Dankzij de titel van Feyenoord was Lee Towers weer even een van de meest besproken mannen van Rotterdam. Zelf kiest hij zijn woorden weloverwogen als hij praat over zijn stad, zijn club en de dood. Ik ben 71; de jaren beginnen te tellen, en met de frequentie waarop Feyenoord kampioenschappen behaalt, was dit misschien wel mijn laatste keer.
Fotografie Corné van der Stelt
Nog steeds goed bij stem?
Daar doe ik in ieder geval alles aan. In 2013 was het nog even spannend of ik mijn microfoon definitief aan de wilgen moest hangen, toen ik door artrose een kunstwerveltje in mijn nek geplaatst kreeg, precies op de plek van mijn stembanden. Was dat misgegaan, dan had ik het wel kunnen schudden. De chirurg die me opereerde had me daarvoor al aan een rugblessure geholpen, maar daarbij wel een zenuw onherstelbaar beschadigd. Dat ik daardoor nu waardeloos loop kan ik echt niet accepteren, maar ik heb simpelweg geen keus. Beter dan dit wordt het niet meer. Ik kan enkel erger leed voorkomen door drie keer per week naar de sportschool te gaan. En dan is mijn vrouw Laura er natuurlijk ook nog. Zij is echt mijn mental coach die me er doorheen sleept. Dankzij haar steun kan ik voor Feyenoord blijven zingen.
U krijgt er niets voor betaald, toch?
Nee, hoeft ook niet. Ik zit in het DNA van Feyenoord en zing op elke open dag, kameraadjesevenement of huldiging. Andere clubs uit de eredivisie hebben ook hun artiesten, maar blijkbaar niet van mijn niveau, waardoor ze niet zo snel opvallen. Als er wat aan de hand is met Feyenoord hangen alle tv-programmas aan de lijn om mij als praatpaal op te laten draven. Ik geloof niet dat ik na 20 jaar als huiszanger ooit nog loskom van die club, en dat wil ik ook niet.