Beste Kees van der Staaij,
U bent een vriendelijk mens, een scherp debater met kennis van zaken en een onderkoeld gevoel voor humor. Uw partij wordt vanwege uw grote historische kennis geregeld ons nationaal staatsrechtelijke geweten genoemd. Het nadeel van dit alles is dat veel mensen geregeld de neiging hebben om te denken dat het best wel meevalt met de onredelijkheid van SGPers.
Dat is een misverstand, want als het er op aankomt bestaat uw partij uit godsdienstwaanzinnigen. Ze kunnen nog allemaal zo helder uit hun ogen lijken en beleefd formuleren: uiteindelijk kijk je het religieus extremisme recht in zijn verwrongen smoel. Het is een beetje als met die gekkies die in Amsterdam en andere wereldsteden in de buurt van het station liedjes voor Jezus staan te zingen: op het eerste gezicht oogt het allemaal onschuldig, maar als je goed luistert wat ze eigenlijk werkelijk zingen, hoor je de apocalyptische dreigementen, vermomd als popliedje. Natuurlijk: ik heb liever dat het religieus fundamentalisme een gitaar draagt dan een bomgordel, maar het liefst van alles houd ik het ver van de vrijheden die ik koester en de zeggenschap over mijn eigen leven.
Want als het neerkomt op het beschikken over leven en dood is de SGP, opgericht door een nazi-collaborateur en pas een paar jaar geleden onder druk opengesteld voor vrouwen, de partij die het lijden propageert. De mens wikt, God beschikt dus moet eenieder die lijdt dat blijven doen, want God heeft dat zo beslist, en de overheid vertegenwoordigt God. Leven moet je en zul je, desnoods ondraaglijk, tenzij de staat je dood wenst, want de SGP is voor de doodstraf. Dus je mag wel dood, maar niet als je dat zelf wil, alleen als de staat dat wil.
Het getuigt allemaal van het misselijkmakend gebrek aan medemenselijkheid waar fundamentalisten in uitblinken. En dat wij u gedogen omdat u nou eenmaal nooit meer dan drie zetels zult halen, omdat ze op Urk en De Veluwe gelukkig niet genoeg kinderen daartoe bij elkaar geneukt krijgen. We hebben kortom, verder geen last van deze achterlijke cultuur uit ons eigen midden. Tot nu. Want u schreef een opiniestuk in de The Wall Street Journal om de Amerikanen ervan te overtuigen dat hun tv-dominees gelijk hebben: dat in Nederland een arts je zomaar een spuitje kan geven. Een strijd tegen onze vrijheid, door het buitenland tegen ons op te zetten tot zover ons staatsrechtelijk geweten.
Uw tekst was buitengewoon smerig: in de vertaling van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde liet u het woord vrijwillig met opzet weg, u kwam met een verhaal over een arts die stiekem een slaappil gaf aan een dementerende patiënt en eindigde met de waarschuwing dat het fundamentele recht op leven wordt bedreigd in Nederland. Wat een schofterige belediging van een beroepsgroep die een eed aflegt op hun professionele zuiverheid. Wat een schop in de rug van alle mensen die een dierbare hebben zien lijden en uit liefde het moeilijkste besluit uit hun leven hebben moeten nemen.
Allemaal slachtoffer van een doodenge fundamentalist. Die alleen maar minder eng líjkt omdat er geen baard, maar een glimlach op zijn gezicht plakt.