Hoe kan het dat er zoveel politieke partijen zijn, maar er zo weinig te kiezen valt? In mijn gemeente, Amsterdam, deden 28 politieke partijen mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. 28! Naast Thierry’s zogenaamde partijkartel zijn dat vooral een hoop single issue-partijen. Er zit wel erg veel onzin tussen, als ik heel eerlijk ben.
Volgens de Stemwijzer kan ik het beste stemmen op een partij zonder naam die als slogan ‘stem op een vrouw’ heeft. Kort daarachter volgen de Anti-Scooter Partij en de Republikeinse Politieke Partij. Kijk, ik ben niet tegen vrouwen, scooters vind ik maar ondingen en het koningshuis kan me al helemaal gestolen worden, maar om mijn stem nou te geven aan een van deze partijen gaat me ook weer wat ver.
Waarom zijn er niet meer partijen waarmee ik veel standpunten deel? Landelijke partijen die mijn stem zouden kunnen krijgen als ze niet zo keihard zouden falen in Den Haag, bijvoorbeeld? (VVD, D66, GroenLinks: lezen jullie mee?)
Als ik mezelf in een hokje zou moeten stoppen, zou ik mezelf groen rechts noemen. Wel met de blik naar voren, dus progressief. Maar zo’n partij bestaat niet – landelijk noch in mijn gemeente. Kijkend naar wat de smaken zijn, lijkt er een gapend gat op rechts voor een groene, progressieve partij. Tot die tijd zou ik even niet weten waarop ik zou moeten stemmen. Dus stem ik vandaag niet.
Ik kies om niet te kiezen. Veel mensen vinden dan dat dat niet kan omdat democratie een verworven vrijheid is, maar het heet niet voor niets stemrecht en geen stemplicht. Wie springt er in het groenrechtse gat?