Longread | Vriend en vijand over Dirk Kuyt, de lieveling van het legioen

Hij kwam terug om Feyenoord kampioen van Nederland te maken. Maar Dirk Kuyt (36) begint sporen van sleet te vertonen en...

Hij kwam terug om Feyenoord kampioen van Nederland te maken. Maar Dirk Kuyt (36) begint sporen van sleet te vertonen en wordt door zijn gabber Giovanni van Bronckhorst soms zelfs op de bank gezet. Hoe belangrijk is de aanvoerder van ­Feyenoord nog? Vriend en vijand over de wankelende held van De Kuip: ‘Voetbaltechnisch kan het natuurlijk echt niet meer.’

Fotografie ANP

Voor iedereen die Feyenoord een warm hart toedraagt, is zondag 2 april een ferme klap in het gezicht. Toegegeven, de 2-1 nederlaag tegen aartsrivaal en mede-titelkandidaat Ajax valt op papier nog mee, maar het spel van de Rotterdamse koploper is negentig minuten lang niet om aan te zien. Met blessures van dragende spelers als Rick Karsdorp en Nicolai Jørgensen ziet de droom van de Coolsingel er toch plots een stukje waziger uit, al maakt de 8-0 overwinning op Go Ahead Eagles drie dagen later veel goed. Toch staat aanvoerder Dirk Kuyt ferm en met rechte schouders voor de camera van Studio Sport. De routinier verklaart, duidt en eindigt – zoals wel vaker – met een dooddoener: ‘We zijn hier als nummer één gekomen en gaan hier als nummer één ook weer weg. We leven van wedstrijd naar wedstrijd.’

Het zegt veel over de rol van Kuyt, 104-voudig international en met 150 goals in de eredivisie, in dit Feyenoord. Hij is de vader van het gezin die tegen de rest van de familie zegt dat niemand zich zorgen hoeft te maken en alles uiteindelijk wel goedkomt. De realist in hectische tijden en de soms ietwat demagogische optimist als de Wet van Murphy zich op het veld openbaart. Een leider die altijd vooropgaat in de strijd, een tikje uitdeelt als dat nodig is en – misschien wel zijn belangrijkste kracht – door zijn onverzettelijkheid door het legioen wordt aanbeden. En dat is niet zo vreemd, want voor de hondstrouwe supporters is de Katwijker het vleesgeworden boegbeeld van de club van Zuid en dé gids naar het naderende kampioenschap. Sterker nog: Kuyt kwam er vorig jaar speciaal vanuit Turkije voor terug naar de Maasstad. De eerste titel sinds 1999. Inmiddels zo lang terug in het verleden dat er een aflevering van Andere Tijden Sport over is gemaakt.

Het publiek bespelen

Een week voor het debacle in de Amsterdam Arena loopt Kuyt nog fluitend door de redactieruimte van het sportprogramma Peptalk. Hij oogt ontspannen, gaat breedlachend met fans op de foto en deelt handtekeningen uit. Tijdens de uitzending antwoordt hij op de vraag wie de nieuwe bondscoach moet worden (‘Dat zou ik zo niet weten’) en over de zojuist ontslagen Danny Blind (‘Hij was een fantastische assistent onder Van Gaal’) met vooral neutrale woorden. Na afloop doet hij nog een glaasje in de kleedkamer met presentator Jack van Gelder en loopt na een half uurtje vriendelijk lachend als een van de laatste studiogasten het Ziggo-gebouw op het Hilversumse Mediapark uit. ‘Doe de groeten thuis,’ roept de oud-Oranje-commentator hem nog na.

Van Gelder steekt niet onder stoelen of banken dat hij Kuyt zowel binnen als buiten het veld hoog heeft zitten. ‘Dirk is een topspeler met de uitstraling van een winnaar,’ legt hij uit. ‘Daarnaast snapt hij gewoon dat een goede relatie met pers en publiek belangrijk is. Ik vind het eigenlijk vrij logisch dat hij nooit al zijn kaarten op tafel legt. Dat komt vast wel als hij niet meer actief is in de voetballerij. Maar nu speelt hij het spel slim. Hij weet hoe die wereld in elkaar zit.’ Van Gelder begrijpt er dan ook niets van dat de collega’s van Voetbal Inside de aanvaller voortdurend bestempelen als een overschatte komediant, die vooral saaie voetbalclichés ophoest. ‘Dat programma is er sowieso niet bij gebaat om iemand een pluim te geven. Ze vinden het misschien gek dat hij altijd de pers te woord staat. Dan moet er dus wel een dubbele bodem zijn. Nou, die is er niet. Hij staat er namelijk ook altijd als er verloren is, en dat waardeer ik.’

Om de geestdrift, motivatie en denkwijze van Kuyt te begrijpen, moet je volgens Gert Aandewiel terug naar de jeugd van de inmiddels 36-jarige speler. Aandewiel, net als Kuyt een geboren en getogen Katwijker, is technisch directeur van het plaatselijke Quick Boys, een van de grootste amateurverenigingen van Nederland. Hij speelde vanwege een fiks leeftijdsverschil nooit samen met Kuyt, maar leerde hem op de club kennen als ‘dat blonde ventje uit de jeugd dat altijd scoort’.

Als Kuyt in 1998 in het eerste van de Blauw Witte Narren komt, heeft hij volgens Aandewiel redelijk vlug door hoe hij de heksenketel in de Katwijkse duinen kan overleven. ‘Dirk leerde al snel dat je hier het publiek moet bespelen. Quick Boys heeft veel fans, die ook nog eens heel kritisch zijn. Ze kunnen bij thuiswedstrijden echt een twaalfde man vormen. Daarnaast is er met de omliggende amateurclubs veel rivaliteit. Iedereen wil van ons winnen. Dirk leerde hierdoor al op jonge leeftijd om met druk om te gaan. Het gaf hem een kick en die is hij eigenlijk zijn hele carrière blijven zoeken. Kijk maar naar zijn clubkeuzes. Allemaal teams met een bloedfanatieke aanhang.’

Matige techniek

De eerste profclub waarbij Kuyt zijn kunsten mag vertonen is FC Utrecht. Als 18-jarig mannetje heeft hij nog geen rijbewijs en dus wordt Alfons Groenendijk, een van de routiniers bij het team uit de Domstad, door de clubleiding aangewezen om de nieuweling iedere dag met de auto van het station in Leiden op te halen. ‘Daar had ik natuurlijk helemaal geen trek in,’ lacht zijn toenmalige mentor en huidig trainer van ADO Den Haag als hij aan zijn periode als taxichauffeur terugdenkt. ‘Ik woonde vlak langs de snelweg en moest voor hem een flink eind omrijden. Maar achteraf ben ik toch blij dat ik al die ritten met Dirk heb gemaakt. Ik heb hem echt leren kennen en hij was zo leergierig, dat hij werkelijk alles wilde weten. We hebben ook geregeld na de training nog extra vrije trappen geoefend en dat soort zaken. Dirk motiveerde mij met al zijn jeugdig enthousiasme ook enorm.’

De sportieve dadendrang van de jonge Kuyt eist niet veel later een eerste slachtoffer. Marinus Dijkhuizen, in het seizoen 1999/2000 de beoogde vaste spits van FC Utrecht, verliest na een mindere periode zijn basisplaats aan het dan 19-jarige talent. Voor de Westlander toch wel een verrassing. ‘Ik zag Kuyt absoluut niet als een serieuze concurrent,’ vertelt hij eerlijk. ‘Hij had een matige techniek en een trage handelingssnelheid. Het enige wat hij echt goed kon, was veel en hard lopen. Maar Dirk wist ook heel goed hoe hij populair bij de fans kon worden. Veel werken in het veld, slidings maken, voortdurend jagen. Ja, dat ging erin als koek. Op een gegeven moment hoefde ik maar één kans te missen en zijn naam werd al op de tribune gescandeerd. Hij had toen al door dat het publiek je uiteindelijk kan maken en breken.’

De gevierde man

Onderschatting is een thema waar Kuyt zijn hele carrière al tegenaan bokst. De eerste keer dat dit fenomeen zich openbaart is als hij in de zomer van 2003 verkast naar Feyenoord. In de media wordt openlijk getwijfeld aan de stap naar Rotterdam-Zuid, waar al zoveel spelers uit de provincie verdronken. De druk wordt nu hoger en de belangen groter, roepen voetbalkenners in koor. Het is niet de laatste keer dat ze ernaast zitten. ‘Het is puur aan de toenmalige trainer Bert van Marwijk te danken dat die transfer is doorgegaan,’ zegt Martijn Krabbendam, Feyenoord-watcher bij Voetbal International. ‘Het bestuur zag aanvankelijk niets in de aankoop, die ook nog eens één miljoen euro moest kosten. Van Marwijk heeft echt hemel en aarde bewogen om hem naar De Kuip te krijgen en uiteindelijk is dat gelukt. Hij zag als een van de weinigen de potentie die Kuyt had en zijn kracht om een ploeg op sleeptouw te nemen. Achteraf gezien een gouden zet, ook van Kuyt. Want het waren niet de makkelijkste jaren voor Feyenoord en dan groei je met zo’n gedreven instelling al snel uit tot publiekslieveling.’

Pierre van Hooijdonk is op het moment dat Kuyt in De Kuip arriveert de gevierde man bij de Rotterdamse club. Hij bracht het legioen het jaar voordien de UEFA Cup en is de onbetwiste nummer één in de aanvalslinie. Vlak nadat Kuyt in Rotterdam begint, vertrekt de Brabander echter zelf naar Fenerbahçe, waardoor ze slechts een week samen op het trainingsveld staan. In die periode toont Kuyt meteen zijn gedrevenheid, wat tot lichte irritatie bij de gevestigde orde van de Rotterdammers leidt. Van Hooijdonk: ‘Dirk had ons die zomer met Utrecht de das omgedaan tijdens de bekerfinale, dus hij kwam sowieso wat raar binnen. Maar hij liet meteen merken wat zijn ambities waren. Als we een loopoefening moesten doen in vier minuten en 25 seconden, liepen mannen als Paul Bosvelt en ik echt geen seconde harder dan die richttijd. Dirk dook daar dan meteen een halve minuut onder. Hij wilde meteen bepalend zijn. Dat is eigenlijk nooit veranderd.’

Nooit een 9,5

Kuyt snoert alle critici de mond en kroont zichzelf in het seizoen 2004/2005 tot topscorer van de eredivisie met 29 treffers. Het jaar nadien wint Feyenoord na een flitsende competitiestart met 1-2 bij Ajax. Meteen hierna spreekt Kuyt uit dat hij sowieso tot het einde van het seizoen bij de club wil blijven om ‘naar de Coolsingel te gaan’, waarna hij natuurlijk nooit meer iets fout kan doen bij het Feyenoord-legioen. De titelstrijd met PSV wordt echter nipt verloren en als het in de play-offs tegen Ajax ook fout gaat en een Champions League-ticket wordt misgelopen, stort Kuyt in. Hij verlaat in tranen het veld van De Kuip, en uiteindelijk ook de club.

Voor maar liefst 18 miljoen euro gaat Kuyt vervolgens naar Liverpool, waar wederom veel voetbalkenners voor hem een rol op de bank gereserveerd zien.

Van Hooijdonk: ‘Dat is misschien wel een van de grootste kwaliteiten van Kuyt als voetballer. Iedere keer dat je denkt: nu ligt de lat te hoog, legt hij zelf die lat nog hoger en haalt dat vervolgens nog ook. Vergis je niet: daar bij Liverpool liepen vier topspitsen rond en toch werd hij basisspeler. Eigenlijk is hem dat bij alle clubs gelukt waar hij speelde. Kijk, Dirk zal nooit iets doen wat naar kunst neigt, zoals Van Basten of Messi. Hij scoort nooit een 9,5, maar wat hij doet is buitengewoon functioneel en daar is hij heel ver mee gekomen.’

Na zes seizoenen aan de Merseyside verruilt Kuyt de Premier League voor de Turkse competitie. Bij Fenerbahçe SK speelt hij drie seizoenen en scoort hij 29 competitietreffers. In het voorjaar van 2015 maakt hij via een video, waarin zijn kinderen een Feyenoord-shirt als cadeau krijgen en allen kraaiend van plezier hun vader om de nek vliegen, bekend dat hij weer terug naar Rotterdam-Zuid gaat. Met een ultiem doel: het kampioenschap na 17 jaar weer naar de havenstad brengen.

Een act

Met name de manier waarop Kuyt de blijde boodschap brengt, zorgt in voetbalminnend Nederland voor gefronste wenkbrauwen. Het toont een kant van de spits waar veel mensen zich al tijden toch wat aan storen. Een van hen is Geert den Ouden, tv-analyticus bij RTV Rijnmond en ex-profvoetballer van onder meer Excelsior en ADO Den Haag. ‘Dat je je kinderen een Feyenoord-shirt geeft, is natuurlijk prima. Maar als je dat vervolgens gaat filmen, doe je dat vooral voor de bühne. Dirk weet heel goed wat mensen willen horen en zien. Neem die interviews waar hij altijd oersaai en demagogisch overkomt. Ik vind dat jammer, want als hij juist eens echt zijn ware emoties zou tonen, zou hij zoveel menselijker overkomen.’

VI’s Martijn Krabbendam is het met Den Ouden eens. De praatjes van Kuyt zijn altijd, zeker richting pers, politiek correct en buitengewoon voorspelbaar. ‘Dirk is een crowd pleaser, die zegt wat iedereen wil horen op een toon die iedereen aanstaat. Je mag het bijna niet zeggen, maar ik denk soms dat het een act is. Dat extreme positivisme ook, dat voelt zo geforceerd. Na afloop van de uitwedstrijd tegen Ajax zei hij letterlijk dat een gelijkspel er best in had gezeten. Tja, dan ben je toch niet helemaal goed bij je hoofd?’ Jack van Gelder ziet het anders. Hij vindt de tactiek van Kuyt juist slim: ‘Dat filmpje met zijn kinderen was natuurlijk een meesterzet. Dat het legioen op zo’n moment massaal schreeuwt “Dirk is terug!” is toch juist heel handig?’

Grove fouten

Komedie of niet, de terugkeer bij Feyenoord pakt voor zowel Kuyt als de club tot nog toe grandioos uit. De veteraan bezorgt de Rotterdammers in 2016 al de KNVB-beker en dit seizoen ligt de ploeg al sinds de eerste eredivisiespeelronde op titelkoers. Toch staat de positie van Kuyt bij de technische staf dit jaar meer ter discussie dan voorheen. Coach Giovanni van Bronckhorst wisselt zijn vriend en oud-Oranjecollega regelmatig en in de uitduels tegen AZ en Sparta mocht de aanvoerder niet eens in de basisformatie beginnen.

Volgens Feyenoord-clubarts Casper van Eijck is er echter van fysieke en mentale sleet geen sprake. ‘Dirk is echt fit. Hij doet en laat er dan ook echt alles voor en geloof me, dan ben je in de voetballerij een uitzondering. Ik ken geen enkele speler die zo bezig is met voeding en zichzelf verzorgen. Ook in zijn kop zit het goed. Daarom golft Dirk ook veel. Puur om zichzelf te ontspannen en op te laden.’

Maar als het aan de fitheid van Kuyt niet ligt, moeten er andere oorzaken zijn dat Kuyt geen onbetwiste, vaste waarde meer is. Martijn Krabbendam weet wel waar de schoen wringt. ‘Kuyt is nog steeds een speler die zijn jonge teamgenoten beter maakt, door zijn internationale ervaring en inzet, maar voetbaltechnisch kan het natuurlijk echt niet meer. Tijdens topwedstrijden gaat het simpelweg te snel voor hem. Dat is niet erg want hij is 36, maar zijn rol in het veld zal in de toekomst steeds kleiner worden, vrees ik.’

Den Ouden heeft in het tv-programma FC Rijnmond ook geregeld kritiek op de huidige kwaliteiten van de aanvaller. ‘Het is knap wat hij op zijn leeftijd doet, maar je moet het wel in perspectief zien. Dirk heeft nog zat goede momenten, zoals die hele belangrijke treffer thuis tegen Ajax. Maar die worden afgewisseld met grove fouten, zoals in de Europa League tegen Fenerbahçe, waar hij op het middenveld zomaar een bal inlevert waar een goal uit voortkwam.’

Van Hooijdonk ziet de belangrijkste rol van Kuyt anders: ‘Natuurlijk wordt hij niet beter, maar Dirk is voor iedere trainer een fantastische speler om in de selectie te hebben. Ik zou hem daarom er altijd bijhouden, zeker als Feyenoord zich plaatst voor de Champions League.’

Technisch Dirk-teur

Hoewel de kwaliteit van Kuyt binnen de lijnen misschien tanende is, kan hij in de kleedkamer inderdaad van onschatbare waarde zijn voor de minder ervaren jongens. Daarbij is vooral een gezonde wisselwerking met trainer Van Bronckhorst van essentieel belang. En juist in die relatie lijken dit jaar wat haarscheurtjes te zijn gekomen. Daarbij is het een publiek geheim dat de communicatie tussen beide exinternationals op professioneel niveau soms te wensen overlaat.

Van Hooijdonk begrijpt dat wel. ‘Als je vrienden bent en zoveel samen hebt meegemaakt, moet je duidelijk en eerlijk zijn. Gio heeft toen hij Dirk passeerde tegen AZ dit nogal laat met hem gecommuniceerd. Dat geeft irritatie. Weet je, als het andersom was geweest, was de situatie makkelijker. Dirk is qua karakter altijd al veel dominanter en nadrukkelijker aanwezig geweest dan Gio. Dat was zelfs toen hij de aanvoerder van Oranje was.’

Ook Den Ouden van RTV Rijnmond denkt dat de relatie tussen Kuyt en Van Bronckhorst regelmatig op de proef wordt gesteld, maar dat ze daar als vrienden juist uit moeten kunnen komen. ‘Natuurlijk vindt Dirk het niet leuk dat Gio hem ernaast zet. En ja, een aanvoerder heeft een streepje voor. Maar niet een van 36 jaar. De les voor Gio is dat hij daar gewoon heel duidelijk over moet zijn. Als Dirk daar niet mee kan leven, omdat ze vrienden zijn, moeten ze volgend jaar ieder hun eigen weg gaan.’

Kuyt bemoeide zich al eens openlijk met de coaching van Van Bronckhorst tijdens de uitwedstrijd in Heerenveen. VI-journalist Krabbendam denkt dat dit in de toekomst nog wel vaker zal gebeuren. ‘Dirk wil zich graag overal mee bemoeien. Dat heb ik vorig jaar zelf meegemaakt tijdens het trainingskamp van Feyenoord in Oostenrijk. Daar liep hij de hele dag achter technisch directeur Martin van Geel aan. Het leverde hem toen al meteen de bijnaam ’technisch Dirk-teur’ op. Op zich hoeft het geen probleem te zijn dat Kuyt zijn ervaring deelt met Van Bronckhorst en dat hij advies geeft, maar het mag Giovanni’s autoriteit natuurlijk nooit aantasten. Maar daar ben ik ook niet bang voor.’

Francesco Totti-rol

Volgens Krabbendam is Van Bronckhorst namelijk een grote stille leider, die zaken goed kan scheiden en ferme beslissingen durft te nemen. ‘Het getuigt van moed en autoriteit dat je een publiekslieveling passeert. Ook als het even niet goed loopt met het elftal. Daarbij heeft Gio natuurlijk ook het voordeel dat hij letterlijk en figuurlijk onafhankelijk is. Als je nog een hypotheek moet afbetalen, is het toch een ander verhaal.’

Oud-collega Marinus Dijkhuizen ziet Kuyt in de toekomst het liefst in een rol als supersub, die zijn basisplaatsen in overleg uitkiest. Daarbij ziet de eind vorig jaar bij NAC ontslagen trainer Kuyt wel graag zijn aanvoerdersband behouden. ‘Ik weet uit ervaring dat een mindere aanvoerder je positie als coach zoveel moeilijker maakt. De rol van een fenomeen als Kuyt in de kleedkamer is echt niet te onderschatten.’ Dus rest volgens de kenners voor het komende seizoen de ‘Francesco Totti-rol’. De Italiaan is ook nog captain bij AS Roma, maar spelen doet de 40-jarige aanvallende middenvelder nog maar mondjesmaat. De vraag is echter of een fanatieke speler als Kuyt daar genoegen mee kan en wil nemen.

Van Hooijdonk: ‘Dat zal hij mentaal moeten accepteren, en dat is niet makkelijk. Aan de andere kant is dit natuurlijk hét jaar van Kuyt. Het moet zíjn kampioenschap worden. Volgend seizoen is alles weer anders en kan hij zich misschien wel verzoenen in een rol als pinchhitter.’ Dijkhuizen: ‘Dirk zal zijn eer opzij moeten zetten en er schijt aan leren hebben als hij ernaast staat. Maar aan de andere kant lijkt een titel me ook wel een mooi moment voor hem om te stoppen.’ Krabbendam denkt dat afzwaaien met bloemen sowieso de beste optie is voor Kuyt: ‘Als ik hem nu zo zie spelen, kan ik me niet voorstellen dat hij er nog een jaar bij gaat doen.’

Clubarts Van Eijck vat het dilemma misschien nog wel het meest pakkend samen. ‘Voor iemand die zoveel opzij zet voor de sport, lijkt het me lastig om genoegen te nemen met een rol op de bank. Het zou wel jammer zijn als hij stopt, want hij is in het veld echt een verlengstuk van de trainer en een aanjager voor de hele groep. Hij is iemand die in het veld meer met anderen bezig kan zijn dan met zichzelf. Dat is een heel groot pluspunt voor een speler.’