'Ik heb al in geen jaren meer een stereotypische neonazi in het echt gezien'

Als 14-jarig punkertje woonachtig in de Hoeksche Waard, het Zuid-Hollandse eiland dat mij op die leeftijd krapper en kra...

Als 14-jarig punkertje woonachtig in de Hoeksche Waard, het Zuid-Hollandse eiland dat mij op die leeftijd krapper en krapper begon te zitten, was er maar één aan te fietsen podium waar punkoptredens waren; jeugdcentrum Dinges in Oud-Beijerland. Eens in de twee maanden speelden er lokale punk-, ska- en hardcore-bandjes.

Omdat er in de wijde omtrek verder geen ene alternatieve reet te beleven viel, kwam er op die shows van alles af. Hanenkammen met een uitkering, blowende skaters, middelbareschooljochies in Green Day-shirts. Maar ook altijd een handjevol skinheads. En dan niet de gezellige SHARP-variant (Skinheads Against Racial Prejudice), maar unverschämte neonazi’s. Kale koppen, bombers met een Nederlands vlaggetje op de mouw, kisten met witte veters. Die gasten waren altijd uit op knokken. En ze hadden een tactiek om dat uit te lokken. Onder de skinheads bevonden zich namelijk twee zeer kleine exemplaren van om en nabij de 1,60 meter. Een tweeling, denk ik, die we de ‘skabouters’ noemden.

Dit verticaal gehandicapte duo ging altijd vlak voor het podium staan. Het was de tijd dat er bij punkrockshows nog flink gepit, gemosht en gestagedived werd. Als er dan een van de twee een net iets te harde douw kreeg, begonnen ze met ruziemaken, waarop hun boomlange, kaalgekopte vrinden van achter uit de zaal kwamen aangesneld om wat rake klappen en trappen uit te delen.

De vechtpartijen leken niet politiek gemotiveerd. Punkshows in het algemeen en punkshows in de Hoeksche Waard in het bijzonder trekken weinig tot geen niet-wit publiek. Misschien dat er wat Joden tussen stonden te pogoën, maar pik die er maar eens tussenuit als ze hun keppeltje thuis hebben gelaten. Nee, verder dan wat witte kids uit de polder een blauw oog slaan, kwamen de daden van de naziskins eind jaren 90 in Nederland eigenlijk niet.

Je had er trouwens ook een paar intellectuele biljartballen bij zitten die op het neonazistische forum stormfront.org met elkaar Mein Kampf zaten uit te spellen, zich beklaagden over het geringe aantal vrouwen in de ultrarechtse scene, of hardop fantaseerden over het gezamenlijk verhuizen naar een Russisch spookdorp om aldaar nog lang en gelukkig en van vreemde smetten vrij te leven.

Misschien zijn ze dat uiteindelijk ook wel gaan doen, want ik heb al in geen jaren meer een stereotypische neonazi in het echt gezien. Of ze hebben hun haar laten groeien, normalemensenkleren aangetrokken en reaguren zich nu af op GeenStijl en Dumpert.

Maar wie weet. Kijk naar Charlottesville. Opeens waren er daar een hele hoop. Lang niet allemaal kaal, maar wel met een hoop swastika’s, gestrekte rechterarmen en anti-alles-wat-niet-wit-is-leuzen. Ik zeg ‘opeens’, maar dat is natuurlijk niet helemaal waar. In de VS is sinds het aantreden van Trump een sfeer ontstaan, waarin deze mensen zich genoeg op hun gemak voelen om siegheilend over straat te gaan. En terecht, zo blijkt, want Trump weigert zich ondubbelzinnig tegen alt-right uit te spreken.

Ja, wie weet. Misschien, als er weer Tweede Kamerverkiezingen zijn geweest, ontstaat er hier zo’n zelfde sfeer en durven onze neonazi’s ook weer de straat op. Lekker marcheren tegen de homeopathische verdunning van de Nederlandse bevolking. Met de skabouters voorop.