James Worthy

James Worthy: 'Het is een schooldag, maar mijn zoon en ik zijn ongegeneerd aan het spijbelen'

‘Op school leert hij tafels en regels, maar in het museum leert hij dat er geen regels zijn als je onder een tafel gaat zitten’

James Worthy

Mijn zoon loopt met een plattegrond door het museum. Het is een schooldag, maar we zijn ongegeneerd aan het spijbelen. Mijn zoon is lessen aan het verzuimen, maar aan de andere kant leert hij natuurlijk ook lessen in een museum. Belangrijke, onmisbare lessen. Op school leert hij tafels en regels, maar in het museum leert hij dat er geen regels zijn als je onder een tafel gaat zitten.

Hij blijft met de handen in zijn zij bij een kunstwerk staan. ‘Welke taal is dat?’ vraagt hij wijzend.

‘Dat is Frans, jongen.’

‘Wat staat er dan?’

‘Betreed de tuin en vergeet de oorlog. Dat staat er.’

‘Ik begrijp hem niet.’

‘In de Eerste Wereldoorlog stond in een Belgisch dorpje een clubhuis voor Britse soldaten. De soldaten bezochten dit huis om even aan de oorlog te kunnen ontsnappen. Om de militairen rustig te houden, hingen er allemaal borden door het clubhuis. Niet vloeken. Niet spugen. En dit bord hing daar dus ook aan de muur. Betreed de tuin en vergeet de oorlog.’

‘De opa van opa heeft toch in de Eerste Wereldoorlog gevochten?’

‘Dat klopt. Wat goed dat je dat nog weet, jongen,’ zeg ik.

‘Misschien heeft de opa van opa dat clubhuis weleens bezocht. En dus ook die tuin. Ik hoop dat het een mooie tuin was. Veel bloemen en weinig molshopen. Pap, denk je dat je door een tuin een oorlog kunt vergeten?’ vraagt hij.

‘Dat weet ik niet. Ik heb nog nooit een oorlog meegemaakt, maar ik weet gelukkig wel wat schoonheid is. En wat schoonheid kan. Waar het toe in staat is. Als mensen met de meest allesverwoestende lelijkheid geconfronteerd worden, kan schoonheid zonder enige twijfel voor afleiding zorgen. Schoonheid kan dat. Verliefdheid kan dat. Kunst kan dat. Dat voel je hier toch ook? In dit museum? Deze kunstwerken werden bijna een jaar lang niet bekeken en toch zijn ze niet boos. Zie je dat?’

‘Pap, denk je dat je door een museum een oorlog kunt vergeten?’

‘Ik weet het niet, jongen.’

‘Zijn er ook foto’s van die tuin?’ vraagt hij. Ik weet het antwoord al. De tuin bestaat nog en je kunt er voor 20 euro per persoon in picknicken. Je kunt streekbiertjes drinken en snoeptomaten eten in de tuin waar Britse soldaten de oorlog ontvluchtten.

‘Nee, er zijn geen foto’s van de tuin, omdat je er uit respect voor de soldaten geen foto’s meer mag maken. Maar hoe denk jij dat de vluchttuin eruitziet? Sluit je ogen. Wat zie je?’

Mijn zoon gaat op de grond zitten en sluit zijn ogen. ‘Ik zie een schuurtje. Op het dak van het schuurtje zit een oude kat. De kat kijkt naar de vogels in de boom, maar probeert ze niet te vangen. Hij is te oud. Er is ook een vijver vol vissen. De vissen zijn gelukkig, omdat de kat zo oud is,’ zegt hij.

De vissen zijn gelukkig, omdat de kat zo oud is.

Niets is zo leerzaam als spijbelen.