Premium

‘Ik erger me dood aan al die complotdenkers’

Tv­presentator Kees van der Spek (56) heeft niet zo’n groot ego en is ook niet heel materialistisch. Hij heeft naar eigen zeggen de leukste baan van de hele wereld en krijgt er ook nog voor betaald. ‘Wie ben ik dan om te janken dat ik te weinig aandacht krijg?’

Kees van der Spek

Ben je zelf weleens opgelicht?

‘Ja, in Thailand. Een tuktuk-chauffeur bood een vriend en mij een ritje aan, inclusief een bezoekje aan een zogenaamde lucky buddha-tempel. Daar overkwam ons iets heel lucky’s, namelijk een toevallige persoon die ons aansprak en een lulverhaal begon over dat het net in die ene week Tourist Information Week was in Thailand. In die week kunnen toeristen belastingvrij goedkoop edelstenen kopen bij de overheid, met een certificaat erbij, die je thuis voor veel meer geld kunt doorverkopen. We gingen mee naar de winkel, waar een aantal overheidsmedewerkers rondliep in mantelpakjes. Ze vertelden dat de dure pakketten uitverkocht waren, alleen de edelstenen van 700 euro waren nog voorradig. Wij zeiden: “Doe er maar twee, hier is onze creditcard,” en tikten 1400 euro af.’

Gingen er geen alarmbellen rinkelen?

‘Nee, ongelofelijk hè, hoe dom kun je zijn? Ik kreeg pas een donkerbruin vermoeden toen we na de aankoop twee dames van het zogenoemde Government Expo Center meekregen, een soort hoeren eigenlijk, die met ons naar een plaats vijf uur verderop wilden rijden. Daar hadden wij geen zin in, waarna de auto stopte en ons geld – dat de meiden bij zich droegen – door wat mannen werd afgepakt. Toen raakte ik toch een beetje in paniek, met die meiden op onze schoot, die erop stonden dat we de dag erop alsnog met ze op pad zouden gaan. Later die avond vertelde ik het hele verhaal aan een Jordanese toerist, die keihard begon te lachen en zei dat dit een van de bekendste oplichtingstrucs van Bangkok was. Hoe zuur is dat?’

Heb je het daarbij laten zitten?

‘De volgende ochtend zijn we heel vroeg uitgecheckt, voordat die meiden ons zouden komen ophalen, en naar de toeristenpolitie gegaan. We moesten achteraan een rij aansluiten van dertig huilende toeristen die allemaal hetzelfde standaard edelsteenscamming-formulier moesten invullen. Dat hebben we toch maar gedaan, waarbij we heel gezellig aan de praat raakten met de politie. Toen ik zei dat ik misdaadverslaggever was, lag de hoofdcommandant dubbel van het lachen en vroeg of ik nog wist waar het zogenaamde overheidskantoortje was. Met drie politie-auto’s zijn we erheen gereden, de hele boel werd afgezet, en de eigenaar opgepakt. Dat was het moment waarop ik dacht: als ik dit film, dan is het een tv-programma. Zo is Oplichters in het Buitenland ontstaan.’

Mijn studie is faliekant mislukt omdat ik altijd in de kroeg zat. Ik was alleen maar aan het zuipen en zat achter de meiden aan

In je programma’s confronteer je mensen met hun wangedrag. Vind je dat lekker, iemand op z’n vingers tikken?

‘Tuurlijk, dat is toch ook leuk, en ook wel spannend? Ik was een keer in een foute tent in Krakau, waar dames bij je komen zitten die daar stiekem natuurlijk gewoon werken. Ze willen dat jij een drankje voor ze bestelt, waarna ze steevast het allerduurste van de kaart kiezen, champagne van 90 dollar met alles erop en eraan. Dat betaalt iedereen, want om je heen zitten allemaal klanten die op dezelfde manier door dames op kosten worden gejaagd, en je wilt niet moeilijk doen. Hoe grappig is het dan om dat drankje af te pakken, een slok te nemen en vast te stellen dat het limonade van 10 cent is, op te staan en alle klanten te waarschuwen: “Joehoe, je hebt net 90 dollar betaald voor limonade?” De eigenaar werd gék, ik kreeg de uitsmijters serieus achter me aan.’

Waar komt je hang naar avontuur vandaan?

‘Vanuit mijn jeugd. Mijn vader werkte bij ontwikkelingssamenwerking, waarvoor we altijd onderweg waren. Ik ben geboren in Israël, daarna woonden we drie jaar in Duitsland, toen acht jaar in Nederland, vervolgens tot mijn zeventiende in Suriname en Burundi. Vriendjes bleven achter in een dorpje in Zuid-Holland, wij gingen op pad. Dat was anders dan anders, zeker in die tijd, waarin een vakantie naar Griekenland al als exotisch werd beschouwd. Na hun pensionering zijn mijn ouders ook meteen weer de hort op gegaan, werken in vluchtelingenkampen in Venezuela en Indonesië en zo. We zijn avonturiers, dat hebben we in ons.’

Wat gebeurt er als je een tijdje niet weg kunt, zoals in de coronaperiode?

‘Ik erger me dood aan al die complotdenkers en schreeuwers die klagen over Nederland, dus laat ik vooropstellen dat we in een van de mooiste landen van de wereld wonen. Het is rijk, veilig en rustig, met een betrouwbare pers en een goede overheid, maar het is natuurlijk ook wel een beetje saai. Ik hou van bergen, andere talen, hitte, landen verkennen. Als ik dat een tijd niet kan doen, dan word ik opgejaagd en onrustig. Als kind al nam ik de Bosatlas mee naar bed en droomde ik weg bij de kaarten. Ik ken ook bijna alle hoofdsteden uit m’n hoofd van alle landen.’

Wat is de hoofdstad van Oeganda?

‘Kampala. De tweede stad is Entebbe, waar het vliegveld ligt.’

Wist je toen je met de Bosatlas naar bed ging al dat je later journalist wilde worden?

‘Journalistiek was niet meteen mijn ding, maar het moest wel iets met reizen worden. Wat precies, dat was vaag. Piloot worden was een droom, daar heb ik een test voor gedaan, maar ik ben afgekeurd op mijn oren. Ik heb mijn oren verknald bij een concert van Queen in 1984. Sindsdien heb ik een suisoor.’

Er zijn mensen met tinnitus, de officiële benaming van suisoren, die zelfmoord plegen.

‘Dat moet je niet zeggen, dat is zo kut. Het is bij mij ook altijd aanwezig, vooral als we het erover hebben.’

Laten we er gauw over ophouden. Heb je ooit overwogen om in de voetsporen van je vader te treden?

‘Ontwikkelingssamenwerking is heel mooi. Ik vind het heel slecht als wij denken dat we de enige mensen op de wereld zijn en alles voor onszelf houden. Het is gewoon mazzel dat wij hier zijn geboren, dus het is onze plicht om iets weg te geven.’

Wat geef jij weg?

‘Over zulke dingen moet je je nooit uitspreken. Ik geef gewoon aan een aantal goede doelen.’

Je bent uiteindelijk toerisme gaan studeren. Hoe ging dat?

‘Mijn studie is faliekant mislukt omdat ik altijd in de kroeg zat. Ik was alleen maar aan het zuipen en zat achter de meiden aan.’

Was jij een jongen die de vrouwen van zich af moest slaan?

‘We hadden een vriendengroep met wie we elke avond gingen stappen. We waren behalve met drinken ook druk bezig met versieren, dat doe je op die leeftijd toch? Ik kwam regelmatig met wat thuis, dat hoort ook gewoon bij jong zijn, vind ik.’

Je rolde via een baan bij een Alkmaars persbureau alsnog de journalistiek in, waar je je vrij snel omhoogwerkte als rechterhand van Peter R. de Vries. Hoe was het om onder hem te werken?

‘Geweldig, daar heb ik alles van het vak geleerd. Ik kwam vanuit de schrijvende pers als bureauredacteurtje bij het programma Peter R. de Vries, Misdaadverslaggever, van tv wist ik niets. Ik heb het altijd heel goed met Peter kunnen vinden.’

Het lijkt vrij makkelijk om onenigheid met hem te krijgen.

‘Dat is een beetje hoe hij overkomt op de buitenwereld, denk ik. Ik heb nooit ruzie met hem gehad, terwijl we totaal verschillend zijn. Hij is een wandelende misdaadencyclopedie, een enorm geordende feitenkenner, met een gigantisch netwerk in de misdaad. Ik ben een creatief warhoofd, die het spoor bijster raakt als je naar rare details over Holleeder gaat vragen, maar ik ben wel een goede verhalenverteller en regisseur. Dat vulde elkaar precies goed aan. We hebben het altijd fijn gehad samen, dus ik kan niks lulligs over hem zeggen.’

Een van jullie grootste projecten was de reportage over Joran van der Sloot. Hoe diep zat jij in die materie?

‘Heel diep. Ik heb de contacten met “Joran-vriend” Patrick van der Eem onderhouden, nagedacht over hoe we dit gingen doen en op welke manier we dat in beeld konden brengen. Ik weet nog dat we overwogen om een gebouw vol te hangen met verborgen camera’s, maar later kwamen we op het idee om die in te bouwen in een auto. Ik heb alles zelf geregisseerd, dus ja, ik ken die zaak van haver tot gort.’

Toen jullie in 2008 een Emmy Award voor de uitzending over Joran van der Sloot wonnen, kreeg Peter alle veren in z’n kont. Vond je dat vervelend?

‘Nee joh, we werden allebei genoemd, en we hebben voor de uitreiking allebei een medaille gekregen. Toen werd omgeroepen dat we de Emmy hadden gewonnen, wilde Peter me meehebben naar het podium, maar ik vond het op dat moment nog niet zo leuk om op de voorgrond te staan. Dan sta je daar, voor de internationale pers. Ik was een beetje verlegen en had last van cameravrees.’

Hoe wordt iemand met cameravrees tv-presentator?

‘Ik had Oplichters in het Buitenland bedacht als format voor iemand anders, niet om het zelf te presenteren. Maar toen vroeg SBS of ik het niet zelf wilde doen. Dat vleit ook wel weer en ik hou van avonturen aangaan en in het diepe springen. En zie daar, dat is inmiddels acht jaar geleden.’

Je komt vrij zelfverzekerd over. Is dat een act?

‘Nee, dat is wel echt zo. Het scheelt dat ik niet op mijn achttiende beroemd ben geworden, als een geforceerd kindsterretje. Ik ben pas als ouwe lul op tv gekomen en dan ben je al iemand. Daar kun je weinig anders van maken.’

Is de tv-wereld een lastige omgeving om in te werken, met al die ego’s?

‘Nee, en weet je waarom niet? Omdat het me niet zoveel interesseert en omdat ik er niet veel mee te maken heb. Ik werk niet bij een zender in huis, want ik ben in dienst van Endemol, als regisseur die toevallig ook nog presenteert. Voor Endemol maak ik mijn programma’s, ga ik op reis en monteer ik wat ik meemaak. Mijn uitzending gaat daarna naar RTL, maar dat is geen wereldje waarin ik me regelmatig beweeg.’

Zou je dat wel willen?

‘Ik ken wel wat BN’ers, van spelshows waar we allebei in zaten of feestjes. Ik ben goed met Alberto Stegeman, ik ben goed met Peter, ik ben goed met Klaas van Eerden en ik ben goed met Bram Krikke, gek genoeg. Als ik die mensen ergens zie, dan is dat heel gezellig. Maar ik zoek het niet per se op.’

‘Ik zie mezelf niet op mijn 65ste nog boeven opsporen in Nigeria’

Kun jij met iedereen door één deur of sluimert er ergens nog iets?

‘Er is een fenomeentje dat misdaad- en royaltyverslaggevers elkaar beconcurreren en regelmatig vetes hebben. Daar snap ik niets van. Waarom zou ik tegen jou iets lulligs zeggen over een collega die ik niet ken? Ik ben een allemansvriendje, denk ik. Tenzij je een boefje bent, dan pak ik je (lacht).’

Vind jij dat je genoeg eer krijgt voor je werk?

‘Jeetje. Ik heb niet zo’n groot ego en ik ben ook niet heel materialistisch. Het klinkt heel kwijlerig, maar het gaat me niet om veel geld. Ik heb de leukste baan van de hele wereld en ik krijg er ook nog voor betaald. Wie ben ik dan om te janken dat ik te weinig aandacht krijg? Jij interviewt me nu, vanmorgen zat ik bij Radio 1. Nee, het is prima zoals het is.’

Je verdient anders dan veel andere presentatoren geen 3 of 4 ton per jaar. Steekt dat?

‘Dat heeft ermee te maken dat ik sinds 1996 in loondienst ben bij Endemol. Vast salaris, auto en telefoon van de zaak. Dat ga ik niet overboord gooien voor een onzeker jaarcontract van drie ton. Ik verdien ver boven modaal, ik kan twee keer per jaar op vakantie, ik woon in een mooi huis. Ik heb eigenlijk alles, hoezo moet ik dan meer?’

Misschien heb je nog sluimerende ambities.

‘Als je bij een zender onder contract komt, dan maak je daar afspraken mee. Je krijgt voor de komende paar jaar veel geld en moet in ruil daarvoor programma’s presenteren die zij je voorschotelen. Zo’n programma kun je één of twee keer weigeren, maar liever niet, en als je programma niet scoort, dan kom je in de problemen. Dat heb ik niet. Ik mag maken wat ik wil, want ik verzin en maak het zelf. Als ik het ook nog presenteer, dan krijg ik van de zender een presentatievergoeding, maar dat staat los van mijn salaris bij Endemol. Als ze denken: Kees krijgt een te oude kop, dan kan het ook zijn dat ik alleen nog maar ga regisseren, zoals in de tijd dat ik met Peter werkte.’

Ben je bang voor dat moment?

‘Nee, geen seconde. Een verhaallijn bedenken, op reis gaan, uitwerken wat je hebt meegemaakt, alle gebeurtenissen in een vormpje gieten, een spanningsopbouw maken, de juiste muziek eronder zetten. Dat vind ik het allerleukste wat er is.’

Staat al dat reizen je gezinsleven weleens in de weg?

‘Nee. Ik bewaak de balans tussen privé en werk, daarom heb ik gezegd dat ik niet vaker dan eens in de vier weken op reis wil. Dat betekent dat ik maar twaalf afleveringen per jaar kan maken, maar dat is dan de consequentie. Ik vind dat billijk, elke vier weken een week op reis, de andere drie weken ben ik thuis. Dan ben ik aan het monteren of researchen. Mijn vrouw vindt dat ook prima, zij had met corona zelfs zoiets van: wanneer ga je weer?’

Je hebt vier kinderen van 29, 25, 15 en 12 jaar. Wilde je altijd al een groot gezin?

‘Nee, als jonge gast wilde ik helemaal geen kinderen. Ik wilde reizen en een baby staat dat onwijs in de weg. Maar ja, toen was mijn eerste vrouw ineens zwanger, en dan is dat zo. Van het een kwam het ander en nu heb ik vier zonen en een kleinkind.’

Doe je het goed als vader, denk je?

‘Dat moet je aan mijn kinderen vragen, maar ik hoop het. Gisteren waren ze allemaal hier, met aanhang, we hebben gebarbecued. Als ik de hele groep bij elkaar zie, krijg ik tranen in mijn ogen van ontroering. Er is nooit gedonder, iedereen is goed met elkaar, in de puberteit is er ook amper gezeik geweest. Ik heb echt geweldige kinderen. Het klinkt soft, maar ze zijn superleuk en lief.’

Voelt het als falen dat je eerste huwelijk is geklapt?

‘Als je tegen je kinderen van 11 en 7 jaar moet zeggen dat je gaat scheiden, dan is dat het ergste wat er is. Een mislukking, maar het was gewoon over en uit. We waren niet gelukkig.’

Van het ene gezin ben je in het andere gehopt. Was dat achteraf een goed idee?

‘Ik leerde Annabel vier maanden na de scheiding kennen. Ik was 37, zij 25. Dat was zo leuk en gezellig, er was meteen een klik. Vrij snel daarna werd het al wat serieuzer tussen ons en heb ik gezegd dat ik alles best vond, maar geen kinderen mee en niet meer trouwen. Zij antwoordde dat ze dat snapte, maar dat het haar droom was om als een prinses te trouwen en kinderen te krijgen. Ik heb er een uur over nagedacht en gezegd: oké dan maar.’

Je bent met een natte vinger te lijmen.

‘Ja, ik ben een weekdier. Ik doe gewoon wat me op dat moment het beste lijkt, dat is ook hoe ik werk. Een beetje doen en dan maar kijken of het werkt. Meestal pakt dat goed uit. Ik heb zo’n leuke vrouw. Ze is echt geweldig.’

Hoe ontspan je als je niet bezig bent om misdadigers op te sporen?

‘Lekker uit eten met het gezin vind ik het mooiste wat er is. Ik zwem veel. Drie keer per week borstcrawltraining, om een beetje fit te blijven. En ik ben heel erg fan van Bach. Elke dag zet ik dat even op, daar word ik gelukkig van.’

Denk je weleens aan stoppen met het werk dat je nu doet?

‘Ik zie mezelf niet op mijn 65ste nog boeven opsporen in Nigeria, dus dat is mijn voorland. Het zou best kunnen dat ik wat rustigers ga doen, iets meer human interest, maar wel altijd in combinatie met reizen.’

Heb je specifieke wensen qua landen waar je nog naartoe wilt?

‘Buiten de begaande paden gaan, dat is wat ik wil. In Irak en Somalië, maar ik zou ook nog wel terug willen naar Burundi, waar ik als kind heb gewoond. Dat is lastig, want daar kom je eigenlijk niet meer in. Het is al jaren een no-go-land, dat van Buitenlandse Zaken een rode vlag heeft gekregen, net als Somalië.’

NIEUWE REVU ONTMOET KEES VAN DER SPEK

Waar? In de auto van Kees, een Citroën DS5. Hij omschrijft zijn eigen rijstijl als ‘slordig’.

Nog iets genuttigd? Kees komt net bij Radio 1 vandaan, waar hij een interview had. Als dank kreeg hij een doosje met vier chocolaatjes.

Verder nog iets? Kees is geen man bij wie je eindeloos moet doorzagen om tot een goed antwoord te komen. Hij heeft het hart op de tong en komt uit zichzelf met de ene na de andere anekdote. Wil je ’m aanschouwen terwijl hij boefjes oppakt, zet je tv dan op dinsdagavond op RTL 5. Elke week is hij in actie te zien in Kees van der Spek: Oplichters Aangepakt.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct