Zo, oud en nieuw hebben we weer gehad. Mijn feest is het niet. Ik word altijd wat weemoedig rond twaalven. Als buiten alle prullenbakken de lucht in gaan, vingers van handen worden gerukt en ogen uit kassen worden geblazen en binnen wordt getoost, gekust en gegelukwenst, giet ik glas na glas champagne achterover, niet om het te vieren, maar om de scherpe randjes van zowel m’n aanstellerige nostalgie voor wat voorbij is, als de angst voor de onbekende, onbetrouwbare toekomst af te zuipen.
Als je het mij vraagt, kun je mensen in twee groepen verdelen: zij die 31 december om middernacht de geboorte van het nieuwe jaar vieren en zij die dan rouwen alsof het de crematie van het oude jaar is. Ik hoor bij die laatste groep. Natuurlijk, het jaar had z’n ups en downs, en zelfs al was het 365 dagen kutzooi wat de klok sloeg, na verloop van tijd wist je in ieder geval wel zo’n beetje wat je aan dat jaar had.
Van het nieuwe jaar moet je altijd nog maar zien wat het wordt. Die eerste paar uurtjes zijn natuurlijk nog leuk, met je bolle oliebollenbuikje, anderhalve fles prosecco die door je aderen giert en een neus vol Colombiaanse poedersuiker. Ook de dagen erna zou je ondanks je kater het gevoel kunnen hebben dat alles – in positieve zin – nog mogelijk is.
Het nieuwe jaar is dan als een pasgeboren baby. Geen verleden, alleen maar toekomst. Je hoopt op het allerbeste voor dat schattige hompje mens. Projecteert er al je onhaalbare dromen en onredelijke verwachtingen op. Zelf kan het nog geen ene reet – ja, kakken en janken – maar als jij héél, héél, héél erg hard je best doet, wordt het vast een mirakel op school en een wonder op viool.
Maar zo gaat het natuurlijk nooit. Want ondanks al je goede bedoelingen maak je fouten en keuzes die niet al te best zijn. Bovendien heb je niet alles zelf in de hand. Stom toeval en de genen van zo’n kind, bijvoorbeeld. Dus voor je het weet, is het achttien en stemt het PVV. Of zit het tegen Tygo Gernandt in het Brabants te raaskallen over z’n GHB-verslaving. Of gaat het als knalroze cowboy verkleed naar de Toppers, op de heen- en terugreis lekker met z’n eveneens verklede maten door de trein lopen schreeuwen.
Misschien opent het op het schoolplein wel het vuur op z’n klasgenootjes, omdat niemand ’m wil neuken, met z’n loensende, luie oog, hazenlip, peenhaar, roos, platvoeten, O-benen, zwemvliestenen, puspuisten, etterende mee-eters en overige acné, uitslag in de schaamstreek, oorsmeer, loopneus, stinkbek, cariës, rughaar, zweetlucht, flatulentie en dat obsessieve-compulsieve gemartel van vogels en kleine zoogdieren.
Ik snap het dus wel, dat mensen blij zij dat het oude jaar voorbij is, maar ik begrijp niet dat ze keer op keer weer verwachten dat het nieuwe jaar beter zal worden. Want je kan het zo gek niet verzinnen, of het kan altijd slechter.