Gefascineerd was ik, medio jaren 90, door de Faces of Death-filmreeks. Aan het begin van elk deel met slordig aan elkaar geplakte filmpjes legde een duistere voice-over uit wat de kijker te zien zou krijgen: echte beelden van echt stervende mensen. Zo was daar een meneer die een rijdende tank over zijn hoofd kreeg, een andere man sloeg al bungeejumpend te pletter op de stoep van een flatgebouw het zelfgemaakte elastiek was een verdieping te lang.
Kotsmisselijk werd ik ervan, maar dat kon ook liggen aan de grote hoeveelheden cola en M&Ms die steevast bij het kijken werden verorberd. Het gekke was: je bleef kijken, aangemoedigd door de sticker op de videoband waarop stond dat de film in tientallen landen verboden was.
Een paar decennia later probeer ik toch zoveel mogelijk weg te kijken bij beelden van mensen die het heden voor het hiernamaals verruilen, of daarmee bezig lijken te zijn. Je gunt zo iemand zijn of haar privacy. Toch lukt dat niet altijd; ik kon mijn ogen een paar maanden geleden niet van een gifgasaanval in Syrië houden, waar schuimbekken de kinderen de tvkijker recht in de ogen keken. Kotsmisselijk weer, dit keer was daar geen zoete rommel voor nodig.
Ook bij de in elkaar zakkende Abdelhak Nouri en de daarop volgende reanimatie bleef ik maar kijken. Uit een raar soort schuldgevoel en misschien ook wel als manier van sorry zeggen postte ik meteen op Twitter: Zullen we afspreken dat we de beelden van een in elkaar zakkende Nouri niet op Twitter gooien? Een paar honderd instemmende reacties; slechts een enkeling was het er niet mee eens, en wees op het feit dat de Ajacied niet op die grasmat in Oostenrijk is gestorven alsof je dat op dat moment al wist, tijdens de hartmassage.
Snel weer beter worden Appie, een talent als jij hoort alleen op het gras te liggen onder een stapel ploeggenoten nadat je de winnende hebt gemaakt.