Longread | Beuken met Bökkers, de ruigste band uit Salland

Met ruim honderd optredens per jaar is Bökkers een van de succesvolste rockbands van het land. Toch hebben weinig mensen...

Met ruim honderd optredens per jaar is Bökkers een van de succesvolste rockbands van het land. Toch hebben weinig mensen van de Sallandse groep gehoord, want hun speelterrein ligt ver buiten de Randstad. Een avondje bier, vrouwen en høken met de ruigste groep uit het Oosten. ‘We maken eenvoudige muziek voor gewone mensen.’

Fotografie Andreas Terlaak

Het is even na half twee in de nacht. Het podium van De Lantaarn in Hellendoorn is bevolkt met vier mannen van middelbare leeftijd en een flinke massa jonge meiden. Er wordt gedanst, betast, mee geblèrd, maar vooral retehard gerockt. Het nummer Toedoedietap loeit uit de speakers en de dames duiken een voor een de meute in en crowdsurfen zo ver mogelijk de zweterige zaal in. Een beschonken durfal – die toch al twijfelde over haar sprong – heeft echter pech. Ze landt keihard op de met plassen bier bezaaide vloer en wordt gehavend afgevoerd naar het backstage-gedeelte.

De mannen van Bökkers maken ondanks de commotie en ietwat paniekerige sfeer in de zaal hun set gewoon af. ‘Heurt er bie,’ zegt gitarist Erik Neimeijer na afloop van de show als hij het zoveelste biertje opentrekt. ‘We spelen altijd door. Net als het orkest op de Titanic. The show must go on.’

Zeven uur eerder. ‘Welkom in onze mancave!’ roept Hendrik Jan Bökkers enthousiast als Nieuwe Revu de boerderij in het Overijsselse dorpje Heino, waar de band zich voor ieder optreden verzamelt, betreedt. ‘En neem een biertje. Of liever: een paar,’ vervolgt de leadzanger, terwijl hij zelf ook een flesje opentrekt. ‘Jullie kunnen altijd blijven slapen. Maar wees gewaarschuwd: het stinkt en spookt hier wel.’

Epische liveshows

Welkom in de wereld van Bökkers, de onbekendste succesband van ons land. Samen met gitarist Erik Neimeijer, bassist Arjan Pronk en drummer Jeroen Hobert heeft frontman Hendrik Jan Bökkers maar één levensmissie: plezier en muziek maken. Het viertal zingt teksten over het gewone leven en de liveshows zijn episch, met vuurspugen, crowdsurfen, confetti en zo’n 25 liedjes standaard in het repertoire. En dat meer dan honderd keer per jaar. ‘Soms hoor ik zo’n indiebandje praten over een pittige clubtoer,’ vertelt Neimeijer, terwijl ook hij het dopje van een flesje bier verwijdert. ‘Dan blijken ze acht shows te hebben gedaan. Tja, dan moet ik toch wel even lachen.’

De show van deze avond, in Hellendoorn, is een thuiswedstrijd voor ‘de Bökkers’, zoals ze in de Overijsselse volksmond genoemd worden. En ze zijn uitgerust, want het kwartet heeft al bijna een week niet meer gespeeld. Er stond alleen een tripje naar het Glazen Huis van 3FM in de agenda, maar al te spannend werd dat ook niet. ‘We hadden bier en wiet meegenomen, maar die wiet moesten we bij de deur al afgeven,’ lacht Neimeijer. ‘Dat was tien jaar geleden toch wel anders,’ vult Bökkers – destijds lid van Jovink en de Voederbietels – aan. ‘Toen zat Giel Beelen gewoon knetterhard mee te blowen. Die Frank van der Lende wilde alleen een dicht flesje bier vasthouden. Het wordt allemaal veel te serieus daar.’

Bökkers begon zeven jaar geleden als Normaalcoverband Bökkers Dut Normaal. Maar al snel veranderde de focus naar eigen werk. Opvallend genoeg was de inmiddels overleden Jan Manschot, een van de oprichters van de band die boerenrock met hits als Oerend Hard en Deurdonderen een gezicht gaf, een belangrijke raadgever. Bökkers: ‘Ik kende Jan via mijn schoonvader en heb hem uitgenodigd bij een optreden. Hij zei letterlijk: “Jullie show is te gek, maar met alleen covers houd je het niet lang vol.” ’

Neimeijer: ‘We hebben toen geleidelijk onze naam veranderd naar alleen Bökkers, en tegenwoordig spelen we helemaal geen Normaalnummers meer. We kunnen en willen niet meer op dat sentiment teren. De meeste van onze fans zijn meisjes van zestien. Die hebben soms nog nooit van Normaal gehoord.’

Klompenstampen

Veel mensen noemen Bökkers desondanks toch nog steeds het ‘nieuwe Normaal’. In het bandbusje richting Hellendoorn legt de frontman van het kwartet uit dat hij veel respect heeft voor de band van Bennie Jolink en vereerd is, maar deze vergelijking lam slaat. ‘Normaal was de eerste groep die fatsoenlijke rockmuziek maakte in dialect. Veel bands duiken nu in het gat dat zij hebben achtergelaten. Wij doen dat juist bewust niet. Sterker nog: we zijn veel gevraagd door podia waar Normaal altijd speelde. Dat hebben we nooit gedaan. Bökkers is veel meer pure rock-’n-roll en we gaan ook minder prat op onze achtergrond en komaf. We gaan niet zoals Achterhoekers op zoek naar ouderwetse zegswijzen of spreuken in onze nummers. Dat past niet bij ons en ik vind dat persoonlijk een soort folklore klompenstampen. We zingen in het Sallands met maar één reden: het is onze moerstaal. Net zoals The Rolling Stones en André Hazes dat doen. Dat heeft niets met historie te maken.’

Wanneer de bus parkeert bij De Lantaarn, schudt Neimeijer veel mensen hartelijk de hand. Hij woont in Hellendoorn en kent dus veel medewerkers van het poppodium. Aan de muur van de middelgrote concertzaal hangen enorme foto’s van muzikale collega’s als Chef’Special, Caro Emerald, Kyteman en Moke, die er eerder speelden. De bijgeplakte term ‘legends’, doet de gitarist gniffelen. ‘Ik ben niet zo gek op de meeste Nederlandse acts. Ja, Douwe Bob vind ik te gek, maar veel verder kom ik niet.’

Ook frontman Bökkers heeft niet zoveel met de hippe 3FM-scene. ‘Ik heb de Rockacademie gedaan, maar heb daar vooral geleerd om te netwerken. Als ik dan weleens oud-studiegenoten, die zelf tijdens een show naar hun schoenen staan te staren, tegenkom, hoor ik vooral gekscherend: jeetje, wat maak jij voor schijtmuziek? Ach, ik laat ze maar lachen. Wij weten tenminste hoe we feest moeten maken, en geen van ons hoeft ernaast te werken.’

De show in Hellendoorn is nummer 108 van 2016, maar echt beu zijn de mannen van Bökkers elkaar nog niet. De grappen vliegen nog steeds door de kleedkamer, waar het een zoete inval van vrienden en familie is. De basis van het succes van de Sallanders lijkt vooral gebaseerd op vriendschap en de hang naar plezier in een eeuwige jeugd. Voor de videoclip van de single Oh Oh Oh dook de band in de ballenbak van een kinderspeelparadijs en voor het sociaalmaatschappelijk geëngageerde Jezus werd pornodiva Bobbi Eden opgetrommeld. ‘Toen ik haar belde, zei ze meteen ja,’ vertelt Bökkers lachend. ‘En ze wilde er niet eens iets voor hebben.’

Neimeijer: ‘Het klinkt als een cliché, maar we doen dit echt voor de lol. Daarbij zijn onze fans echt te gek. Sommigen komen letterlijk iedere show kijken. Er is zelfs een jaarlijkse fandag, waarbij zij mogen bepalen wat er gebeurt.

Dit jaar zouden we aanvankelijk gratis tattoos weggeven, maar dat mocht niet vanwege hygiëne of zo. Nu is het een autobestickerdag geworden. Mooi toch? De Scorpions hebben dat nooit gehad hoor.’

Backstage ontmoet de band André ‘DJ Dré’ Nijman, die iedere show van Bökkers aankondigt omdat hij volgens de band ‘goed kan schreeuwen en vuurspugen’. Toch lijkt dit laatste fenomeen vanavond, vanwege een te laag plafond, wat tricky. Neimeijer vindt het effect wel de risico’s waard. ‘Lekker spectaculair juist, zo laag over de mensen heen. Zeg maar dat ik ze persoonlijk naar Beverwijk rijd als het misgaat.’

Ying Ping

Ondertussen wandelt een dame van de regionale krant met haar fotograaf binnen, die door Neimeijer wordt herkend van de Chinees om de hoek. Ook zij ontkomt niet aan een drankje onder werktijd. ‘Jij komt toch vaak bij de Ying Ping?

Nou, dan lust jij vast ook wel een biertje.’

Het brengt de gitarist op een eerder bedachte grap. Een stelletje dat elkaar een jaar voordien op een Bökkers-concert in het nabij gelegen Marle heeft leren kennen, stapt vanavond in een zaaltje vlak naast diezelfde Ying Ping in het huwelijksbootje. ‘Laten we daar even heengaan en een nummer spelen. Dat vinden ze vast tof,’ roept Neimeijer enthousiast tegen zijn collega’s.

De gelegenheid waar het koppel trouwt is met neon verlicht, er liggen marmeren tegels en er zitten stijf geklede mensen aan lange tafels met witte lakens. Bökkers en Neimeijer spelen het lied Bie Moe akoestisch voor het beduusde stel, dat na afloop nog net kan uitbrengen dat dit ‘het mooiste cadeau is dat ze ooit konden wensen’. ‘Mooi hè, zo’n echte boerenbruiloft?’ lacht Neimeijer met gevoel voor ironie.

Vlak voor de show is er lichte paniek bij de bandleden, want vanavond spelen ze voor het eerst met een in-ear-systeem, waardoor ze hun eigen zang luider horen dan voorheen. Vooral Bökkers moet erg wennen aan de ‘ondingen’. De vrouw van Neimeijer, net als haar man afgestudeerd psycholoog, ziet er de grap juist wel van in. ‘Je lijkt wel een musicalster met die oortjes.’

Zware shag

Vlak voordat de band het podium opgaat, wordt er uiteraard nog een biertje gedronken en zware shag gerookt. Bökkers: ‘Of ik nog een peptalk geef ? Nee joh, zo debiel zijn we ook weer niet dat we onszelf niet kunnen motiveren. Heb je die volle zaal gezien?’

In de zaal van De Lantaarn is het inderdaad druk en broeierig. En, zoals voorspeld: het wemelt van de jonge, blonde meisjes met bier en Bökkers-Tshirts. ‘Zijn jullie klaar voor rock-’n-roll?’ schreeuwt DJ Dré de fans toe, met inderdaad een flink imposant volume. Vanaf het openingsnummer Live en Knetterhard vliegen de pilsjes door de lucht en ontstaat er een pit voor het podium, die eigenlijk het hele eerste deel van de show niet meer verdwijnt. Nummers als Brand In de Bokse, Ik Neuk Wel Ja, Nog Iene Da en Annie Uut de Bochte worden door de hele zaal luidkeels meegezongen. Neimeijer bespeelt voortdurend het publiek en Bökkers zelf is de woeste, bebaarde vertolker van het authentieke boerengevoel.

Na anderhalf uur is het plots pauze en schalt er eurodance en eighties-meezingwerk door de speakers. Misschien wat ongebruikelijk, maar dit intermezzo is het verdienmodel van de show. Bökkers legt uit: ‘Vooraf en in de pauze wordt er het meeste bier verkocht. Het is een winwinsituatie. Iedereen is dronken en de eigenaar – en dus ook wij – tevreden.’

‘Zie je nou dat we weinig weghebben van Normaal,’ zegt Neimeijer, terwijl hij nog wat met zijn in-ear kloot. ‘Wij zijn meer als ZZ Top. Een band met een verhaal, drie akkoorden spelen en gas geven. We kunnen muzikaal veel meer dan we laten zien. Maar dít werkt hier gewoon. Eenvoudige muziek voor gewone mensen. Je moet in deze omgeving niet pretentieus gaan doen of moralistisch met een vinger wijzen. Hier laat niemand zich wat vertellen en neppers vallen al helemaal snel door de mand.’

Tijdens het tweede deel van het optreden geeft Bökkers weer volop gas. Met het Wilhelmus vanaf een tape neemt het kwartet na bijna drie uur afscheid van hun publiek. Frontman Bökkers gaat meteen de zaal in om met iedereen die dat maar wil op de foto te gaan en bier te drinken. Neimeijer, Pronk en Hobert checken eerst even de jonge vrouw die na haar mislukte stagedive ietwat groggy op de bank ligt. De ambulancedienst komt langs, maar van serieus letsel is geen sprake. Een kater van mega-proporties staat voor de ongelukkige crowdsurfster de volgende dag waarschijnlijk wel op het menu. Zoals het sowieso hoort, volgens Neimeijer. ‘Een echte Bökkers-show is iets waar je een week naartoe leeft, maar ook een week van moet bijkomen.’

Met het Oosten van Nederland aan de voeten, hoopt Bökkers dat het Westen ook overstag gaat. Dit jaar staat onder meer de grote zaal van Paradiso, Paaspop en Concert At Sea op het programma. Neimeijer: ‘Natuurlijk willen we best het RTL4-publiek bereiken, maar dat is geen must. Ons succes ligt volgens mij ook niet zozeer aan de regio, maar meer aan het verschil tussen stad en dorp. In Groningen speelden we afgelopen jaar in Vera voor een klein, wat lauw publiek, terwijl niet veel later in Siddeburen, een paar kilometer verderop, het dak eraf ging en vijfduizend man in blote pens rond sprongen. Weet je, we hebben een leuk leven en hopen dit te blijven doen tot het treurig wordt omdat we te oud zijn. Maar zolang we het tof blijven vinden, zijn ze echt nog niet van ons af.’