Kendrick Lamar Damn
Kendrick Lamar is de belangrijkste rapper ter wereld, op Kanye West en Kraantje Pappie na. Zijn rol in het racismedebat is nauwelijks te overschatten. Als geen ander kan hij het grote plaatje vertalen naar persoonlijke verhalen zonder geheven vingertje. Zoals hij in Yah gehakt maakt van Fox News (met wie hij een slepend conflict heeft), enkel door het beeld te schetsen van zijn nichtje voor de tv, dat is even subtiel als dodelijk.
Maar laten we belang niet verwarren met kwaliteit. Of beter: met lol. Wie een huis wil bouwen op drassige grond doet er goed aan om een paar palen de grond in te jassen, maar dat wil nog niet zeggen dat het leuk is om een maand lang elke ochtend om 07.15 uur uit je bed gedrild te worden. Kendrick verdient een standbeeld, maar aan Damn beleef ik weinig plezier. Hoewel op nummers als Element en Humble lekker wordt gerapt, valt mijn mond nergens open van zijn geroemde skills. Zodra Lamar op de Prince en/of R. Kelly-toer gaat, hoop ik heimelijk dat er iemand in mijn achtertuin begint te heien.