We zouden het inmiddels bijna zijn vergeten, maar de rechterhand van Bruce Springsteen en Tony Soprano stapte ooit uit de E Street Band om zijn solocarrière te starten. Eindelijk heeft hij die weer opgepakt. En hoe. Leon Verdonschot ontmoet Little Steven. Domheid is de enige constante factor in mijn loopbaan.
Fotografie Getty Images
De laatste keer dat Little Steven een solo-optreden in Nederland gaf, in 1989, stond hij voor 200 mensen in Paradiso. Zondag keert hij terug in een uitverkocht Carré. De reden dat mensen waren afgehaakt in 1989, was de zoveelste radicale verandering van zijn stijl. Nadat hij had gedebuteerd met Men Without Women, een spetterende mix van rock-n-roll en soul, met een enorme band vol blazers, gooide hij het roer om en maakte hij twee harde, intens politieke rockplaten.
Maar in 1989 verscheen Revolution, een album waar hij politieke en deze keer ook spirituele themas uitwerkte, maar nu opeens niet in soul of rock, maar in zeer elektronische funk. Dat bleek een brug te ver voor zijn fans. Terugblikkend is in commercieel opzicht domheid de enige constante factor in mijn loopbaan geweest. Als carrière is het mislukt. Maar zo heb ik het dan ook nooit gezien. Ik zag het als een zoektocht. Als je een carrière wilt opbouwen, ga je niet over politiek zingen en je muzikale stijl elk album omgooien. Ik heb veel artiesten begeleid in al die jaren, en ik zou ze allemaal voor gek hebben verklaard al ze dat hadden voorgesteld. Ik verliet de E Street Band omdat ik veel over de wereld wilde leren en daarmee over mezelf. Dat is wél gelukt.
Na Revolution nam hij wel nog een album op, nu weer een rockplaat, maar die bleef jaren op de plank liggen. Toen het album eindelijk alsnog verscheen, was het 1999 en speelde Van Zandt in The Sopranos, de inmiddels legendarische en talloze malen bekroonde televisieserie over maffiabaas Tony Soprano.