Dankzij de titel van Feyenoord was Lee Towers weer even een van de meest besproken mannen van Rotterdam. Zelf kiest hij zijn woorden weloverwogen als hij praat over zijn stad, zijn club en de dood. Ik ben 71; de jaren beginnen te tellen, en met de frequentie waarop Feyenoord kampioenschappen behaalt, was dit misschien wel mijn laatste keer.
Fotografie Corné van der Stelt
Laten we een sprongetje maken naar de daadwerkelijke kampioenswedstrijd van Feyenoord. Wat deed u in de 38ste seconde van de wedstrijd tegen Heracles Almelo?
De Kuip ontplofte en dus ontplofte ik ook. In verband met eerdere optredens elders in de stad, schoof ik pas een kwartier voor aanvang van de wedstrijd aan in de skybox bij Willem van Hanegem, maar voordat ik goed en wel zat, kon ik alweer gaan staan. Toen Dirk Kuijt die eerste goal maakte, kolkte het pas echt in het stadion. 18 jaar hebben we op die titel moeten wachten, en het dal waaruit we langzaam zijn geklommen, was tientallen meters diep. Tot aan de 10-0 bij PSV en de avond waarop de ME met getrokken geweren hooligans uit het Maasgebouw probeerde te weren. Op die extreme factoren zat ik niet te wachten en dus wilde ik toen ook even niets met de club te maken hebben. Er moest hardhandig worden ingegrepen, want elk brandje is te blussen, maar je moet er wel snel bij zijn. Laat je het ontaarden en zelfs ontploffen, dan kun je daarna alleen nog puinruimen. Ik ben dan ook zielsgelukkig dat we weer staan waar we horen te staan: de top!
Leo Beenhakker zei dat hij het verschrikkelijk had gevonden om als laatste kampioenstrainer de kist in te zijn gegaan. Beseft u ook dat het leven eindig is?
Ik hoop op mijn beurt dan weer dat dit niet de laatste keer was dat ik een huldiging op de Coolsingel meemaakte. Ik ben 71, de jaren beginnen te tellen en met de frequentie waarop Feyenoord kampioenschappen behaalt, was dit misschien wel mijn laatste keer op het bordes van het stadhuis.