In Duitsland strijden voetbalhooligans en extreemrechts gezamenlijk tegen de islam. In zijn vorige week verschenen boek De Redders van het Avondland schetst Paul van Gageldonk de strijd van burgers die zich grote zorgen maken om de vluchtelingenstroom die het land in zijn greep houdt. Nu moet de democratie verdedigd worden.
Fotografie ANP, Getty Images en HH
Pegida lijkt aanvankelijk een marginale beweging te blijven, maar alles verandert in de zomer van 2015 met de komst van de vluchtelingen naar Duitsland. Pegida-oprichter Lutz Bachmann ziet zijn kans schoon. De strijd tegen het moslimfundamentalisme wordt door hem handig omgezet in een strijd tegen de Duitse asielpolitiek. Bachmann gebruikt de onvrede die bij velen bestaat over de ongelijkheid die er nog steeds is ten opzichte van het westen van Duitsland; met name de grotere werkloosheid en de lagere lonen.
Bachmann schetst het beeld van arme gepensioneerden die zonder elektriciteit in hun koude woningen zitten, terwijl Mutti Merkel de enorme stroom asielzoekers warme woningen en een uitkering schenkt. Het werkt. De eerste maanden trekken de Abendspazierga?nge soms wel zon 20.000 deelnemers. Het zijn Wutbu?rger (woedende burgers) die zich grote zorgen maakten om de eurocrisis en om de vluchtelingenstroom die Duitsland in hun greep hielden. De hooligans van Dynamo zijn er nog wel bij, maar die beperken zich nu in een rol als ordebewakers bij demonstraties.
Pegida is dan nog breed samengesteld. Van jong tot oud, van kassajuffrouw tot aan professor. Feierabendterroristen worden ze ook wel genoemd, zegt dr. Beate Ku?pper. Ku?pper is professor aan de Hochschule Niederrhein in Mo?nchengladbach en lid van de deskundigencommissie antiracisme van de Duitse Bondsdag. Ze heeft uitgebreid onderzoek naar Pegida gedaan. 'In die Monntagsspazierga?nge liepen over het algemeen doorsneeburgers mee. Niet de klassieke kanslozen van deze maatschappij. Doorsneemensen met doorsneeberoepen.'
Ku?pper vervolgt: 'We hebben in Duitsland relatief veel mensen die zich sociaal gedepriveerd voelen, zoals dat in de sociale psychologie genoemd wordt. Die het gevoel hebben dat ze niet krijgen waar ze naar hun mening recht op hebben. Dat zijn mensen die na de Wende hun baan verloren hebben. Onder hen ook mensen die in de DDR-tijd een in het westen waardeloze titel of een niet-erkend vakdiploma hebben behaald. En dat vinden zij ongelofelijk unfair. Je hebt de kleine ondernemers die in de DDR-tijd gedoogd werden met semilegale handeltjes, maar die na de eenwording het onderspit moesten delven. Die groepen maken aanspraak op meer dan wat ze feitelijk bereikt hebben. De houding van die mensen veel meer dan in het westen het geval is is dat de staat daarboven dat allemaal maar voor ze moet gaan regelen. Die mensen zijn woedend dat de staat dat niet voor hen regelt. Dat waren ze altijd gewend.'
Lees het hele artikel op Blendle.