Frank Waals ging op onderzoek uit, maar werd niet bepaald met open armen ontvangen. ‘Oh nee, hier heb ik echt geen zin in. Wat komen jullie eigenlijk doen?’
Levenloos, het bloed nog gutsend uit het hoofd en de mond halfopen. Zo viel Pim Fortuyn een week voor de geplande Tweede Kamerverkiezingen in mening huishouden op de deurmat. De Telegraaf besloot het vermoorde lichaam van de aanstaande premier – want zoveel was na de peilingen wel duidelijk – pontificaal op de cover te plaatsen en volgde daarmee de Volkskrant en het Algemeen Dagblad die hetzelfde deden.
Spontane foto
Volkert van der Graaf schoot Pim Fortuyn op 6 mei 2002 met een Star Firestar M43-pistool van dichtbij door het hoofd. Op een week na achttien jaar later – sinds 30 april om precies te zijn – is hij officieel vrij man. Zijn uitgezeten straf: achttien jaar gevangenisstraf, waarvan de laatste zes jaar daarbuiten onder strenge voorwaarden zoals meldingsplicht, het dragen van een enkelband en een verbod op het bezoeken van de gemeenten Rotterdam, Hilversum, Den Haag, Tilburg en Krimpen aan den IJssel. Die laatste twee maatregelen vocht hij met succes aan en werden opgeheven.
Zijn opgelegde mediaverbod bleef wel overeind, maar werd al snel geschonden door een deal tussen zijn advocaat en een fotograaf die op afspraak een ‘spontane foto’ op de Amsterdamse grachten lieten maken. Daarmee zou wat druk van de ketel worden genomen in de jacht op de eerste foto. Een verboden actie, maar toch concludeerde minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) later dat Van der Graaf zich gewoon aan zijn voorwaarden had gehouden en dus niet terug de cel in hoefde.
Volkerts jaren in detentie zouden hem uiteindelijk hebben veranderd. Er zou verbetering zijn opgetreden in zijn gedrag, vergeleken met het profiel dat het Pieter Baan Centrum in 2003 van hem schetste. De behandelaars constateerden destijds dat Van der Graaf ‘een intellectueel hoogbegaafde, lichamelijk gezonde man is, bij wie sprake is van een obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Deze komt tot uiting in perfectionisme dat het voltooien van taken bemoeilijkt en in overmatige toewijding aan het werk, met uitsluiting van ontspannende bezigheden en vriendschappen’. Het rapport zegt ook dat Volkert ‘overdreven gewetensvol’ zou zijn en ‘scrupuleus en star betreffende zaken van moraliteit, ethiek en normen, doordat hij starheid en koppigheid toont’. Ook concludeerde de artsen in de psychiatrische observatiekliniek dat hij zijn slachtoffer zag als ‘een groot gevaar voor de zwakkeren’.
Zelf weigert het leidend voorwerp tot op de dag van vandaag een verklaring te geven over zijn motief om Fortuyn van het leven te beroven. Op die ene keer na dan. Kort na zijn aanhouding vond, achter gesloten deuren, een verhoor met de rechter-commissaris plaats, waar het tv-programma Brandpunt later de hand op wist te leggen. Hierin zei Volkert onder meer: ‘Het democratisch proces leidt niet altijd tot een rechtstaat die rekening houdt met minderheden. Zonder direct Fortuyn met Hitler te willen vergelijken, merk ik op dat laatstgenoemde ook democratisch is gekozen. (...) Ik zag Fortuyn als een persoon die erg op zijn eigen ego was gericht. Een machtswellusteling. Hij probeerde ook steeds makkelijk te scoren met simplistische ideeën. (...) U vraagt mij of ik Fortuyn haatte. Nee, ik haatte hem niet, ik vond hem alleen gevaarlijk. Fortuyn moest gestopt worden.’
Zo verschrikkelijk koel
Direct na de moord stellen familieleden van Fortuyn alles in het werk om Volkert te spreken te krijgen. Pas anderhalf jaar later komt er een reactie van zijn ouders, per brief. Deze voelt voor de nabestaanden dan inmiddels als mosterd na de maaltijd. In het schrijven aan broer Marten Fortuyn – in 2016 overleden – zeggen zij: ‘Het afgelopen jaar was voor ons een hel. Begrijpen doen we de daad nog steeds niet. De eerste reactie was vooral ongeloof, verbijstering, boosheid en verdriet. U vraagt mij u te willen helpen om mijn zoon beter te leren kennen. Ik vrees dat ik dit niet kan. Vijftien jaar geleden is Volkert voorgoed de deur uitgegaan om in Wageningen te gaan studeren. Ook wij moeten door, en de situatie accepteren zoals ze is, willen we nog deel van leven hebben. Ik raad u aan zelf contact te zoeken met hem. Hij is tenslotte zelf verantwoordelijk voor z’n daad en z’n houding.’
Dat laatste wordt ter harte genomen en levert in 2012 een 5 minuten en 33 seconden durend telefoongesprek op tussen Volkert en neef Edwin Fortuyn. Ook dit geeft echter geen bevrediging.
U vraagt mij of ik Fortuyn haatte. nee, ik haatte hem niet, ik vond hem alleen gevaarlijk. Fortuyn moest gestopt worden
‘Ongeacht of ik zelf mee wil werken, justitie staat het gewoon niet toe,’ zegt hij op Edwins uitnodiging om elkaar voor de camera’s van de AVRO een keer recht in de ogen aan te kijken. Fortuyns moordenaar wijst het directe familielid terecht in hoe deze, in zijn optiek, dient te rouwen om zijn overleden oom. Dat kan volgens Volkert ook prima zonder camera. ‘Het kan niet anders,’ pareert Edwin die gedachte. ‘Op deze manier gaan er deuren open die voor mij normaal gesproken gesloten blijven.’ Volkert is echter onverbiddelijk en dwingt een dans naar zijn pijpen.
Later in het gesprek laat hij weten: ‘Ik kan me voorstellen dat het voor jullie familie emotioneel ligt. Het zou kunnen dat ik antwoorden voor je heb, maar het is maar de vraag of je ook iets kan met datgene wat ik kwijt wil. Iets wel of niet willen vertellen zijn twee dingen. Op een enkele vraag, bijvoorbeeld of ik 6 mei 2002 bewust heb uitgekozen, kan ik wel antwoorden: nee. Maar met welk doel ik het heb gedaan en of ik het nogmaals zou doen als ik de tijd kon terugdraaien? Tja, ik kan daar wel wat over zeggen, maar of ik het ook wil... Ik ga er nu een-twee-drie geen antwoord op geven.’
Al met al geen fijn telefoongesprek voor Edwin, die zich verbaast over het gemak waarmee hij te woord gestaan is. ‘Bizar en pijnlijk. Hij is zo verschrikkelijk koel. Ik heb het idee dat hij echt geen greintje spijt of respect heeft.’
Kluizenaar
Nu Volkerts detentie, inclusief meldplicht en mediaverbod, er officieel opzit, staat het hem vrij eindelijk duidelijkheid te verschaffen over zijn daden. De vraag is echter waar hij zich momenteel schuilhoudt. We beginnen onze zoektocht in zijn geboorteplaats Middelburg en studiestad Wageningen, waarna we onze weg vervolgen naar de Oenenburgweg in Nunspeet. Op die laatste plek zou Volkert begin jaren 90 met een deel van zijn familie hebben gewoond. Een al te beste indruk lijkt hij er niet te hebben achtergelaten, want overal in de buurt – en dan met name op de Oenenburgweg – worden gesprekken snel afgekapt en deuren in ons gezicht dichtgesmeten wanneer de naam Volkert van der Graaf valt. Een bewoner laat nog wel weten dat ‘dit soort personen’ in de buurt niet welkom zijn. ‘We hebben geen enkele behoefte om onderdeel uit te maken van deze zwarte bladzijde in de geschiedenis.’
De volgende stop op onze route is het stadshart van Apeldoorn, in een appartementencomplex schuin boven de winkels van Action en Kruidvat. Geruchten dat Volkert hier jarenlang een uitvalsbasis zou hebben gehad, doen al jaren de ronde. En inderdaad: op het belsysteem en de voordeur op de eerste verdieping staat nog altijd het naambordje met zijn achternaam, maar in de woning is geen meubelstuk meer te bekennen. Volgens de directe buurman werd het pand een maand voor het aflopen van Volkerts straf ontruimd en staat het sindsdien leeg. ‘Ik had echt te maken met een kluizenaar naast me, die zich bijna nooit liet zien. Hij was binnen met de deur op slot en de ramen gesloten, of anders weg. Bovendien zou bijna niemand zo’n man op straat herkennen.’
Dat laatste is waar. Ondanks verantwoordelijk te zijn voor de eerste politieke moord sinds 1584 (Willem van Oranje) en 1672 (de gebroeders Johan en Cornelis de Witt), kan Volkert over het algemeen vrij anoniem over straat. De afgelopen jaren deed hij zelfs meerdere keren mee aan diverse hardloopwedstrijden in Den Haag en Drenthe. Hij paste daarvoor zijn naam aan en schreef zich in als Fred de Winter of Dirk Raaf. ‘Als ik door Rotterdam of Amsterdam loop, niemand die me herkent,’ zei hij op opnamen met een verborgen camera in Brandpunt. ‘Ik heb wel een beetje een baardje laten staan en loop soms met een zonnebril. Naar een wedstrijd van Feyenoord wil ik echter niet, in het stadion. Joehoe! Ik denk dat er wel een paar mensen een hartverzakking zouden krijgen als ze dat horen, haha.’
Bus 104
We vervolgen onze route naar het noordelijk deel van Apeldoorn, waar we een monumentaal hoekpand aantreffen dat wel degelijk bekendstaat als het woonadres dat Volkert in 2014 kreeg toegewezen door toenmalig burgemeester John Berends. Daarmee maakte hij ook direct aanspraak op zijn bijstandsuitkering van 900 euro per maand. ‘Ik ben mij bewust van de impact van deze beslissing en ik vind het daarom van belang om u hiervan in kennis te stellen. Ik kan u verzekeren dat ik rekening heb gehouden met de openbare orde en veiligheid,’ schreef hij in een brief aan de omwonenden.
Saillant detail is dat de woning zich pal tegenover het UWV bevindt en naast een café, waar Volkert naar verluidt voor en na sluitingstijd op afspraak welkom is. In de woning lijkt ondertussen flink te worden geklust, gezien het gereedschap in de hal, zoals hamers en handschoenen. Volkert beschouwt de woning als een blok aan het been dat enkel toegang verschaft tot het ‘gratis geld’ van de bijstand. Zijn dagen in Apeldoorn werden de afgelopen jaren afgewisseld met overnachtingen bij zijn gezin in Harderwijk. Buslijn 104 bracht hem daarbij dikwijls op de plaats van bestemming en weer terug, iets wat medepassagiers niet is ontgaan. Er bestaat zelfs een heuse Facebookpagina waarop Volkert-foto’s van ‘spotters’ worden geplaatst. Hem tegenkomen in het wild is volgens de pagina een hele happening. Wat dat betreft lijkt zijn leven slechts op pauze gezet. De buurtsuper van weleer wordt weer bezocht en de rode Toyota Starlet doet nog steeds trouw dienst, want die treffen we aan wanneer we de woning in Harderwijk naderen.
In de woonkamer doet zijn 18-jarige dochter gymnastiekoefeningen. Ze werd vijf maanden voor de Mediaparkmoord geboren en groeide zodoende op zonder vader. Haar moeder, Volkerts vriendin, opent de deur wanneer we aanbellen. Ze geeft aan niet met ons te willen praten en wil al snel de deur weer sluiten. ‘Oh nee, hier heb ik echt geen zin in. Wat komen jullie eigenlijk doen?’ vraagt ze. Op dat moment sluiten in de woonkamer de gordijnen en stommelt er iemand de trap op naar boven. Daar wordt vervolgens vanuit het slaapkamerraam met een mobiele telefoon een foto van het bezoek gemaakt, waarna ook dat gordijn weer sluit. Buren zijn ondertussen wakker geschud en komen op straat verhaal halen. ‘Is het weer zover?’ vraagt een van hen zich af. ‘Het lijkt er echt op of dagjesmensen deze stop van tijd tot tijd aandoen. Even hier kijken en dan door naar het Dolfinarium.’
Spreek nu voor het eerst in je leven het woord “spijt” eens op een oprechte manier uit. Wat zat er nou achter die belachelijke actie? leg het ons uit!’
Een andere buurvrouw maant ons afstand te houden en een laatste merkt op dat het toch allemaal wel erg triest is waar het gezin mee te maken heeft. ‘Ze laten zich niet veel zien en dat begrijp ik ook wel. Zijn familie heeft hier niet om gevraagd, maar moet wel leven met de gevolgen. Voor hen vind ik het ontzettend triest.’
Politiek proces
Volkerts vriendin, die tegenover het politiebureau bij een onderwijsinstelling werkt, is een van de weinigen die wel al direct na de aanslag in 2002 een korte uitleg kreeg. In een handgeschreven brief legde Volkert haar uit dat de waarheid best weleens met hem mee het graf in zou kunnen gaan: ‘Mocht ik ooit nog eens een verklaring afgeven aan de rechterlijke macht of in de media, dan hoeft dat natuurlijk niet noodzakelijkerwijs de waarheid te zijn. Voor de buitenwereld is de waarheid niet belangrijk, het hoeft slechts functioneel te zijn.’
En in een tweede brief in de rechtszaal: ‘Ik heb veel nagedacht over mijn daad. Veelal gebeurt dat onwillekeurig. De beelden van de aanslag komen vaak als vanzelf naar boven. Ik besef dat dit voor de buitenwereld niet zichtbaar is. Regelmatig wordt gezegd dat ik kil of gevoelloos zou zijn. In de media wordt die opvatting vaak gebruikt. De waarheid is evenwel anders. De omstandigheid dat ik moeite heb om emoties te uiten, wil niet zeggen dat ik ze niet heb. Wat ik wel kan en wil zeggen, met name naar de nabestaanden toe, is dat het me spijt van het leed wat ik heb aangericht. Ik kan mezelf verwijten dat ik dat destijds onvoldoende een rol heb laten spelen.’ Volkert geeft in zijn slotwoord van het proces dat hem achttien jaar cel opleverde aan dat dit aspect het een plek geven van het delict heeft bemoeilijkt.
Ik denk dat Volkert heeft ingezien dat hij de verkeerde persoon vermoord heeft. De politiek die niet deugt, komt uit zijn eigen linkse hoek
Anno 2020 is hij van mening zijn straf te hebben uitgezeten en dat de zaak daarmee af is. In Brandpunt: ‘Iedereen heeft de waarom-vraag, maar ik ga mezelf niet verantwoorden.’ Op de vraag of hij nu of in de toekomst iets wil zeggen, luidt het statement van zijn huidige advocaat Willem Jebbink aan Nieuwe Revu: ‘Daar kan ik niets over zeggen.’ De raadsman wil de vraag niet bevestigen noch ontkennen. Ook op de vraag of er emigratieplannen zijn wil hij geen antwoord geven. Jebbink verklaart enkel dat het Openbaar Ministerie in zijn ogen jarenlang misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden in de zaak rondom zijn cliënt, door tijdens zijn invrijheidstelling veel te zware voorwaarden op te leggen. Hij suggereert een politiek proces. ‘De rechter legt normaal gesproken een straf op, maar nu was het OM in feite de wetgever door dit zelf te doen. Het doel van de maatregelen is het verlagen van de kans op herhaling, maar deze was bij mijn cliënt al laag bevonden. Men heeft zich laten leiden door politieke belangen.’
REACTIE BROER SIMON FORTUYN
‘Dat hij nu ook op papier vrij is blijft lastig, maar het was in het kader van de rechtspraak toen gewoon het maximale wat erin zat. De strafmaat voor zijn politieke moord blijft in mijn ogen te laag, maar het is wat het is. Wat mij wel verdriet doet is het feit dat hij jarenlang zijn mogelijke emigratieplannen heeft gebruikt om onder allerlei regelgevingen uit te komen. Zijn enkelband, het locatieverbod, hij kwam er allemaal weer vanaf. Volkert is van meet af aan als een soort hobby bezig geweest om alles aan te vechten en nu hij daadwerkelijk vrij is om te vertrekken, blijft hij gewoon zitten. Geloof me, ik zet hem het liefst persoonlijk de grens over. Nu leeft hij op kosten van de belastingbetaler een makkelijk leven en krijgt hij af en toe nog een financieel cadeautje ook. Het voelt raar, maar zo zit ons systeem hier nu eenmaal in elkaar.
Ik heb met de jaren gelukkig wel geleerd niet met rancune of wraakgevoelens te leven. Daarmee zou ik alleen mijn eigen geluk en dat van mijn gezin ruïneren, en dat gun ik hem niet. Als anderen hem het leven wel zo zuur en onaangenaam mogelijk willen maken, vind ik dat echter prima. Voor hem het liefst geen royaal bestaan. Als hem morgen wat overkomt, dan laat ik er geen traan om. Wel heb ik medelijden met zijn ouders, je zal maar zo’n zoon hebben. Of wat te denken van zijn dochter? Ik hoop dat ze haar eigen leven, zo goed en zo kwaad als het gaat, een beetje weet in te richten en afstand neemt van het extreme gedachtengoed van haar vader, een doodzieke, autistische en gevoelloze man, die nog nooit de waarheid heeft gesproken.
Mocht hij nu meelezen, dan is dit mijn boodschap: spreek nu voor het eerst in je leven het woord “spijt” eens op een oprechte manier uit. Wat zat er nou achter die belachelijke actie? Leg het ons uit! En met wie heb je precies samengewerkt, want je kunt dit echt niet helemaal alleen hebben bekokstoofd. Pim was absoluut niet achter de geraniums gekropen en waarschijnlijk nog steeds politiek actief, op het hoofdpodium of aan de zijlijn. Pim was een uiterst energieke man en voortdurend bezig met maatschappelijke vraagstukken. Had hij zijn ideeën kunnen uitrollen, dan denk ik dat de beveiliging die hij toen nodig had uiteindelijk zelfs tot een minimum had kunnen worden teruggeschroefd. Hij had de handen in de samenleving op elkaar gekregen met een dosis nieuwe veerkracht onder de bevolking als resultaat. Dat denk ik echt. Nu hijsen we elk jaar op zijn verjaardag een speciale rood-wit-blauwe vlag met daarop zijn beeltenis, z’n sterfdatum en de tekst:
“Laten wij waken over de vrijheid van het spreken.” Hij zit ergens daarboven naast de stoel van God. Maak je daar maar geen zorgen om, die positie heeft hij heus wel verworven. Waarschijnlijk is hij in de hemel nu druk in discussie met Joop den Uyl en heeft hij goede contacten opgebouwd met John F. Kennedy. Daarna wat drinken met pa en ma. Misschien kom ik hem daar op een dag ook nog wel een keer tegen.’
REACTIE CHAUFFEUR HANS SMOLDERS
‘Ik zat al klaar in de auto toen Pim met presentator Ruud de Wild en nog wat andere mensen de studio van 3FM kwam uitlopen. Half voorovergebogen op mijn buik was ik de stoelen naar voren aan het zetten, omdat er meer personen met ons meereden, toen ik ineens harde knallen hoorde. Het leek op vuurwerk, maar toen ik omhoog schoot, zag ik meteen dat het helemaal fout, fout, fout was. Pim was geraakt en alsof ze een touwtje uit zijn rug trokken, zakte hij heel eng en onnatuurlijk in elkaar. Zijn benen klapten daarbij op een soort idiote manier achterover. Bijzonder onaangenaam om te zien. Kort daarna is hij door hulpverleners dan ook in een wat normalere positie neergelegd.
Volkert rende niet meteen weg, maar vuurde vanaf boven nog een aantal extra schoten op hem af. Pas daarna zette hij het op een lopen en rende ik, als in een natuurlijke eerste reactie, achter hem aan. Vijf meter verder schoot hij nog een keer op de grond en richtte hij het wapen even later op mij. Ik keek recht in de loop van zijn pistool, maar het bleef gelukkig bij dreigen. Volkert riep niets, had de zweetparels op zijn voorhoofd en was overduidelijk doodop. Ik ben achter hem aan blijven rennen met op een gegeven moment ook de politie met een hond in diezelfde achtervolging. Bij een tankstation even verderop werd hij in de kraag gevat en trokken agenten me ervandaan.
Ik denk dat het kwam door de adrenaline en om het feit dat ik maandenlang van dichtbij had gezien hoe Pim werd gedemoniseerd. Die man was zo puur en zuiver, maar kreeg zoveel onrecht en racisme over zich heen. Dat ging bij iedereen door merg en been. Op een gegeven moment was mijn gevoel naar hem dermate gegroeid, dat ik net zo snel voor hem ging staan als voor mijn eigen vrouw en kinderen. Doe wat en je bent de mijne! Ondertussen denk ik wel dat Volkert heeft ingezien dat hij de verkeerde persoon vermoord heeft. De politiek die niet deugt komt uit zijn eigen linkse hoek en hij zal zichzelf nu wel voor z’n kop slaan dat hij dat destijds niet heeft gezien. Ik denk dat hij uit opdracht heeft gehandeld. Machthebbers, misschien zelfs wel prins Bernhard, die Pim als bedreiging zagen van het nieuwe Europese project, de EU. Een continent dat met haar nieuwe valuta opnieuw in de kinderschoenen stond en bewaakt moest worden. Mensen die destijds tegen Pim waren, denken nu waarschijnlijk: zo slecht zag Fortuyn het destijds niet. Misschien hebben we ons toch allemaal voor de gek laten houden.’
- ANP, HH