Longread | Wie zijn de nieuwe topcriminelen van de Balkan-maffia?

DISCLAIMER: NIEUWE REVU KAN NIET INSTAAN VOOR DE (VEELAL ANONIEME) BRONNEN DIE PETER BLASIC IN ZIJN ARTIKELEN HEEFT GEBRUIKT. DIT ARTIKEL IS DAAROM INGETROKKEN.

.

Liquidaties, drugshandel, vrouwenhandel, afpersing en witwassen. Steeds nadrukkelijker blijkt de invloed van de Albanese maffia in het Nederlandse criminele circuit. De politie toont zich bezorgd over deze uiterst gewelddadige groepering die een beangstigende expansiedrang laat zien.

Fotografie HH

Ze zijn in heel Nederland actief, de Albanese criminelen, maar ze laten zich vooral in Rotterdam gelden, waar ze proberen hun territorium uit te breiden. Met geweld als gevolg, zoals de havenstad in de afgelopen jaren veelvuldig heeft mogen constateren. Zoals ze in Rotterdam-Zuid van zich doen spreken, zo zijn Albanese gangsters overal in Europa aanwezig. Niet zonder reden hebben ze in Grand Theft Auto een zekere reputatie. Onder mensen die de internationale georganiseerde misdaad bestuderen, staan ze te boek als extreem gewelddadig.

We treffen elkaar op een doordeweekse middag in loungecafé de Pacha, een warme, ontspannen bar in Schiedam. Het etablissement combineert een rustieke uitstraling met moderniteit. Wifi, een pc voor klanten en verschillende beeldschermen met sportwedstrijden naar keuze, belichamen het hedendaagse. Tegelijkertijd heeft de tent iets weg van een authentieke Bacardi-commercial.

Mijn gesprekspartner is Njazi. Hij is alweer een tijd op vrije voeten, maar heeft noodgedwongen enige tijd in de Justizvollzugsanstalt Aachen – een van de penitentiaire inrichtingen in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen – door moeten brengen. Iets met drugssmokkel en wietteelt. En mensensmokkel. Njazi is Albanees. Samen drinken we espresso, terwijl ik probeer te doorgronden wat voor een type mens nou bij de Albanese maffia hoort. ‘Ik stel mijn vrijheid op prijs,’ begint Njazi zijn antwoord op mijn vraag wat hem tot de misdaad heeft gedreven. ‘Ik ga ook liever niet terug naar de gevangenis,’ vervolgt hij. ‘Maar het is een manier van leven.’ Njazi is midden dertig en leeft al sinds zijn tienerjaren het leven van een gangster. Die loopbaan begon in Albanië en die zette hij later voort in de straten van Duitsland, België en sporadisch ook Nederland. Hij heeft enkele jaren achter tralies doorgebracht, maar dat lijkt weinig indruk op hem te hebben gemaakt. ‘In Albanië is de gevangenis pas hard. De bewakers ook. En ook de politie. Die stellen geen vragen, maar slaan er eerst eens flink op los.’ Dat heeft ook Njazi al aan den lijve ondervonden, toen agenten die hem verdachten van diefstal hem tot bloedens toe sloegen. Daarna belandde hij in de cel. Maar Njazi had connecties die de agenten wisten om te kopen. ‘Een gangbare praktijk,’ zo stelt hij. ‘Dus was ik al snel weer vrij.’

Rotterdam-Zuid in angst

Toen Albanië in 1997 aan de rand van de afgrond stond, was Njazi nog maar een tiener. Zijn land was platzak, de economie – of wat ervoor door moest gaan – lag compleet op zijn gat. Er heerste chaos en politieke oppositiepartijen stelden alle gevangen – politiek of niet – op vrije voeten. Wapens en munitiedepots in het land werden gewoon vrij en onbeheerd achtergelaten. Mensen namen wat ze konden pakken. Zo ook Njazi, die zijn eerste wapen op z’n dertiende afvuurde. ‘Een test, om te zien wat ik ermee zou kunnen. Niet veel later werden drie mannen voor mijn ogen doodgeschoten. Mensen hadden het over een afrekening. Schulden die niet betaald zouden zijn. De schutters waren mannen met een dure auto, mooie kleding. Toen wist ik het. Of je maakt het, of je gaat dood,’ vertelt Njazi.

Die mentaliteit lijkt kenmerkend voor veel Albanezen die van het rechte pad af zijn geraakt, ook in Nederland. In de Rijnmond was het in de afgelopen jaren geregeld raak. Rotterdam-Zuid verkeert al bijna twee jaar in de greep van de angst. De plaatselijke horeca wordt geterroriseerd en criminelen uit Albanië schieten lukraak om zich heen. Daarbij blijft het niet bij afrekeningen in het milieu; ook onschuldigen werden al slachtoffer in de meedogenloze kogelregens die gepaard gaan met de liquidaties door de Albanese maffia. Maar volgens de criminele inlichtingendienst duiken ook elders in Nederland steeds vaker Albanezen op in politiedossiers. Zo heeft de politie in Amsterdam recentelijk drie in Amsterdam ondergedoken Albanezen opgepakt die door de Italiaanse en Belgische autoriteiten worden gezocht wegens drugssmokkel, -handel, grootschalige wietteelt en deelname aan een criminele organisatie.

Eerder werd al een andere groep Albanezen opgepakt in verband met grootschalige mensenhandel. De groep verleidde vrouwen uit het buitenland om naar Nederland te komen. Vervolgens werden ze door de mannen gedwongen in de prostitutie te werken. ‘Vaak moeten die vrouwen dagelijks een minimaal bedrag verdienen. Geweld en intimidatie zijn dagelijkse kost voor hun,’ zegt Njazi. Albanezen scoren hoog in de misdaadstatistieken. Van de circa vierhonderd zware criminelen op de Interpol-lijst van meest gezochte personen komt iets minder dan de helft uit Albanië. Natuurlijk zijn deze criminele incidenten slechts een deelaspect van de reputatie van een gemeenschap en een volk. Nederland telt enkele duizenden Albanezen, wellicht zelfs over de tienduizend. Exacte cijfers zijn moeilijk te achterhalen, omdat veel etnische Albanezen – het land telt 3,6 miljoen inwoners, daarnaast wonen er nog eens 1,5 miljoen Albanezen buiten de landsgrenzen – helemaal niet afkomstig zijn uit Albanië, maar uit de omliggende landen. Zij beschikken daardoor over de nationaliteit van een ander land dan Albanië. Velen zijn afkomstig uit Kosovo, anderen komen uit Macedonië en Griekenland. Met name als gevolg van het uiteenvallen van Joegoslavië en het daaropvolgende conflict in Kosovo zijn veel etnische Albanezen op de vlucht naar West-Europa geslagen. Anderen vertrokken uit hun thuisland om in het buitenland te werken. Toen het strakke communistische regime in Albanië verslapte, zagen velen hun kans schoon en vertrokken.

Piratennest

‘Maar Albanië is – hoe klein ook – ook een land waar de maffia en de politiek nauw met elkaar zijn verbonden,’ zegt Njazi. Niet voor niets stond het land bekend als een piratennest aan de Middellandse Zee. Volgens politicologe Lauren McCarthy, die voor de de Amherst University in Massachusetts onderzoek heeft gedaan naar mensensmokkel, is Albanië ook een zeer belangrijke corridor voor mensenhandel ten behoeve van prostitutie en het smokkelen van migranten geweest. ‘De Albanese criminelen zijn vooral actief op het gebied van drugshandel, afpersing, witwassen en vrouwenhandel. Voor wat betreft dat laatste worden vrouwen onder valse voorwendselen naar Europa gelokt, waar hun een rooskleurige toekomst wordt voorgespiegeld,’ aldus McCarthy. In de praktijk belanden ze in illegale bordelen en zien ze zich geconfronteerd met grof geweld. Nu de Balkan-route succesvol is afgesloten, zoeken internationale mensensmokkelaars al nieuwe routes voor de vluchtelingenstroom. McCarthy: ‘De Albanese maffia heeft al miljoenen geïnvesteerd in speedboten om asielzoekers in het vervolg over zee naar Italië te loodsen.’

Etnische Albanezen zijn ook nauw betrokken bij handel in vervalste paspoorten en er werd tot voor kort nog op grote schaal marihuana geteeld. De Albanese overheid staat bekend als een van de meest corrupte ter wereld. Bijna vijftig procent van de jonge mannen in Albanië (de 15- tot 24-jarigen, de belangrijkste leeftijd van wetsovertreders) is werkloos. Een aanzienlijke hoeveelheid geld wordt illegaal door Albanezen in het buitenland verdiend en terug naar huis gestuurd, waar het volgens rapporten wit wordt gewassen. Albanië is ook een doorvoerland voor drugs, van oudsher heroïne, weet professor David Bewley van Swansea University, die ook betrokken is bij het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EMCDDA). ‘Het is gelegen op de weg van Afghanistan, waar de drugs vandaan komen, naar Europa, de meest lucratieve markt voor heroïne in de wereld. Het goedje gaat van Afghanistan via Iran naar Turkije en vervolgens naar de Balkan.’ Daar is de waarschijnlijkheid op ontdekking en onderschepping door autoriteiten laag. Deze route is professioneel georganiseerd en volgens het World Drug Report van het VN-Bureau voor Drugs en Misdaad tiert corruptie hier welig. ‘De Albanese maffia had hier in het verleden een flinke vinger in de pap, juist door het belang van de zogenoemde Balkanroute. De afgelopen jaren is er echter een grotere diversiteit aan transportroutes ontstaan, waardoor de Albanezen zich hebben toegelegd op de handel in coke,’ stelt Bewley. Daardoor is ook de Rotterdamse haven in belang toegenomen voor de Albanezen.

Bewley toont in het EU Drug Markets Report aan dat tussen een kwart en de helft van alle cocaïne die zijn weg naar Europa vindt, wordt vervoerd via de Rotterdamse haven. ‘En Albanezen met Zuid-Amerikaanse connecties spelen daar in toenemende mate een belangrijke rol in. Niet verrassend, want cocaïne is een van de drugs met de grootste marktwaardes, met een wereldwijd totale geschatte verkoopwaarde van 5,7 miljard euro, die betaald wordt door een geschatte 3,6 miljoen Europese gebruikers,’ aldus Bewley. Dat daarvan maar weinig in de handen van de autoriteiten viel – in 2013 werd 687 ton in beslag genomen – verklaart Bewley onder meer met het gegeven dat van de elf miljoen containers die jaarlijks in de haven van Rotterdam worden opgeslagen, slechts 0,5 procent aan een controle werd onderworpen. ‘Maar ook corrupte medewerkers in zowel de verzendende als de ontvangende haven spelen een steeds belangrijkere rol in de smokkel van cocaïne,’ zo stelt Bewley.

Maar vaak is het ook helemaal niet nodig havenmedewerkers om te kopen. Eind vorig jaar arresteerde de Rotterdamse zeehavenpolitie vijf Albanezen die rondliepen op het terrein van een containerbedrijf aan de Waalhaven. De politie vond daarbij talloze pakketten coke – 85 kilo – verpakt in sporttassen, afkomstig uit een opengebroken container. De gearresteerde mannen waren zogenaamde ‘uithalers’, mensen die cocaïne uit containers halen nog voordat die weer de haven verlaten.

Afpersing

Njazi vertelt dat de Albanese maffia in Nederland ook probeert geld te verdienen middels afpersing: ‘Uitbaters van cafés, restaurants en winkels moeten een bedrag betalen in ruil waarvoor ze worden beschermd.’ Die bescherming is in de praktijk tegen wandaden gepleegd door de figuren aan wie ze dat bedrag betalen. In België oefende de Albanese gangsterbende van Viktor Hoxha pakweg vijftien jaar geleden een waar schrikbewind uit in Antwerpen. Volgens Njazi was Hoxha een belangrijke speler in het portiersmilieu, die ook op grote schaal aan afpersing deed, waarbij tegenstanders en dwarsliggers op koelbloedige wijze werden uitgeschakeld. ‘Dat heeft hem in het criminele circuit tot een succesnummer gemaakt. Een succes dat hem in de Albanese samenleving veel aanzien geeft.’ Toen de Belgische autoriteiten hem uiteindelijk het land uitgooiden, werd Hoxha in Kosovo onthaald als een koning. Ook in Nederland, Rotterdam voorop, lijkt het fenomeen afpersing steeds vaker de kop op te steken. Een restauranthouder in Rotterdam-Zuid, die omwille van zijn veiligheid anoniem wil blijven, verhaalt over Albanezen die op een avond zijn restaurant overnamen. ‘Ze kwamen gewoon binnen, vijf man sterk, en gingen aan tafels een praatje maken met de klanten. Vriendelijk, dat wel. Een dag later kwam een jonge vent binnen, begin twintig, kort geschoren haar en gekleed in gympen, jeans en een zwarte leren jas. Hij zei dat als ik wilde dat ze de volgende keer net zo vriendelijk met de gasten omgaan, ik zou moeten gaan betalen. Anders zou ik andere praktijken meemaken.’

De eigenaar ging niet in op het voorstel, omdat ‘het eind dan zoek is’. Ook elders in Rotterdam, maar ook in Amsterdam is sprake van intimidatie en poging tot afpersing. Volgens Njazi zijn dat de Belgische contacten die ook steeds actiever worden in Nederland. Een café-uitbater in Amsterdam vertelt over Albanezen die weigeren hun drankrekening te betalen. ‘Ze beloven je te betalen als ze je kroeg mogen gebruiken als uitvalbasis voor hun zaken. Als je daar niet aan mee wil doen geven ze je een grote bek,’ verklaart de cafébaas die ook niet met zijn naam genoemd wil worden uit angst voor represailles. ‘Ze testen je uit, laten eten bezorgen in je zaak en dat soort dingen. Als je zegt dat je daar niet van gediend bent en dat ze iets van jouw kaart moeten bestellen, riskeer je een conflict. Het is nog net niet uit de hand gelopen.’

Geweldadige ruputatie

De Albanese georganiseerde misdaad wordt meestal gezien als extreem gewelddadig. Daarbij zouden de maffiosi handelen in lijn met hetgeen gangbaar is in de Albanese maatschappij, die zich nog zou confirmeren aan de regels van een middeleeuwse codex, de kanun. Maar volgens de Belgische criminologe Jana Arsovska is dat helemaal niet het geval. ‘Na de val van het communisme drongen veel buitenlandse invloeden Albanië binnen,’ stelt Arsovska. Dat blijkt tot grote verwarring te hebben geleid. ‘In de botsing tussen traditie, religie, communisme en westerse waarden raakte de bevolking de draad kwijt. De zogenaamde American dream, die Albanezen kennen via de westerse media, oefent een grote aantrekkingskracht uit.’

Het lijkt erop dat een hele generatie is gaan leven volgens het credo get rich or die trying. ‘Vooral bij de jongere generatie is snel rijk worden het hoogste goed, de manier waarop doet er niet toe. De rest van de maatschappij reageert vaak eerder bewonderend dan afkeurend,’ zegt de criminologe, daarmee de hoge criminaliteitscijfers in dergelijke landen verklarend. Tegelijkertijd is het volgens Arsovska zo dat de Albanezen tegenwoordig de kanun helemaal niet meer kennen. Ze misbruiken hem volgens Arsovska nog wel als excuus voor hun misdaden. Dat wij de Albanese maffia kennen als een gewelddadige organisatie ligt volgens Arsovska deels ook aan de media, die in de jaren negentig – toen de Albanese gangsters in Europa net op stoom begonnen te raken – in geuren en kleuren verslag deden van het excessieve geweld. Daarbij werd ook veelvuldig verwezen naar de kanun, waarmee het huidige beeld van de Albanese maffia als een strakke en hiërarchisch georganiseerde clan-structuur gecreëerd was. Dat valt volgens Njazi wel mee. ‘Eigenlijk zijn er meerdere verschillende groepen zonder strakke hiërarchie,’ zegt Njazi, terwijl hij zijn mouw iets optrekt, waardoor een tattoo van een tweekoppige adelaar, het symbool van Albanië op zijn onderarm tevoorschijn komt. ‘Wel werken ze graag met mensen die ze kennen en vertrouwen, waardoor ze moeilijk te infiltreren zijn.’ Ook Roland Ekkers van de Rotterdamse politie onderschrijft dit. ‘Het is een zeer gesloten gemeenschap die erg wantrouwend is richting de politie,’ aldus Ekkers die voor wat betreft de verwachtingen voor Nederland constateert dat de Albanezen een prominentere rol in de onderwereld krijgen. ‘En als een groep het werkgebied uitbreidt, loop je tegen bestaande groepen aan,’ zegt hij. Dat dat gepaard gaat met geweld, heeft Rotterdam al gezien. Toch is het niet allemaal grof geweld wat de klok slaat. Volgens Arsovska passen de Albanese gangsters zich in hun criminele activiteiten aan de omstandigheden aan. ‘Waar ze vroeger de meer primitieve, opzichtige misdaden pleegden – zoals huurmoorden, afpersingen, vrouwenhandel en overvallen – weten ze nu beter uit de schijnwerpers te blijven.’

Onder de radar

Na 2004 lijkt het aantal Albanezen in de Europese misdaadcijfers terug te vallen. ‘Dat betekent zeker niet dat hun georganiseerde misdaad afneemt. Ze gaan professioneler te werk, gebruiken minder geweld en duiken daardoor vaker onder de radar van politie en justitie,’ stelt Arsovska. Aan de andere kant zijn de Albanezen niet geheel van de radar verdwenen. In België liepen de afgelopen vijf jaar bijna vijfhonderd politieonderzoeken naar Albanezen en zijn ruim 1200 verdachten met een Albanese achtergrond gearresteerd. In de Belgische media verschenen honderden artikels over Albanese misdaad in België, over drugsbaronnen en andere topcriminelen, maffia-praktijken in de horeca, dievenbendes en meer. Dat lijkt nu over te waaien naar Nederland, dat door de centrale ligging net zo aantrekkelijk is voor de Albanese maffiapraktijken als het buurland. ‘De mensensmokkel richt zich bijvoorbeeld op Groot-Brittannië, terwijl drugs in België en Nederland worden aangekocht om naar elders uit te voeren,’ zegt Arsovska. Volgens Njazi richten Albanese groeperingen zich ook steeds meer op ladingdiefstallen. ‘Maar het grote geld zit in de drugs,’ zegt Njazi. En dus zullen gewelddadige confrontaties, zoals de ripdeal in het Rotterdamse Oud-IJsselmonde in 2015, in de toekomst nog vaker voorkomen. ‘Toen werden de Albanese broers Levi en Lenci geliquideerd. Voor zes kilo cocaïne,’ zegt Njazi. ‘Aardige jongens, in de twintig. Het is een smerige business.’