Nieuwe Revu portretteert de leiders van een nieuwe generatie. Zij helpen Nederland vooruit door de juiste vragen te stellen of door zelf de antwoorden te geven. Deze week: schrijver/journalist Rutger Bregman (29).
Wat beschouw je op dat gebied als een van de prestaties waar je het meest trots op bent?
Ik schreef voor het eerst over het basisinkomen in 2013. Toen was het nog een volkomen obscuur idee waar geen enkele aandacht voor was. Nu duiken over de hele wereld mensen op die zijn overtuigd van het nut en de levensvatbaarheid ervan. Mark Zuckerberg en Elon Musk zijn voorstanders van een basisinkomen, in Finland loopt nu een proef van twee jaar met 2000 werklozen en ook in ons land zijn veel steden op lokaal niveau geïnteresseerd. Ik zeg natuurlijk niet dat ik het allemaal in beweging heb gezet, maar ik ben wel trots hier onderdeel van te zijn.
Het idee van een basisinkomen een vast bedrag dat de overheid onvoorwaardelijk aan alle burgers verstrekt is zo intrigerend omdat het schudt aan het fundament waarop onze maatschappij is ingericht.
Het gaat uit van een totaal ander mensbeeld. Namelijk dat de meeste mensen deugen en iets willen maken van hun leven. Het is niet zomaar een beleidsvoorstelletje, het gaat over het opbouwen van een totaal andere samenleving. Wat is de zin van het leven? De meeste mensen zouden antwoorden: een leuk leven leiden, maar ook iets bijdragen aan de samenleving. Dan is de volgende vraag: hoe doe je dat? Het antwoord is evident. Ons hele onderwijsstelsel is er namelijk op gefixeerd: mensen zo snel mogelijk in een betaalde baan krijgen. Maar dan stuiten we op een groot probleem. Volgens een recent onderzoek vindt 40 procent van de Nederlanders zijn werk zinloos en overbodig. Opvallend genoeg zijn het meestal juist de goedbetaalde bankiers, managers en consultants die diep vanbinnen vinden dat ze een zogenoemde bullshitjob hebben. En in Den Haag blijft het maar gaan over het creëren van nog meer banen.