ dan gewoon een wet, hier de ‘intentieverklaring’ boven de bindende afspraak. Met evenveel mensen als onze volledige Tweede Kamer aan een tafel die vooral niemand voor het hoofd moet stoten. Samen onder de verstikkende deken van het eeuwig overleg.

En dus liever niet twee artsen aan die tafel die in hun spreekkamer dagelijks de dood in de ogen kijken en vinden dat dat vandaag nog moet zijn afgelopen, en die de haast en urgentie ook de táál geven die daar bijhoort, inclusief uitroeptekens.

Op jullie website TabakNee wordt iedereen die zich voor het karretje van de tabaksindustrie laat spannen gewoon met naam en rugnummer genoemd. Dankzij jullie mag de tabaksindustrie sinds een paar jaar niet meer meepraten over rookbeleid: jullie spanden een rechtszaak aan om de overheid te dwingen zich aan een VN-verdrag over dit onderwerp te houden, en wonnen. Jullie horen niet alleen aan die tafel, jullie verdienen het hoofd ervan.

Ik hoorde op Radio 1 de voorzitter van de Alliantie, Floris Italianer, proberen uit te leggen waarom jullie niet meer welkom zijn aan z’n tafel. Jullie koers, zei hij, is ‘een wat meer activistische’, en dat is ‘een heel effectief middel gebleken’, dat jullie ook ‘uitstekend hebben gedaan’ en hij zag ook nog steeds ‘heel veel mogelijkheden voor samenwerkingen’ en benadrukte zijn ‘uitgestoken hand’. En toen hij die rituele dans der beleefdheden had afgerond, kwam de clou: hij ziet meer in een strategie ‘van verbinden’ en ‘draagvlak’.

De luisteraar wist genoeg: met zo iemand win je de oorlog niet, want hij gaat hem niet aan. Die gaat de vijand te lijf met een verbanddoos. Die is dus ook blij met het preventie-akkoord dat er nu ligt, waarin de tabaksaccijnzen maar één jaar worden verhoogd, waarna er eerst een ‘onderzoek’ naar de ‘effectiviteit’ daarvan volgt, de traditionele Nederlandse manier om een maatregel te vertragen, of te annuleren.

Tegenover zo iemand zijn jullie, kortom, van het menstype dat tegenstanders graag ‘drammer’ noemt. Dat is onbedoeld bijna altijd een groot compliment. Lang leve de drammers!