Dit zijn de mannen achter de Van Gogh-roof

De twee Van Goghs die in 2002 uit het Van Gogh Museum werden gestolen, zijn op 21 maart voor het eerst weer te zien in h...

De twee Van Goghs die in 2002 uit het Van Gogh Museum werden gestolen, zijn op 21 maart voor het eerst weer te zien in het Amsterdamse museum. Een reconstructie van een zaak die wereldnieuws werd, helemaal nadat bleek dat de Napolitaanse maffia erbij ­betrokken was. ‘Als ik straks buiten ben, zal ik alles doen om de echte daders te vinden.’

Fotografie ANP

De verdachten waren beiden 31 jaar. Octave ‘Okkie’ D. en Henk ‘Frenkie’ B. hadden zich wel vaker moeten verantwoorden voor de rechtbank, maar de aanklachten waren nooit zo ernstig als nu: diefstal van een fitnessapparaat uit sportschool Optifit, een inbraak in een bedrijfspand waarbij vijftien computers, een dvd-speler en twaalf afstandsbedieningen werden gestolen en, het belangrijkste, de roof van twee Van Goghs.

Okkie werd bijgestaan door Bénédicte Ficq. Ze kende haar cliënt al jaren. Hij jatte weleens computers en plasmaschermen door panden in te sluipen en ‘het alarm onklaar te maken’, maar hij was ‘geen rammer’, en kunstroof was ‘een totaal andere league’. Dat er DNA van de verdachten was gevonden in dat petje en die muts hoefde volgens Ficq niets te zeggen. Integendeel. Hoe groot was de kans dat twee zeer capabele inbrekers allebei hun hoofddeksel op de plaats delict achterlieten? Ervaren inbrekers die zich overduidelijk zeer goed hadden voorbereid? Ficq kon daar slechts één reden voor verzinnen: de echte daders wilden haar cliënten erin luizen. Er waren ook andere haren in zijn pet gevonden die pas veel later op haar verzoek werden geanalyseerd. Opvallende uitkomst: sommige haren waren ‘van een blanke, en mijn cliënt is een neger’. Ander essentieel punt uit haar verdediging: dat ingeslagen ruitje was zo klein dat twee volwassen mannen daar nooit doorheen konden. De rovers waren hoogstwaarschijnlijk nooit binnen geweest en de schilderijtjes moesten van binnen naar buiten zijn doorgegeven. Misschien wel met behulp van een bewaker.

Henk B. had een grote tatoeage in zijn nek. Hij zei het jammer te vinden dat er geen betere camera’s in het museum waren geplaatst. De beelden van de roof waren veel te korrelig en het was nu moeilijk te zien dat Octave en hij helemaal niet op de mannen op de beelden leken. Hij wilde ‘niet sarcastisch zijn, maar sommige sigarenboeren hebben betere apparatuur’. De uitspraak was op 26 juli 2004. Okkie kreeg 4,5 jaar, Frenkie vier. Het oordeel kwam hard aan. Frenkie zei tegen de rechter dat er ‘een ­grote blunder’ was gemaakt. Dat geld waar de officier van justitie steeds weer over begon, hadden ze verdiend met de verkoop van een partij hasj. Okkie verwoordde zijn gevoelens met: ‘U bent een toffe rechter, maar u ziet door de bomen het bos niet meer.’

Lees het hele verhaal op Blendle.