Hij trekt s nachts gewapend met een bivakmuts en een rugzakje met spuitbussen en markers ten strijde tegen de vertrutting van Amsterdam. Revu loopt een nachtje mee met de beruchte graffitispuiter Farao. Graffiti is geen kunst, het is vandalisme. De wet is er om overtreden te worden, toch?
Onderweg naar het plaats delict licht Farao toe dat kwantiteit zwaarder weegt dan kwaliteit in zijn eindeloze strijd voor respect en bekendheid. Graffiti is geen kunst, het is vandalisme. Ik heb helemaal geen talent. Ik vind tekenen leuk, maar ik ben er niet heel erg goed in. Het hoeft niet per se mooi te zijn, actief blijven is belangrijker. Genoeg spuiters in Amsterdam en daarbuiten zijn trouwens wel erg goed in tekenen. Zij spuiten mooier dan ik.
Farao mag dan niet de Picasso zijn van de Nederlandse graffiti-scene; de actiefste op het gebied van throw-ups in Amsterdam is hij wel. Iedereen wil The King worden, de hoogst haalbare status in een bepaalde specialisatie.
Zijn ongelimiteerde passie voor het spuiten uit zich ook vanavond in zijn variatie in locaties. We zijn inmiddels aangekomen bij het rangeerterrein van de NS, waar we over het hek klimmen om bij de geparkeerde treintoestellen te komen. Op een grasheuveltje voorzien van tactisch uitzicht op geparkeerde treinen en diens schoonmakers en beveiligers wacht Farao onder het maanlicht op het juiste moment om aan te vallen. De security is de laatste jaren zwaar toegenomen en de boetes flink verhoogd. Het risico is groot. Treinen en metros worden vaker gemeden dan 10 à 20 jaar geleden.
Mijn fotograaf en ik voelen spontaan een lichte paniekaanval opkomen, terwijl Farao geduldig toekijkt tot de schoonmakers hun taak afronden. De spanning stijgt. De lichten van de wagons vallen een voor een uit, mijn hartslag neemt rap toe. De bivakmutsen komen tevoorschijn. Jullie hebben geluk, vorige week zat ik hier 2 uur te wachten voor niks. Dat gebeurt vaak. Maar dit ziet er goed uit. Wees gereed. Het is time for action. Vanavond mag Farao losgaan op de NS. Nu! Lets go!