Badr zal in Rotterdam oog in oog komen te staan met zijn voormalige coach Thom Harinck, die tegenwoordig de trainer is van zijn aanstaande tegenstander, Hesdy Gerges. Ook Gerges (2 meter lang, 110 kilo) is een oude bekende van Badr, eentje waar hij slechte herinneringen aan bewaart. Gerges, zoon van een Egyptische vader en een Nederlandse moeder, groeit op in Badhoevedorp. Hij zit aanvankelijk op voetbal, maar ondanks dat hij een snelle rechtsbuiten is, kan de sport hem maar matig boeien.
Als hij op zijn zestiende voor het eerst in aanraking komt met kickboksen, bergt hij zijn voetbalspullen al snel op. Hij is op slag verliefd. Amper zes maanden later vecht hij al zijn eerste partijtje, dat hij wint op knock-out. Het applaus van het publiek in de zaal bezorgt hem kippenvel. ‘Wauw, man. Ik voelde dat ik wat voorstelde,’ zegt hij in een interview met Het Parool over dat sleutelmoment in zijn leven.
Aanvankelijk werkt hij er nog naast als stratenmaker, maar op zijn 21ste wordt Gerges professioneel kickbokser. Gerges traint bij Chakuriki in Amsterdam, een van de oudste kickboksscholen van het land. De school is opgericht door Thom Harinck, de Amsterdammer die de kickbokssport in Nederland mede groot heeft gemaakt. Talloze grote vechters hebben van Harinck geleerd wat het is om pijn weg te bijten en, vooral, om pijn toe te brengen. Drievoudig K-1-wereldkampioen Peter Aerts, Branko Cikatic (enkelvoudig K-1-wereldkampioen), Lloyd van Dams, Jêróme le Banner, Melvin Manhoef; stuk voor stuk klinkende namen in de kickbokssport die onder Thom Harinck zijn uitgegroeid tot vechtmachines.
Badr Hari komt hier als jochie van zestien binnen. Een lange slungel met een kippenborst en magere benen, maar ook met een charisma dat dan al lichtjaren voor ligt op zijn leeftijd. En met ongeloof lijk veel talent voor kickboksen, dat ziet Thom Harinck meteen. Als Badr met een perfecte spinning back kick de kaak van zijn sparringpartner breekt, weet de trainer genoeg. Hij promoveert Badr naar zijn hoofdmacht. De jonge Marokkaan uit Oost mag zich vanaf nu gaan meten met de grote jongens. En die zullen hem niet sparen. Misschien dat Badr op die manier een toontje lager leert zingen. Omgekeerd leert Badr diezelfde les aan Hesdy Gerges. Tijdens een potje sparren breekt Badr de neus van de nieuweling. Gerges komt de volgende ochtend wel weer gewoon naar de training. De sportschool is geen plek voor mietjes.
Badr Hari kickbokst al sinds zijn zevende. Hij was liever gaan voetballen, maar zijn ouders kunnen de contributie niet betalen. In hun buurt in Amsterdam zit ook een kickboksschool. Een stuk goedkoper en bovendien, zo denkt Badrs vader, een goede manier om zijn zoon wat weerbaarder te maken als hij op de basisschool weer eens wordt gepest en geslagen. Ook op die prille leeftijd etaleert Badr al zijn enorme talent. Hij heeft een aanleg voor de sport, combinaties van stoten en schoppen waar de andere kinderen maanden op moeten trainen, heeft Badr al na een paar keer onder de knie. Zwakke punten heeft hij ook, dan al. Een grote mond kun je op die jonge leeftijd nog wel wegmoffelen, dat vinden de grote mensen vaak nog wel grappig. Maar hij luistert voor geen meter, heeft een broertje dood aan discipline en zo mogelijk een nog grotere hekel aan trainen.
Dat merkt ook Thom Harinck, de kickbokstrainer die zich steeds meer begint te ontpoppen als een vaderfiguur voor Badr. Zijn jonge pupil komt wekelijks bij hem en zijn vrouw Marjan over de vloer, om een bordje mee te eten of om met de kinderen te spelen. Wordt hij geïnterviewd, dan verwijst Badr naar Harinck als ‘mijn vader’. En Harinck, die zijn gym met ijzeren hand regeert, houdt Badr de hand boven het hoofd. Kom je te laat voor de training, dan krijg je straf en mag je eerst vijftig keer opdrukken. Badr komt regelmatig helemaal niet opdagen. Maar als de trainer hem wakker belt, stapt hij toch regelmatig weer in de auto om zijn pupil persoonlijk op te halen. Want Harinck is natuurlijk niet op zijn achterhoofd gevallen. Die ziet dondersgoed dat Badr Hari alles in huis heeft om een toekomstig wereldkampioen te worden.
Badr is dat roerend met hem eens. Die partijtjes die hij in Nederland bokst zijn allemaal leuk en aardig, maar Badr, vindt Badr, hoort thuis op het grootste podium. In Japan, waar miljoenen vechtsportgekke fans de Nederlandse helden van de K-1 op handen dragen. Waar partijen worden gebokst voor een uitzinnig, zeventigduizend koppig publiek in de uitverkocht Tokyo Dome. Waar tientallen miljoenen Japanners de sport live volgen op televisie. Waar Nederlandse vechters als Peter Aerts, Ernesto Hoost, Sem Schilt en Remy Bonjasky grote cheques met heel veel nullen erop triomfantelijk boven hun hoofd houden als ze weer een wereldtitel binnen hebben gesleept. Waar je miljonair kunt worden met je sport.
Lees het hele artikel op Blendle.