Nieuwe Revu portretteert de leiders van een nieuwe generatie. Zij helpen Nederland vooruit door de juiste vragen te stellen of door zelf de antwoorden te geven. Deze week: fietsprofessor Marco te Brömmelstroet (36).
Hoeveel fietsprofessoren lopen er eigenlijk wereldwijd rond?
Ik ben de enige. Nog wel, want fietsen is in de wetenschap, maar ook in de politiek enorm in opkomst. Toch profileren veel Nederlandse wetenschappers zich niet met fietsen. Die noemen zich bijvoorbeeld liever vervoerseconoom. Om deze inzichten samen te brengen, heb ik mezelf maar gebombardeerd tot fietsprofessor. Al vragen sommige collegas mij ook nog steeds wat voor nieuwe fiets ze moeten kopen.
Als je geen koopadvies geeft, wat doe je dan wel?
Ik verwonder me over dingen. En die bestudeer ik vervolgens, omdat ik wil begrijpen hoe dat werkt. Een voorbeeldje: ons gedrag op kruispunten. Als ik in de ochtendspits in het centrum van Amsterdam over een kruispunt fiets, doe ik iets wat ontzettend complex is. In een milliseconde weet ik van tientallen andere verkeersdeelnemers waar ze zijn, hoe hard ze gaan en welke kant ze op willen. Ik kan de cyclus van de verkeerslichten lezen en door lichaamshoudingen van anderen waar te nemen, weet ik hun intenties en of ze opletten of niet. Al die informatie vertaal ik heel direct in kleine beweginkjes links en rechts. Toeristen staan vaak met open mond te kijken naar die verkeersdans. En ondanks die gigantische berg data voel ik me totaal niet gestrest. Sterker nog, juist in zon complexe situatie gaat je brein allerlei ideeën en hersenspinsels aan elkaar knopen. De Jeugd van Tegenwoordig zegt dat zij hun platen niet maken in de studio, maar terwijl ze door de stad fietsen. Jelle Brandt Corstius zegt ook dat hij zijn boeken op de fiets schrijft. Dat is geen toeval. Maar hoe werkt zoiets nou precies?