Lauren Verster: ‘Ik moest ervoor zorgen dat ik niet het domme blondje werd’

Van een nomadenbordeel en moderne holbewoners tot orthodoxe Joden. Voor de tiende reeks van haar reportageserie Lauren! gaat Lauren Verster wederom kopje-onder in de randen van de samenleving. Hoe is het – vijftien jaar na haar televisiedebuut en twee kinderen later – gesteld met haar eigen wilde haren?

Lauren Verster

Je zou denken dat het lastig wordt, om na tig seizoenen van hetzelfde reportageprogramma nog onderwerpen te vinden waarmee je verrast. Maar er is volgens Lauren Verster (41) ergens op de wereld altijd weer een kast die opengaat en iets fantastisch onthult. Ze probeerde deze parels heel lang uit reguliere nieuwsmedia te halen, maar dat werkte voor haar niet. Je kunt als maker van een programma dat pretendeert om kijkers mee te nemen naar onbekende werelden moeilijk aankomen met een verhaal dat al uitgebreid is behandeld aan een talkshowtafel of in een krant. Lang leve de krochten van YouTube, waar ze ter voorbereiding op het nieuwste seizoen van Lauren! stuitte op het bestaan van een zogenaamd nomadenbordeel in Duitsland en een enorme Filipijnse community in een uithoek van IJsland. Dan is het: idee pitchen bij de NPO, duimen op de goede afloop, koffers inpakken en gáán, de wijde wereld in, op zoek naar avontuur.

Er zijn vreselijk veel reisprogramma’s op tv. Wat geeft Lauren! volgens jou bestaansrecht?

‘Als ik weleens naar 3 op Reis kijk, dan doe ik dat om te checken of een plek leuk is om naartoe te gaan. Ik maak een programma dat je kijkt omdat je het interessant vindt om te zien hoe groepen mensen bij elkaar klitten en wat hun gewoontes zijn. Dat we daarvoor meestal naar het buitenland afreizen is geen bewuste keuze. Sterker nog: ik heb eindeloos geprobeerd om geschikte onderwerpen in Nederland te vinden, maar dat blijkt heel lastig. Iedereen duikt hier op dezelfde verhalen, terwijl ik iets wil laten zien wat tot nu toe onder de radar is gebleven.’

Waar komt jouw drang om andere werelden te ontdekken vandaan?

‘Ik ben mijn hele leven al nieuwsgierig én onrustig. Mijn programma is voor mij een manier om te kijken hoe het nog meer kan. Wij staan elke dag in de file op de A2, werken keihard en komen thuis in een nieuwbouwwijk. Kan dat ook anders? En hoe dan?’

Heb je het antwoord inmiddels gevonden?

‘Ik dacht altijd dat wonen in een community op een zonnige plek, waar minder vanuit een kapitalistisch systeem en meer vanuit zachtheid werd gedacht, een zeker voordeel had ten opzichte van onze maatschappij. Maar als je daar wat langer bent, merk je al snel dat de patronen zich ook daar herhalen. De een is boos omdat ie de wc’s moet schoonmaken, een ander klaagt over fouten in de boekhouding, de volgende krijgt ruzie met de herrie makende buurman.’

Eigenlijk zeg je: het is overal kut.

Vrolijk lachend: ‘Ja, eigenlijk wel. Dat merkte ik heel erg toen we bij de rastafari’s in Zuid-Afrika waren. Dat is een van de meest liefdevolle hippiecommunity’s ter wereld: de hele dag dansen, One Love als lijflied, volop respect voor de natuur en elkaar, veel mediteren en een beetje geld verdienen met de verkoop van wiet die ze zelf verbouwen. Ik zag mezelf er al helemaal wonen, jointje erbij. Maar er ontstond toen ik er was al snel een gespannen sfeer, omdat de opbrengst van de wiet door iemand uit de gemeenschap achterover was gedrukt. Je denkt: dit is het paradijs, maar mensen blijven toch mensen. Het is overal wat, daar ontkom je niet aan.’

Dus zit jij nog steeds in Amsterdam-Noord en niet bij de rastafari’s.

‘Ik ben ouder geworden, heb een leuke liefde gevonden, twee kinderen gekregen. Dat geeft een basis die veel van de onbestemdheid wegneemt die ik vroeger voelde. Maar ik vind het nog steeds heel boeiend om te kijken hoe anderen het leven aanpakken. Niet in de zin van: er komt bezoek bij ons thuis en die ga ik eens helemaal fileren. Dan heb ik het helemaal niet. Maar zodra ik voor mijn werk op pad ga, zet ik een soort knop om. Vanaf dat moment probeer ik alles wat ik over een bepaalde groep denk te weten opzij te zetten, zodat ik er zo blanco mogelijk inga. Ik zie mijn onderwerpen als een soort aliens die ik van alle kanten probeer te begrijpen en doorgronden, zonder dat ik daar een oordeel of label op vastplak.’

Is dat jouw grote kracht als presentatrice, dat je er met open vizier ingaat?

‘Ik ben van nature niet iemand met een harde mening, wat zowel een voordeel als een nadeel is. Als ik voor een talkshow word gevraagd, dan weet ik dat de presentator het lekker vindt als ik een duidelijk oordeel heb. Nou, dan moet je mij niet vragen, haha. Maar bij de programma’s die ik maak, werkt het juist wel goed om ergens onbevangen in te gaan. Ik heb voor Lauren! in al die jaren al zoveel gezien en meegemaakt, maar ik snap in bijna alle gevallen wel hoe het kan dat het zo is gelopen.’

Vind je dat je jezelf sinds je debuut op de Nederlandse tv voldoende hebt vernieuwd?

‘Toen ik begon met televisie was ik vooral een reporter en presentator. De laatste jaren ben ik veel meer een maker geworden. Ik doe er veel regie bij, ik heb een eigen televisiecamera gekocht, ik monteer. Dat is eigenlijk het leukste, om al die facetten zelf te doen. Op dat vlak heb ik mezelf heel erg ontwikkeld, maar voor de camera ben ik niet per se anders dan vijftien jaar geleden. Misschien dat ik de eerste jaren wat meer vasthield aan een vast stramien: van tevoren vragen bedenken, een rode draad uitstippelen. Dat doe ik niet meer. Ik stel me van tevoren een beetje voor hoe het gaat zijn, hoe ik me op zo’n plek zou voelen en schrijf wat steekwoorden op. Dat is het, heel losjes eigenlijk.’

Je ouders waren allebei biologieleraar. Hoopten zij niet dat je iets in die richting zou gaan doen?

‘Zij hebben zich nooit zo met mijn keuzes bemoeit, ook omdat ze wel zagen dat ik avontuur nodig had. Deuren openen die voor anderen gesloten blijven, dat heeft me altijd getrokken. Ik heb nooit een plan uitgestippeld op papier, zo van: ik ga dit en dat doen, dan kan ik later bij de tv werken. Maar achteraf heb ik de eindjes stiekem heel erg aan elkaar geknoopt. In mijn studententijd werkte ik bijvoorbeeld als officemanager bij een productiemaatschappij en niet in een kroeg, omdat ik dacht: hier kan ik mensen leren kennen die ik later misschien nodig heb. Als je je er bewust van bent wat je wilt, komen er vanzelf kleine kansjes voorbij.’

Als je terugkijkt op je carrière tot nu toe, heb je dan altijd de juiste keuzes gemaakt?

‘Ja, dat vind ik wel. Toen ik bij Veronica begon met een autoprogramma, wist ik al dat ik later human interest wilde maken bij de publieke omroep. Ik moest er dus voor zorgen dat ik niet het domme blondje werd, anders kon ik mijn toekomstdroom wel shaken. Daarom ben ik meteen andere programma’s gaan voorstellen en pitchen, waardoor ik op pad mocht met oorlogsfotografen. Er zit natuurlijk ook een factor geluk bij, maar ik heb mijn eigen kansen gecreëerd.’

Voordat de coronacrisis losbarstte, was ik klaar met al dat reizen

Je maakt Lauren! al sinds 2012. Is dit seizoen de laatste, of blijf je stug doorgaan?

‘Ik ben een tijdje terug nog naar de NPO gaan, omdat ik me afvroeg: tot hoelang kan ik dit nog doen? Ben je ooit te oud voor een programma zoals ik dat maak? Hun antwoord was: weet je, jij hebt je een bepaald gebied toegeëigend, daar kun je eindeloos mee door. Dat vond ik een leuk en ook wel geruststellend bericht, want het liefst ga ik nog even door met mijn programma. Korte reportages maken over verschillende onderwerpen ligt mij beter dan een show of een spelletje presenteren. Ik zeg niet dat ik nee zou zeggen als ze me ineens zouden vragen voor een talkshow, maar daar ligt niet mijn ambitie.

Is het niet een beetje uit de tijd, om de halve wereld over te vliegen voor een programma?

‘Ja, dat is het. Net zoals het uit de tijd is om biefstuk met frites te bestellen of plastic bakjes met salade te kopen in de supermarkt. Daar probeer ik ook rekening mee te houden. Zo ga ik over twee weken voor de opnames van het volgende seizoen van Lauren! naar Amerika. Voorheen waren we meerdere keren op en neer gevlogen, nu proberen we alle opnames voor drie afleveringen te bundelen. Op die manier probeer ik mijn schuldgevoel een beetje af te kopen. Maar het is ook gewoon mijn baan, hè.’

Een paar jaar terug zei je dat je bijna misselijk werd als je Schiphol zag. Is dat door corona veranderd?

‘Voordat de coronacrisis losbarstte, was ik klaar met al dat reizen. Voor Lauren! racete ik constant van hot naar her. Vlak voor de pandemie belde ik in een taxi in het buitenland met mijn bank omdat mijn pinpas het niet meer deed: “Hallo, ik zit in New York en mijn pas doet het niet meer.” De bankmedewerkster ging in het systeem kijken en zei: “Ja maar, u zit in Tel Aviv en niet in New York. Hoe zit dat?” Twee dagen eerder zaten we nog in New York, maar ik was zo uitgeput dat ik was vergeten dat we alweer op de volgende bestemming waren aangekomen. Het was allemaal zo gehaast en zo veel. Ik was totaal doorgedraaid en van het padje. In coronatijd heb ik heel erg m’n rust gepakt, tussendoor heb ik ook nog een kind gekregen en nu heb ik nergens meer last van.’

Lees de rest van het interview in de nieuwste Revu of op Blendle.nl

Lauren praat in dit interview over hoe makkelijk je als BN'er uit de gratie kunt raken, over de nadelen van bekend zijn en haar dromen en ambities. ‘Ik probeer mezelf uit te dagen. Ik moet wel bezig blijven, anders ga ik me vervelen.’

Interview
  • BrunoPress