Een zwarte man van 1,85 meter steelt de identiteit van een blanke, vijf jaar oudere man van 1,75 meter. Niet zo handig: de fraudeur kiest de identiteit van een journalist, die de zaak tot op de bodem uitzoekt. En er een boek over schrijft. Een interview met Kevin Goes, auteur van Mijn Gestolen Leven: Identiteitsfraude in Nederland.
Illustratie: Maki@ShopAround
Ik lees de brief twee keer. Het is woensdag 1 april 2015, dus ik ben extra voorzichtig op deze datum. Het staat er echt: ik heb een betalingsachterstand op mijn huur van 13.101,27 euro. Het gaat om een adres in Dordrecht, waar ik niet woon en waar ik ook nog nooit ben geweest. Op mijn naam staat een huuradres in de Wijngaardstraat. De raarste scenarios vliegen door mijn hoofd, maar het scenario dat steeds terugkomt, is dat iemand hier een fout gemaakt heeft. Dit gaat toch niet over mij? Ik heb nergens schulden gemaakt, ik betaal mijn huur altijd op tijd. Zelfs mijn studieschuld is lager dan het bedrag dat hier op papier staat. In mijn achterhoofd gaat de gedachte uit naar identiteitsfraude, maar die gedachte sluit ik heel snel weer uit. Als ik ergens niet op zit te wachten, is het maanden-, misschien wel jarenlange rompslomp omdat iemand zich voordoet als Kevin Goes.
Iemand heeft onder jouw naam een woning gehuurd en laat jou opdraaien voor de kosten. De huurachterstand is zo hoog omdat in jouw woning in Dordrecht een hennepkwekerij zit. Dus naast het feit dat er identiteitsfraude is gepleegd, wordt jouw naam gebruikt om criminele activiteiten mee te ontplooien. Is dat dubbel erg? Ik heb de meeste problemen gehad van de identiteitsfraude op zich. Dat iemand zich als mij voordoet, dat vind ik heel eng. Als ik terugdenk aan vorig jaar, toen de brief op de deurmat plofte, weet ik nu pas hoe ik me daarbij voelde. Hoe boos ik was, merkte ik pas later, tijdens het schrijven van het boek.
Freek (werknemer van het incasso- en gerechtsdeurwaardersbureau dat bovengenoemde brief met de huurachterstand stuurde, red.) vraagt me een kopie te sturen van een identiteitsbewijs. Daarop stuur ik hem een foto van mijn rijbewijs, het enige dat ik voorhanden heb op dat moment. Even later belt hij. Je lijkt er inderdaad niet op. Inmiddels is me al ter ore gekomen dat de persoon die met zijn foto op mijn paspoort staat, een negroïde man is. Zelf ben ik blank. Ook is hij kaal en geschoren, terwijl ik nog genoeg haar op mijn hoofd heb en meestal met een baardje rondloop. Mijn hart slaat een paar slagen over als ik het document open dat Freek me net gestuurd heeft. Het is inderdaad mijn paspoort. Alleen is de foto anders. (p. 21/22)
Was dit het moment waarop je dacht: dit is geen 1 april-grap, dit is echt? Het moment waarop ik dacht: dit is serieus, was toen ik het telefoonnummer belde dat op het huurcontract staat, en ik mijn eigen naam op de voicemail hoorde, uitgesproken door iemand die ik niet ben. Als je iemand anders dan jezelf hoort zeggen Dit is de voicemail van Kevin Goes Dat was wel een kippenvelmoment, het moment waarop ik dacht: dit is eng.
Ben je ooit aan jezelf gaan twijfelen? Zo van: weet ik wel zeker dat ik het niet gedaan heb, die hennepkwekerij in Dordrecht? Nee, dat niet. Ik heb nooit een moment gehad waarop ik dacht dat ik ergens schuldig aan zou kunnen zijn. Ik ben ooit een keer vijf minuten in Dordrecht geweest, op het station. Dat is het langst dat ik er ooit geweest ben.
Ik heb het voordeel dat ik heel mondig ben. Ik heb gestudeerd, heb een goede baan. Maar er zijn genoeg mensen die dat niet hebben. Lager opgeleide mensen. Die krijgen een brief thuis met een factuur van iets wat niet van hen is, en denken: das niet voor mij, en gooien de brief weg. Daarmee stapel je problemen op. Tot je bij de rechter moet komen, en de rechter zegt: je hebt tien keer zon brief thuis ontvangen. Ja, maar dat ben ik niet. Bewijs het maar eens. Als een brief aan jou gericht is, moet je daar echt werk van maken. Zon brief is niet voor iemand anders, jouw naam staat op de envelop. Jij moet dan aantonen: ja, hij is aan mij gericht, maar hij is niet vóór mij.
Nu dringt het pas goed tot me door. Dit is geen kinderspel, het is geen puzzel die ik moet oplossen. Het gaat hier om professionele criminelen die niet traceerbaar zijn. Alles klopt, of klopt niet, beter gezegd. Nergens is een speld tussen te krijgen. Ze laten geen broodkruimels achter om op te springen en ze passen dit waarschijnlijk zo vaak toe, dat het voor hen binnen twee computerklikken allemaal geregeld is. Het enige wat ik kan doen, is afwachten tot deze organisatie weer ergens toeslaat. (p. 31/32)
Je identiteit kwijtraken is één ding, maar dat deze wordt ingezet om een onrechtmatige daad mee te plegen, is extra zuur. Het feit dat het hier om een georganiseerde, criminele bende gaat, heb je je daardoor onveilig gevoeld? Ik heb er wel slecht door geslapen. Of dat je denkt dat iemand in een zwarte auto achter je rijdt, dat ze je aan het volgen zijn. Op de tweede of derde dag nadat ik op 1 april 2015 de rekening kreeg, wist ik dat ik erover wilde schrijven, dat ik er echt werk van wilde maken. Ik heb er wel een paar keer bij stilgestaan. Kijk, er zit een organisatie achter, eentje die professioneel lijkt. Ik weet ook niet of ze door dit boek mij op de radar gaan krijgen in plaats van andersom. Daar wint bij mij de journalistieke nieuwsgierigheid het van de angst. Ik denk niet dat zij zich heel erg druk gaan maken om een klein jongetje dat iets schrijft.
Moet ik dan de rest van mijn leven aantonen dat ik mezelf ben? De enige manier die ik kan bedenken om dat aan te tonen, is het van de daken te schreeuwen en zo veel mogelijk herrie te maken zodat ik gehoord word. Maar dan sta ik niet alleen voor de rechter omdat ik vervolgd word voor huurfraude, maar ook omdat ik gek ben. Toch wil ik dat de aandacht op mij gevestigd wordt en dat mijn verhaal gehoord en gelezen wordt. (p. 63)
Heb je daarom dit boek geschreven? Is dit jouw manier om aandacht voor het onderwerp te vragen? Wat ik met dit boek vooral wil, is informeren, waarschuwen. Het is aan de ene kant een boek dat informeert over wat er met mij is gebeurd, maar aan de andere kant is het ook gewoon een waarschuwing, een informerend boek waarmee mensen hopelijk hun manier van doen aanpassen. Ik spreek heel veel mensen in mijn omgeving die zeggen: naar aanleiding van jouw verhaal ben ik voorzichtiger geworden met mijn identiteitskaart.
Wat is de boodschap die je de lezer van het boek wil meegeven? Dit kan je overkomen. Hoe voorzichtig je ook bent met je paspoort, hoe goed je ook alles geregeld denkt te hebben: het kan zomaar zijn dat je identiteitsbewijs in verkeerde handen terechtkomt. Als je ergens een auto huurt, willen ze vaak een kopietje van je paspoort maken, anders mag je hem niet huren. Dan kun je hoog en laag springen en zeggen dat je hem niet afgeeft, maar dan heb jij geen auto.
Ik ben zelf ook dingen anders gaan doen. Als je dan toch iets moet afgeven, streep dan je BSN-nummer door. Ik deed dat vroeger nooit als er een kopie van mijn identiteitsbewijs werd gemaakt. Ik geef ook steeds minder makkelijk mijn paspoort af. Als ik op reis ga dan vraag ik eerst drie keer aan het hotel waarom ze mijn paspoort willen hebben. Als ze geen bevredigend antwoord kunnen geven, dan geef ik het niet. Dan zeg ik: ik mag hier gewoon slapen. In 99 procent van de gevallen doen ze er dan ook niet moeilijk over. Maar je bent wel die vervelende gast. Nou, ik ben liever vervelend dan dat ik dit nog een keer meemaak.
Meer dan ik toegeef, heb ik een knauw gehad van deze hele zaak. Ik ben boos geworden om dingen waar ik normaal nooit boos om zou worden. Het gevoel dat iemand zich voorgedaan heeft als mij, maakt me soms nog bang. Het horen van iemand anders op een voicemail die mijn naam uitspreekt alsof het die van hemzelf is, gaat door merg en been. Ik ben het vertrouwen kwijt in iets wat voor altijd van mij hoort te zijn: mijn identiteit. Een nieuwe krijg ik niet. Daarom is een gestolen leven niet te vergelijken met een gestolen televisie of een gestolen auto. Een gestolen leven kun je niet vervangen. (p. 147)
Het is nu bijna anderhalf jaar geleden dat de brief met de huurschuld op de deurmat plofte en de hele zaak begon. Heb je het gevoel dat je identiteit nu weer van jou is? Je kunt het vergelijken met een gestolen fiets. Die kun je vervangen, je kunt er een nieuwe van kopen. Je identiteit blijft altijd van jezelf. Als er iemand ooit met jouw identiteit rondgelopen heeft, blijft ie altijd beschadigd. Er zit altijd een deuk in jouw identiteit. Zo zal ik het altijd blijven voelen. Mijn identiteitsbewijs vind ik geen veilig pasje meer, terwijl ik vroeger altijd dacht: daar kan niks mee gebeuren. Ik heb nu een nieuw paspoort, hoewel ik het geen veilig iets meer vind. Maar ik pas voor de slachtofferrol. Ik ben niet zielig in een hoekje gaan zitten huilen. Ik dacht meteen: hier moeten we iets aan gaan doen. Ik ben nog steeds 100 procent Kevin Goes. Omdat er iemand is geweest die het ook wilde zijn, is er misschien zelfs wel een stukje bij gekomen.