Hij schreef samen met Harry Vermeegen televisiegeschiedenis met onder meer Pisa en Verona, is de drijvende kracht achter Hard Gras, deelt in Het Parool iedere week punten uit aan voetballers, en zojuist verscheen zijn tweede roman De Binnentuin. Henk Spaan (68) over angsten overwinnen, babyboomers en schrijven over sport. Al die vergelijkingen met kunst, over Van Basten als balletdanser: allemaal flauwekul.
Fotografie HH
Is het dan een probleem dat voetballers weinig te vertellen hebben?
Dat is inderdaad vaak het geval. Niet alleen voetballers. Dafne Schippers is ook heel saai, die is alleen maar met haar sport bezig.
Wie beschouw je als de grote uitzonderingen?
Robin van Persie is verbaal een ontzettend sterke jongen. Frank de Boer is verbaal niet zo sterk, maar het is zon prettig persoon dat het gewoon fijn is om in zijn omgeving te verkeren. Wat voetballers vaak wel weer hebben, is een enorme relativerende benadering van hun werk, van het voetballen. Iemand die een kans voor open doel mist, daarvan zijn miljoenen mensen heel erg chagrijnig. Maar zo gauw die voetballer de kleedkamer in loopt, wordt hij onmiddellijk in de zeik genomen. Dat is een soort afweer van voetballers: ze moeten er meteen humor van maken. Anders overleef je niet.
Laatst was de wedstrijd Huddersfield-Reading, voor promotie naar de Premier League. Daar stond 200 miljoen pond op het spel, want dat is het televisiegeld dat je krijgt wanneer je in de Premier League komt te spelen. Ik heb toen wel geschreven dat als je goed bent in zon wedstrijd, je eigenlijk per definitie ook heel dom moet zijn. Anders word je gebroken door zon gedachte.