In Duitsland strijden voetbalhooligans en extreemrechts gezamenlijk tegen de islam. In zijn vorige week verschenen boek De Redders van het Avondland schetst Paul van Gageldonk de strijd van burgers die zich grote zorgen maken om de vluchtelingenstroom die het land in zijn greep houdt. Nu moet de democratie verdedigd worden.
Fotografie ANP, Getty Images en HH
27 maart 2017. 21 politiebusjes staan als een stalen cordon om de Altmarkt in Dresden heen. Vlak voordat de manifestatie begint, beieren de klokken van drie kerken in een gezamenlijk, indrukwekkend galmend concert, dat enkele minuten duurt en dat, met enige fantasie, een onheilspellende prelude lijkt op de voorstelling die gaat komen.
Pegida organiseert op deze aangewezen plaats van bestemming sinds oktober 2014 elke maandagavond een protestmanifestatie. Aanvankelijk verscheen hier een kleine groep politiek activisten, dat voortborduurde op de acties van het in het westen van Duitsland opgerichte Hogesa, Hooligans Gegen Salafisten. Hogesa verzet zich fel tegen de bouw van moskeee?n en de steeds groter wordende groep van salafisten, fundamentalistische moslims die in hoofdzaak in het Ruhrgebied wonen. Het bestaat vooral uit rechts-radicale hooligans van Borussia Dortmund, onder leiding van de illustere Siegfried Borchardt, alias SS-Siggi.
In het oosten van Duitsland zijn het de hooligans van Dynamo Dresden die het voortouw nemen in de strijd tegen het islamitische fundamentalisme. Dat er in het oosten van Duitsland nagenoeg geen fundamentalistische moslims zijn, mag de pret niet drukken. Het wantrouwen in dit deel van Duitsland ten aanzien van religies is opgebouwd vanuit de communistische visie van het DDR-regime. Volgens een onderzoek van de Universiteit van Dresden is nog steeds zon driekwart van de bevolking van Oost-Duitsland zonder religie.