Rusland kent een indrukwekkende lijst van vermoorde journalisten, mensenrechtenactivisten, zakenlui en politici. De slachtoffers hebben één overeenkomst: ze waagden het tegen tsaar Poetin op te nemen. Ze zijn vergiftigd of in koelen bloede geliquideerd, vaak zodat het op een ongeluk lijkt. Het was een daad van Russisch staatsterrorisme.
Fotografie Reuters
Anna Politkovskaja: 07-10-2006
Een van de geruchtmakendste moorden in Rusland van de afgelopen jaren is die op onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja. Politkovskaja ontwikkelde zich door de jaren heen als het gezicht van de binnenlandse critici van Poetin. Ze sprak zich fel uit tegen de oorlog in Tsjetsjenië, waar ze jaren als correspondent werkte voor de Novaja Gazeta en rapporteerde over de mensenrechtenschendingen van het Russische leger aldaar. In haar boek Poetins Rusland omschreef ze hoe het land onder de huidige president in een politiestaat veranderde. Daarnaast was Politkovskaja betrokken bij het onderzoek naar de gebeurtenissen in het Doebrovka-theater in 2002. Toen ze in september 2004 onderweg was naar Beslan, waar zich op dat moment een nieuw gijzelingsdrama in een school voltrok en waarbij uiteindelijk 334 mensen omkwamen, moest ze haar reis staken nadat ze in het vliegtuig vergiftigde thee had gedronken. In de jaren daarvoor en daarna werd ze meermalen publiekelijk bedreigd en was ze verwikkeld in een openlijk conflict met Poetins vazal in Tsjetsjenië: Ramzan Kadyrov.
Politkovskaja werd doodgeschoten in de lift van haar appartement in Moskou. In 2015 werden er vijf Tsjetsjenen voor de moord veroordeeld. De opdrachtgever werd nooit gevonden. Speculaties over de betrokkenheid van Kadyrov en de link met Poetin vonden veel bijval. Saillant detail is dat Politkovskaja op Poetins verjaardag het leven liet.
Aleksandr Litvinenko: 23-11-2006
De voormalig inlichtingenofficier Aleksandr Litvinenko verzette zich tegen zon beetje alle overheidsinstanties in het nieuwe Rusland, inclusief zijn oude werkgever: de FSB. In 1998 verklaarde hij met enkele collegas dat ze onwettige opdrachten hadden gekregen, waaronder enkele moordaanslagen. In de nasleep van de beschuldigingen werd hij meermalen gearresteerd en vluchtte hij uiteindelijk naar Engeland.
Vanuit Engeland ging Litvinenko hartstochtelijk door met zijn strijd tegen de Russische autoriteiten en ontwikkelde daarbij een tegen obsessie aan schurkende fascinatie voor de president. Hij was er heilig van overtuigd dat Poetin achter de moord van Anna Politkovskaja zat.
In november 2006 overleed Litvinenko na een ziekbed van drie weken. De oorzaak van zijn ziekte was een vergiftiging met de radioactieve stof polonium-210. Brits onderzoek wees twee FSB-agenten aan als de daders. Ze hadden het gif tijdens een ontmoeting met Litvinenko in zijn drankje gedaan. Het officiële onderzoek stelde dat de moord vermoedelijk met goedkeuring van Poetin heeft plaatsgevonden. Rusland weigert tot op heden de twee verdachten uit te leveren.
Stanislav Markelov & Anastasia Baburova: 19-01-2009
Stanislav Markelov was een advocaat die mensen bijstond in zaken tegen de Russische autoriteiten. Hij verdedigde voornamelijk activisten, journalisten en Tsjetsjenen die met het leger in een juridische strijd verwikkeld waren naar aanleiding van mensenrechtenschendingen. Daarnaast trad hij op als advocaat van onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja en stond hij enkele slachtoffers van het gijzelingsdrama in het Moskouse Doebrovka-theater bij.
In januari 2009 werd Markelov in Moskou doodgeschoten door twee gemaskerde mannen, nadat hij een persconferentie verliet. Naast hem liep Anastasia Baburova, een stagiaire bij de krant Novaya Gazeta.
Toen ze hem te hulp schoot, werd ook zij doodgeschoten. Kort voor de moord had Markelov verklaard dat hij in beroep ging tegen de vervroegde vrijlating van een Russische legerleider, Joeri Boedanov. De kolonel zat vast wegens de verkrachting en de moord op een 18-jarig Tsjetsjeens meisje die hij door zijn manschappen had laten begraven. Twee neonazis werden voor de moord op Markelov en Baburova veroordeeld.