'Mijn ex is een hoer, al noemt ze het zelf high class escort'

Ik heb een ex en die is hoer. Zelf noemt ze het ‘high class escort’. ‘Wat is het verschil?’ vroeg ik haar op onze eerste...

Ik heb een ex en die is hoer. Zelf noemt ze het ‘high class escort’. ‘Wat is het verschil?’ vroeg ik haar op onze eerste date. ‘Zo’n 250 euro per uur.’ ‘In dat geval betaal jij de sushi.’

Eerst vond ik het wel gaaf. Ik mocht gratis met een meisje voor wie andere mannen diep in de buidel moesten tasten. Al gauw twee maanden bijstandsuitkering voor een overnight.

Maar toen werd ik verliefd en was de lol er snel vanaf. Lagen we te naaien, ging haar telefoon. Het bureau. Of ze binnen een half uur klaar kon staan. Snel douchen, make-uppie op d’r koppie, haar haar met de krultang, lingerie en zwart jurkje met blote rug aan, een kus op m’n wang en weg was ze. Ik wist niet wanneer ze weer terug zou zijn. Er kon altijd verlengd worden. Ik probeerde maar wat te slapen.

Het waren toen vooral zakenmannen uit het Midden-Oosten die van haar diensten gebruikmaakten. Wachtend op haar werden het in m’n hoofd racistische karikaturen. Vierkante apen. Zweterig en behaard. Dierlijke gebitten in stompzinnig grijnzende smoelen. Uit muil en poriën stinkend naar knoflook en zwavel. Kwijl en stukjes. Pikken gigantisch en ongewassen. Beschimmelde boomstronken gewurgd door een klimop van polsdikke slagaderen waarin ze hun gore hart zou voelen kloppen. Waarmee die smeerlappen uren achtereen op haar – m’n mooie, kleine meisje – in ragden.

Om een uur of 7 ’s ochtends kwam ze thuis. Ik had geen oog dichtgedaan, vroeg: ‘Viel het een beetje mee?’ Zij, opgewekt: ‘Het was een hele nette, leuke man. We zijn eerst naar het casino geweest. Hij won 2000 euro met roulette en gaf me de helft als fooi. Daarna gingen we naar zijn hotel, maar toen had ie al zoveel gesnoven dat ie ’m niet meer omhoog kreeg. Dus toen hebben we nog gezellig een paar uur in de jacuzzi gekletst en champagne gedronken.’

De volgende dag bestelden we voldoende sushi voor ontbijt, lunch en avondeten. En lazen we elkaar om beurten voor uit Wat Zien Ik…?!, een boekje uit 1967 waarin Albert Mol de ontboezemingen van Blonde Greet, ‘een vrouw uit het Amsterdamse leven’, full quote optekende. Ik had haar een eerste druk voor haar verjaardag gegeven. Ze vond het prachtig. ‘Ik heb gekke dingen gedaan voor klanten,’ zei ze, ‘maar nog nooit getokt als een kip.’

Kort daarna gingen we uit elkaar omdat ik elke keer dat het mijn beurt was om de afwas te doen m’n snor drukte. Daar kon ze heel slecht tegen. Maar we spreken elkaar nog regelmatig. Ze heeft ook niet zoveel mensen met wie ze over d’r werk kan praten.

Laatst moest ze nieuwe foto’s voor de website van haar bureau laten maken. Daar had ze een wit overhemd voor nodig. Ik leende haar het hemd dat ik kocht voor de foto’s bij deze column. Op de foto, waar haar hoofd vanaf geknipt is, zit ze op haar knieën en prikken haar tepeltjes door de stof. Het staat haar beter dan mij.