Topdarter Raymond van Barneveld (51) is al vier jaar overspannen, zo hebben ze in het ziekenhuis vastgesteld. Wie kampt met een burn-out, moet een break nemen. Maar dat kan niet in de topsport. Vandaag kondigt Barney zijn pensioen aan.
Een burn-out voor een pijltjesgooier; we horen de cynische critici al honen.
Best begrijpelijk. Veel mensen zien darten als een spelletje. Darters drinken bier en hebben niet het figuur van atleten; daarom wordt er vaak gekibbeld over de vraag of darts nou topsport is of niet. Lichamelijk hoeft er weliswaar niet zoveel intensieve fysieke arbeid te worden verricht, maar er wordt wel degelijk ontzettend veel tijd gestoken in professionele training en voorbereiding. De druk op de geest is enorm, mede vanwege de ongekende populariteit en het duizelingwekkend hoge prijzengeld. Dat Van Barneveld aan Victoria Koblenko in sportblad Helden vertelt al vier jaar depressief te zijn, is dus niet heel gek.
Wie overspannen is, pauzeert toch even?
Zo makkelijk is het helaas niet. Bij Van Barneveld sputtert het lichaam steeds meer tegen. Dat hij al jarenlang amper thuis is, valt hem steeds zwaarder, net als het verwerken van nederlagen. Maar van binnen voelt hij de adrenaline nog door zijn dikke darterslijf gieren en de aantrekkingskracht van het podium is sterk. Van Barneveld zit in een spagaat: ‘Als ik een half jaar stop om bij te komen, dan lig ik eruit en mag ik opnieuw beginnen.’
Kan hij thuis wat steun vinden?
Oei, touché. Zijn thuissituatie is juist een van de aanleidingen van Barneys neerslachtige gevoelens. Afgelopen zomer werd zijn vrouw Sylvia thuis overvallen, waarbij er een pistool tegen haar hoofd werd gedrukt. Van Barneveld zat voor het darten in Engeland en kon er niet voor zijn vrouw zijn, om haar gerust te stellen. Dat zorgde thuis voor spanningen. Barney vindt het ook onverteerbaar dat hij zijn kleinkinderen zo weinig ziet. De keus tussen darten of thuisblijven wordt steeds lastiger.
Wat moeten we weten over Raymond van Barneveld?
Liep als postbode de postcodes 2514 tot 2516 in zijn geboortestad Den Haag. Gooit nu geen brieven meer door de bus, maar pijltjes op het bord. Won in 1998 zijn eerste wereldtitel. Maakt al twintig jaar lang een volslagen gekte mee door zijn bekendheid. Moest beddenzaken openen, stond op beurzen en zag zichzelf terug op dekbedovertrekken. Proeft nu ook de keerzijde van de roem.
Wat vindt Raymond van Barneveld van zichzelf ?
‘Ik heb de wereld in mijn vingers.’
Wat vinden wij van Raymond van Barneveld?
De keuze om de pijlen aan de wilgen te hangen is een schot in de roos.
Wat vinden anderen van Raymond van Barneveld?
Victoria Koblenko (actrice & journalist)
‘Naar mijn indruk heeft Raymond recht op langdurige rust. Dat zou zowel voor zijn gezondheid, voor zijn relatie en zijn grootvaderschap het beste medicijn zijn. De vraag is alleen of hij dat zichzelf gunt, want rusten is geen mogelijkheid: de enige vorm van rust in topsport is stoppen. En dat is een bittere pil om te slikken. Er zat een buitengewoon kwetsbare, lieve man voor me tijdens het ontwapenende interview voor Helden. Iemand die je het niet gunt om nog een wedstrijd te verliezen, omdat je dan bijna zelf voelt hoe pijnlijk dat voor hem is. Dat sloopt hem. Tot aan dat interview heb ik me nooit gerealiseerd dat zo’n sport eigenlijk structureel slaaptekort met zich meebrengt. Dat was voor mij een schok.’
Jaco van Bodegom (manager & vriend)
‘Raymond en ik zijn zo’n 250 dagen per jaar met elkaar op pad. Sinds 1 januari 2018 ben ik officieel zijn manager; zijn vorige manager was meer een sponsor/investeerder die nooit meeging naar het darten, maar wel een percentage van zijn prijzengeld cashte. Raymond is een absolute winnaar. Het enige wat hij mist, is realiteitsbesef. Als Michael van Gerwen een fantastische wedstrijd speelt, maar toch verliest, blijft hij doorgaan op dezelfde weg. Als Raymond verliest, zit hij in zak en as. Zelfs als hij fenomenaal speelde, twijfelt hij. Dan wil hij van pijl veranderen en is niks meer goed. Na een verlieswedstrijd laat ik hem met rust. Dan laat ik hem zijn dekbed over zijn hoofd trekken, we spreken elkaar de volgende ochtend wel weer op het vliegveld. Maar als hij wint bij een slechte wedstrijd, dan is het wél oké. Dat rijmt bij mij niet. Hij kampt met een burn-out en zijn diabetes wordt steeds heftiger, dan moet je soms realistisch zijn en een verlies eenvoudiger verwerken zonder dat je je koers drastisch wil gaan wijzigen. Zijn zwakste kant is zijn zelfvertrouwen, zijn eeuwige twijfel of hij het juiste doet. Daar praten we veel over. Ik zie hem voorlopig nog niet stoppen, hoezeer hij er ook van baalt dat hij zoveel weg is en zijn kleinkinderen zo weinig kan zien. Hij heeft een enorme drive om nog één keer de beste te zijn. Op welk toernooi dan ook, het liefst een WK, wil hij nog één keer een beker omhoog houden. Die honger is zó groot! Tegelijk wordt zijn spagaat ook steeds groter, totdat hij met 180 graden gespreid met zijn kruis op de grond zit.’
Co Stompé (darter)
‘De druk om te winnen ken ik, de angst om te verliezen niet. Ons publiek is kritisch en spreekt van “wij” als we winnen, maar van “zij” als we verliezen. Dat brengt wel wat druk en stress met zich mee. Helemaal bij Raymond – bij wie de bedragen hoger zijn en dus de belangen eromheen groter – komen spanningen kijken. Dat hij gedeprimeerd raakt doordat het niet wil lukken en het allemaal niet gaat zoals hij wil, snap ik wel. Daarnaast breekt het vele reizen hem op. Zijn grote probleem is echter het omgaan met verlies. Dat is de absolute topsporter in hem: hij moet en zal winnen, maar stelt zichzelf keer op keer teleur. Dan krijg je weleens ruzie met jezelf. Nee, over zijn psychische problemen heb ik het nooit met hem gehad. Ik denk dat het pure frustratie is dat hij het nu naar buiten heeft gegooid, want normaal gesproken deel je dat soort dingen niet met de media.’