Ophef, woede en verontwaardiging waaien weer door het land! Schuld van Geert Wilders, die onrust en dreiging aanwakkert met een cartoonwedstrijd over de profeet Mohammed. Het is wat mij betreft ontzettend simpel. Het op verontwaardigde wijze verdedigde recht op provocatie door Geert Wilders weegt altijd zwaarder dan de met nog meer schreeuwende verontwaardiging omgeven wens om van provocatie gevrijwaard te blijven.
Zeker als de klagers in Pakistan zitten, en wij hier in de vrije polder. De drang om onszelf aan banden te leggen om een land aan de overzijde van de aardbol (en in een tijdzone waar de klok van de vooruitgang hele luie slagen maakt) niet tot last te zijn, is tragische zelfverloochening. Zij zijn óns tot last, met hun achterwaartse overtuigingen, niet andersom.
Je kan zeggen: verzin eens wat nieuws, Geert. Maar tekeningetjes zijn al ons laatste woord. Ons definitieve voorstel en de laatste fase van onze westerse ontwapening, waarin we de wapens hebben neergelegd om de pen op te kunnen pakken. Pennen waarmee we internationale verdragen over mensenrechten en vrijheden opstellen en ondertekenen. Pennen ook, die we in de inkt van de spot dopen. Om te plagen, te parodiëren en, ja natuurlijk, ook om te provoceren.
Provocatie is een uitstekend gereedschap om progressie mee te smeden. Cartoons zijn een bijproduct van die progressie: wij seculiere Westerlingen maken tekeningetjes om onze onvrede over bepaalde opvattingen openbaar te maken. Vaak vileine, soms gemene en zeker niet altijd even grappige tekeningetjes, maar tekeningetjes desalniettemin. Dus geen stenen, bommen en AK47’s. Geen oproepen tot geweld, maar satire tegen dogma’s. Geen aanslagen op onschuldigen, maar aanklachten op papier. Geen bloed, maar inkt.
Dat maakt ons progressiever en vooruitstrevender, want ideeën uitdagen met de kroontjespen wint het op alle liberale, morele en humane fronten van een pleit beslechten met het kromzwaard. Maar als we vergeten, verslappen of ons verschuilen voor provocatie, dan stokt de progressie en dan halen anderen ons in. Of ze overrompelen ons, en slepen ons terug naar hun tijd van bangmakerij, bloedvergieten en bukken voor onderdrukking.
Wilders provoceert met zijn cartoonwedstrijd, en niet op een nieuwe manier. Maar hij krenkt geen haar op iemands hoofd. Zoals Kurt Westergaard, Ayaan Hirsi Ali of Salman Rushdie ook nooit iemand geweld hebben aangedaan. De redactie van Charlie Hebdo evenmin. Hun vijanden – niet zij – dreigen met vergelding door bloedvergieten. En als wij het hoofd laag houden, kunnen zij het des te makkelijker afhakken.