‘In onze achtertuin zouden ze het wereldrecord gangbangen kunnen verbeteren’
Columnist Jerry Hormone sloopt de ene grasmaaier na de andere.
Het toppunt van de over de natuur zegevierende mens is het gazon. Dat wilde woekeren te temmen, perfect in te perken, te coifferen tot biljartlaken, ieder sprietje precies dezelfde kleur groen en alle halmen exact even lang. Een tijger door een brandende hoepel laten springen is eenvoudiger.
Ooit stond het gazon symbool voor decadente rijkdom. Net als bolbuikigheid, want meer kunnen vreten dan broodnodig, dát was nog eens welvaart. Of een zo wit mogelijke huid. Van iemand met de complexie van een glas karnemelk weet je in ieder geval dat ie nooit buiten werkt, op het land, onder de brandende zon, als het eerste het beste keuterboertje. Extreem lange vingernagels was ook een tijdje een hip rijkestinkerdsding. Soms lieten gefortuneerden hun nagels zó lang groeien, dat ze krulden als varkensstaarten, met als resultaat letterlijke onhandigheid. Geeneens je eigen reet kunnen afvegen, zelfs daar een bediende voor nodig hebben, wat een weelde!
De dikdoenerij van het gazon zat ’m erin, dat je zoveel land bezat, dat je niet eens op elke vierkante centimeter voedsel hoefde te verbouwen, maar met een deel van je grond iets totaal nutteloos kon doen, zoals er de snelgroeiende plant gras op te zetten en vervolgens kort te houden, een sisyfusarbeid waar je uiteraard je personeel voor had.
Ik heb geen personeel en sta zodoende zelf met roodverbrande zweetharses en rouwranden onder de nagels op de jungle achter ons huis in te hakken. De vorige eigenaar heeft de tuin nogal laten versloffen. Je kent dat liedje wel: ‘Als het gras twee kontjes hoog is / Hela-hi, hela-hop / Als het gras twee kontjes hoog is / Meisjes pas dan heel goed op’, over dat een flinke boerenzoon en een aardig, margrietjes-plukkend meisje in een wei de liefde bedrijven, door de vergevorderde staat van de vegetatie geheel onttrokken aan het oog van mogelijke pottenkijkers. Welnu, in onze achtertuin zouden ze het wereldrecord gangbangen kunnen verbeteren en geen hond die het ziet. Toen we hier net kwamen wonen, heb ik er de grasmaaier eens in laten vastlopen en vervolgens gedacht: dat komt nog wel een keer. Die keer is nu.
In de afgelopen dagen heb ik al drie bos-/kantenmaaiers gesloopt. Het gemotoriseerde tuingereedschap raakt verstrikt in de begroeiing. Taaie stengels wurmen zich tussen de draaiende delen en wurgen het leven uit de apparaten. Ik ben ondertussen pas op de helft, maar heb al een hooiberg zo groot, ik zou de catering voor de voltallige cast van Watership Down kunnen verzorgen. Het ‘gazon’ dat langzaamaan ontstaat, is geel en zit volle kale plekken en moskoeken. Zelfs het veld bij Waterloo lag er na de slag van 1815 strakker bij. Maar ik vertik het ten onder te gaan en zal zegevieren over de natuur, al verspil ik er m’n hele zomer aan.
- ANP