Ik strompel de trap op, open de slaapkamerdeur en laat me met een diepe zucht op mijn bed vallen. Mijn lichaam ontspant. Alleen, ik ben eindelijk alleen. Baby F. is nog geen maand oud, maar ik ben nu al toe aan een week in een kuuroord.
Vriend Duncan (medeverantwoordelijk voor het wezentje dat om de anderhalf uur hartverscheurend blèrt om voeding en aandacht, óók ’s nachts) slaapt vanavond beneden, met zoon. Zodat ik kan uitrusten. Niet dat mijn vermoeidheid zal verdwijnen na één nacht bijtanken, maar het is een begin. Tot mijn verbazing val ik niet direct in coma. Ik laat mijn blik door mijn slaapkamer glijden; eens de aangename plek waar ik uitsliep, aan seks deed en badderde tot mijn huid rimpelig werd terwijl ik de krant las. Wát een leven.
Opgefokt
De laatste weken voel ik me instant opgefokt als ik mijn voormalige happy place betreed. Ik weet inmiddels wat me te wachten staat: hazenslaapjes, voeden en een woedende baby troosten die alleen stopt met huilen, of nee: gillen, als ik in rap tempo rondjes met hem loop, terwijl ik zing. Bizar genoeg lijkt dat laatste werkelijk te helpen, ondanks mijn ‘stem als een slijptol’, zoals Duncan opmerkte. En hoe onbeschrijfelijk veel ik ook van onze nieuwe huisgenoot hou, ik vond het fijner vertoeven in mijn slaapkamer voor zijn komst.
Voor handboeien, touwen en experimentele toys is in het leven van kersverse ouders geen ruimte
Ik kijk naar het wiegje naast mijn bed en denk aan wat mijn moeder steeds herhaalt: ‘Deze fase gaat voorbij.’ Een fijn idee, al wil een deel van mij dat baby F. eeuwig klein blijft. Nog een paar maanden bikkelen en de nacht is weer van mij, van ons. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Toch kan je je pas voorstellen wat voor impact een baby op je liefdesleven heeft, als hij er is. Duncan en ik zijn 24 uur per dag samen, zonder een seconde tijd te hebben voor elkaar. En dag in, dag uit knuffelen met baby F. mag dan het lekkerste gevoel op aarde zijn, de behoefte aan ‘grote mensen-intimiteit’ wordt met de dag nijpender.
Beurse clitoris
Maar de tijd is nog niet rijp voor lichamelijk contact met mijn geliefde, in welke vorm dan ook. Het onverbiddelijke babyritme laat het niet toe. In de tussentijd wil ik weleens weten of de zaak bij mij überhaupt nog functioneert. Mijn clitoris voelde de afgelopen weken beurs, alsof een professionele bokser erop was losgegaan met zijn vuisten.
Niemand had mij erop voorbereid dat ook het deel waaruit géén baby was gekomen gehavend uit de strijd zou komen. De verloskundige verzekerde me dat het goed zou komen, maar helemaal gerust ben ik er niet op. Nooit meer plezier beleven aan seks, stel je voor.
Ik open de lade naast mijn bed. Vóór de komst van baby F. was die tot de nok gevuld met de nieuwste seksspeeltjes. Vorige week was ik alle rondslingerende luiers, sokjes en hydrofiele doeken ineens zat. Ik besloot – met pijn in mijn hart – ruimte te maken in mijn dildo-la. Want laten we eerlijk zijn: voor handboeien, touwen en experimentele toys is in het leven van kersverse ouders geen ruimte. Mijn twee lievelingshulpstukken liet ik liggen, de Womanizer en The Orchid Wand Vibrator, in de hoop hiermee snel weer aan de slag te kunnen. Ik twijfel een moment, pak dan de Wand Vibrator en zet hem op de allerzachtste stand. Even later concludeer ik opgelucht: halleluja, de boel werkt nog! Tevreden val ik in een diepe slaap.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Lotte Valk
- Ron de Wildt