'Nederland moet oorlog kunnen voeren in cyberspace'

In een exclusief interview met Nieuwe Revu legt Commandant der Strijdkrachten Rob Bauer uit wat Defensie, na 25 jaar bezuinigen, met 5 miljard euro extra budget gaat doen. 'Cyber wordt steeds belangrijker.'

Rob Bauer

Hoe beviel uw eerste jaar als Commandant der Strijdkrachten?
‘Het is een druk jaar geweest dat hectisch begon door het vertrek van minister Jeanine Hennis en mijn voorganger Tom Middendorp. Een week later trad ook een nieuw kabinet aan, met twee nieuwe bewindslieden op het ministerie. In die situatie begon ik zelf aan mijn nieuwe functie. Dit voorjaar kregen we duidelijkheid over het extra geld voor de strijdkrachten en werd vastgesteld waar we prioriteit aan gingen geven en dus waar we het geld aan gaan besteden. Dat is na ruim 25 jaar bezuinigen ingewikkelder dan mensen zich misschien realiseren. Groeien vraagt namelijk een heel andere mindset dan bezuinigen, en dat was wel de cultuur waarin iedereen is opgegroeid. Dat vergt heel veel overtuigingskracht en uitleg.’

5 miljard erbij, zoveel lijkt dat niet na 25 jaar bezuinigen, toch?
‘Dat lijkt zo, maar het is wel een structurele ophoging van het Defensiebudget. Dat betekent ieder jaar anderhalf miljard erbij, dus onze begroting stijgt met 17 procent.’

Wat gaat er nu precies gebeuren met het extra geld?
‘Op de eerste plaats reserveren we van de extra 1,5 miljard structureel 275 miljoen euro voor het verbeteren van slagkracht, bedrijfsveiligheid en werkgeverschap. Uit deze pot komt bijvoorbeeld extra geld voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden, waaronder reparaties van pensioenen. Daarnaast wordt het in 2014 opgerichte Defensie Cyber Commando verder versterkt. Daar gaat 20 miljoen euro extra naartoe; cyber wordt steeds belangrijker en we moeten ook oorlog kunnen voeren in cyberspace. Op de tweede plaats gaan we structureel 400 miljoen extra investeren in de ondersteuning van de krijgsmacht. Dat houdt in: Combat Support (gevechtssteun) en Combat Service Support (logistiek). Voor de marine kopen we bijvoorbeeld een bevoorradingsschip, voor de luchtmacht transportvliegtuigen en bij de landmacht gaat het bijvoorbeeld om het oprichten van een extra bevoorradings- en transporteenheid, extra geneeskundige eenheden en meer artillerie-eenheden. Op die onderdelen hebben we de laatste 25 jaren het meest bezuinigd. Na de jarenlange bezuinigingen doet dat wat met je slagkracht, omdat je een operatie dan niet lang kunt volhouden. We hebben daarom besloten de gevechtssteun en de logistiek met ongeveer drieduizend mensen te versterken, voor de hele krijgsmacht. Meer dan de helft van die 1,5 miljard, ten slotte, gaat structureel naar investeringen. Dat is nodig voor grote uitgaven zoals het vervangen van onze grote wapensystemen. Uit die pot hebben we de laatste jaren steeds geld gepakt om de exploitatietekorten te repareren. Die pot wordt nu weer aangevuld én gebruikt waarvoor die is bedoeld. Dat is een voorwaarde om een moderne krijgsmacht te blijven.’

Lees het hele interview op Blendle.