Als ik me écht verveel en heel moe ben, zet ik de televisie op het themakanaal Politiek 24. Er is altijd wel een of ander discussiepunt dat niemand interesseert, maar waar verschillende Kamerleden wél over moeten debatteren, omdat zulks nu eenmaal gewenst wordt. De materie is dus vaak saai en ogenschijnlijk onbelangrijk, waardoor mijn aandacht al snel uitgaat naar andere dingen, zoals de mimiek van onze parlementariërs en hun handelingen.
Wat dat laatste betreft valt op dat ze zich regelmatig stierlijk vervelen en daarom, bij wijze van ontsnapping, eindeloos gaan zitten pielen op hun mobiele telefoons, in de hoop dat de uren sneller zullen verstrijken. Ik ben geen paternalistisch mannetje, volgens mij, maar toen ik laatst, tijdens een gastles, met een klas naar een debat keek, had ik moeite om het gedrag van onze volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer te verdedigen. Een bijdehante jongen vroeg namelijk terecht waarom die mensen in hun dure pakken wel mochten appen en zij in het klaslokaal niet.
Dat we allemaal, ongeacht leeftijd, verslaafd zijn aan onze telefoons, is geen groot nieuws. Daar zal ook geen verandering in komen. Maar wie de pretentie heeft met allerlei gewichtige zaken bezig te zijn – wat hopelijk ook waar is – moet zich bewust zijn van de voorbeeldrol die hieraan kleeft. Als ik nu naar debatten in de Tweede Kamer kijk, zie ik een bende kinderachtige mensen, die niet in staat zijn om hun energie en onverschilligheid te beteugelen. Het liefst zouden ze allemaal ergens anders zijn, waar ze niet dat opgesloten gevoel hebben. Merkwaardig genoeg is er wel degelijk een grote overeenkomst met opstandige pubers op school die ook met tegenzin naar een ander moeten luisteren en daarom maar afleiding gaan zoeken.
Maar dit is eigenlijk niet eens het ergste: Khadija Arib moet regelmatig een debat of stemming stilleggen omdat er teveel rumoer in de zaal is. De Tweede Kamerleden proberen te tijd te doden door met elkaar te klessebessen over van alles en nog wat, zodat degene die op dat moment spreekt, aan het gestoelte, totaal niet verstaanbaar is.
We hebben hier natuurlijk met mensen te maken en zij hebben ook hun tekortkomingen, sommigen wat meer dan anderen, maar het zou voor het aanzien en de geloofwaardigheid van de politiek wellicht beter zijn als ze hun oerdriften wat vaker onderdrukten. Tegenwoordig kunnen we op elk moment van de dag, via internet of televisie, volgen wat er in de Kamer gebeurt, en dat is niet bevorderlijk voor het imago van ons parlement.
Daarom een goedbedoelde en welgemeende tip voor politici: als de verveling en de vermoeidheid weer toeslaan, is het misschien beter om gewoon een goed boek te gaan lezen. Deze daad zal niet alleen de eigen kennis en intelligentie bevorderen, maar het is ook een ultiem voorbeeld voor al die scholieren die volop in ontwikkeling zijn en soms met argusogen naar Den Haag kijken. Omdat de literaire fictie het momenteel moeilijk heeft, raad ik vooral romans aan. Dan heeft de boekenwereld er ook nog wat aan.